Ajoinpedia
Advertisement

Het Aalsters Karnaval Verbond (AKV) werd opgericht in 1968 als reactie tegen het groeiend aantal buitenlandse groepen. Marcel De Bisschop was de drijvende kracht achter het oprichten van dit verbond en werd de eerste voorzitter bij de officiële oprichting op 23 januari 1970. Het bestuur bestond aanvankelijk uit Marcel De Bisschop (voorzitter), Kamiel Sergant (ondervoorzitter), William Hereman (secretaris) en Louis Van Pottelbergh (penningmeester).

Vereniging der Aalsterse komische groepen 2.0

Het AKV was de opvolger van de Vereniging der Aalsterse Komische Groepen, dat begin de jaren '60 een stille dood gestorven was. In 1968 was het opnieuw Marcel De Bisschop die vond dat de Aalsterse groepen zich moesten verenigen. Samen met Kamiel Sergant richtte hij een nieuw carnavalsverbond op, waarbij het bestuur bestond uit Marcel De Bisschop (voorzitter), Kamiel Sergant (ondervoorzitter), William Hereman (secretaris) en Louis Van Pottelbergh (penningmeester). Kamiel riep meteen op om als carnavalsverbond in dialoog te gaan met het stadsbestuur.

Het AKV kwam op voor de belangen van de Aalsterse groepen en ijverde voor een uitsluitend Aalsterse stoet. In 1969 ging het Feestcomité in op deze laatste eis; de stoet bestond uit 22 Aalsterse groepen en 12 fanfares. De stad koos sindsdien voor een stoet met enkel nog groepen die afkomstig zijn uit Aalst, om zo het unieke Aalsterse karakter in de stoet te behouden. In 1970 schreven zich acht nieuwe groepen in, allemaal met een zelfgemaakte wagen.

Marcel De Bisschop nam na acht maanden al ontslag als voorzitter van het AKV om ervoor te zorgen dat er geen politieke inmenging was. Marcel werd door de CVP immers aangeduid als lijsttrekker voor de komende gemeenteraadsverkiezingen. Marcel werd opgevolgd door Kamiel Sergant als voorzitter, die op het Driekoningenfeest 1970 meteen een oproep lanceerde naar alle groepen om aan te sluiten bij het AKV.

Bij de oprichting van het Verbond waren een 14-tal groepen lid; de Berkens, de Floere Wettelkes, de Suskewieten, de Matotten, de Sergeanten, de Kamillekes, de Kakketoes, de Kornissesloipers, de Zeppelekkers, de Koekeloerepoezewoefkes, de Kastaars, de peiremoilerkes en de Supertritte.

Briefhoofd AKV 1972

Hieren, 't es toid!

Het AKV stelde in 1970 een eisenpakket op dat door alle carnavalsgroepen werd ondertekend. Het eisenpakket werd besproken met een aantal leden van het Feestcomité , maar verder werd hier niets mee gedaan. Het grootste probleem was het tekort aan werkplaatsen voor de groepen. Aanvankelijk beloofde de stad om de feesthallen (de Couverture) in de Schoolstraat ter beschikking te stellen van de Aalsterse groepen, maar later bleek dat de stad de zaal verhuurd had. De carnavalswagens moesten hierdoor uit hun werkplaats verdwijnen na carnaval 1970. Het AKV ging in overleg met Fons Singelijn en uiteindelijk kregen de carnavalsgroepen een nieuwe werkplaats met de voormalige gebouwen van de fabriek Fiber Fleet. De nieuwe permanente werkhal zou een keerpunt betekenen voor de Aalsterse groepen, voor wat betreft het creëren van wagens.[1]

In 1971 begeleidden enkele carnavalisten Sint-Maarten door de stad. Hierbij droegen ze zwarte vlaggen en scandeerden ze de slogan 'Hieren 't es toid!'. Fons Singelijn zorgde daarop voor een vaste werkplaats en stelde de Fiber Fleet tot 31 maart 1979 ter beschikking van de carnavalsgroepen. Het carnavalsverbond vormde zich om tot een vzw en stond in het Belgisch Staatsblad van 8 november 1973. Zo werd het AKV een officiële vereniging. Kamiel Sergant bleef voorzitter van het AKV en zette de lijnen uit.

In 1974 werd het eisenpakket vanonder het stof gehaald. De eis voor inspraak in het Feestcomité werd echter opnieuw geweigerd. Fons Singelijn was soms wel aanwezig op de vergaderingen van het AKV, maar verder gebeurde er niets.  Het AKV had er wel voor gezorgd dat bij de samenstelling van de jury's ook carnavalisten gekozen zouden worden, maar dit was nog niet genoeg voor Kamiel Sergant en zijn verbond. Ze eisten dat ook persmensen in de jury konden zetelen, een minimumsubsidie voor de carnavalsgroepen, een betere organisatie van de verkiezing van Prins Carnaval, inspraak in het traject van de stoet, een verzekering voor alle groepen en een werkplaats voor de groepen.

In 1974 organiseerde het AKV een Oilsjterse showavond in open lucht op de Hopmarkt. Op de show waren o.a. Prins Antoine, Jacie D'Herde, bloemenfee Monique, de Prinsencaemere, het Corum Alostum Imperiale, de Ajuinboer en Kamiel Sergant te zien. Deze show moest een verlengstuk worden van de Oilsjterse avonden van '71 en '72, die door het Feestcomité werd afgeschaft. Het Stadsbestuur en ere-voorzitter Marcel De Bisschop verleenden ook hun medewerking aan deze show. In 1975 werd de Aalsterse Avond echter hernomen op initiatief van het AKV. In de daaropvolgende jaren zou het AKV ook meewerken aan de carnavalsquiz, het Driekoningenfeest en het maken van een carnavalsvlag.

9 jaar na het eisenpakket uit 1970 werd dit bijna volledig ingewilligd. Zo had het AKV inspraak bij de officiële organisatie van carnaval, werden de subsidies opgetrokken en hadden ze een ruimte ter beschikking gekregen om te werken aan de wagens.  

Dictatoriale Kamiel

Kamiel mocht tevreden terugkijken op de werking van het AKV, maar kwam onder vuur te liggen toen hij het nieuwe carnavalsreglement in vraag stelde. Kamiel Sergant was van mening dat Aalsterse groepen niks te zoeken hadden in stoeten van andere steden. Volgens Kamiel hadden de groepen meer dan genoeg met de subsidies die ze kregen van de stad Aalst, waardoor ze niet meer moesten deelnemen aan andere stoeten. Frans Wauters deelde de mening van Kamiel, waarop het Feestcomité in 1978 besliste om een verbod op te leggen aan de Aalsterse groepen om nog deel te nemen aan stoeten buiten Aalst. Zowel Kamiel, als Frans Wauters vonden het jammer dat de Aalsterse groepen zich enkel nog bekommerden om geld en niet meer om het plezier. Volgens het Feestcomité kwamen er jaarlijks ook steeds minder mensen naar de stoet in Aalst afgezakt, omdat de groepen erna toch nog elders te zien waren. Vele groepen waren echter ontevreden met het invoeren van deze regel, omdat ze een groot deel inkomsten verloren zagen gaan. Het AKV stelde voor om de wagens van de groepen voortaan te laten sponsoren.[2]

 Marcel De Bisschop, schepen van Feestelijkheden, was het echter niet eens met Kamiel Sergant en de nieuwe regel van het Feestcomité. Marcel zette het Feestcomité hierbij onder druk om deze regel opnieuw te schrappen, wat tot een conflict leidde met Kamiel Sergant. Dit conflict leidde tot het ontslag van Kamiel Sergant; op 22 oktober 1979 besliste deze zich terug te trekken als voorzitter van het AKV. Kamiel wou niet de verantwoordelijkheid dragen voor de groepen die in andere steden aan stoeten deelnamen. In het verleden gebeurde het immers dat de politie aan de deur van Kamiel stond, omdat groepen in andere steden kabels hadden afgereden of verkeersongevallen veroorzaakt hadden.

 Een deel van de carnavalsgroepen had al een tijdje kritiek op Kamiel en zijn beleid, waardoor ze zich afscheurden van het AKV en een eigen carnavalsverbond opstartten. Het AVK (Alles Voor Karnaval) stond onder leiding van Karel De Naeyer. Kamiel werd binnen het AKV opgevolgd door Gustaaf Sonck. Achteraf gaf Kamiel toe dat hij het AKV soms op dictatoriale wijze leidde, maar volgens Kamiel was dit noodzakelijk, omdat veel carnavalsgroepen op onverantwoorde wijze te werk gingen in de werkhallen.[3]

AKV AVK

Cartoon uit 'De Aankondiger - Karnaval 1984'

De Couverture en de Fiber Fleet

Het steeds groeiende aantal carnavalsgroepen in de jaren 1970 zorgde ook voor een aantal problemen. Fons Singelijn had ervoor gezorgd dat de groepen in de Fiber Fleet onderdak kregen, maar deze ruimte werd al snel te klein en was dringend aan veranderingen toe. Het AKV vroeg hierop aan de stad in 1977 om beroep te kunnen doen op de Keizershallen. Het Stadsbestuur stemde toe, maar had wel een zestal voorwaarden gesteld. Zo moest het AKV instaan voor een dienstregeling, waarbij de Keizershallen om 22u afgesloten moesten worden en werd het AKV aansprakelijk gesteld bij schade. Ondertussen werden aan de Fiber Fleet een aantal werken doorgevoerd, zoals het plaatsen van muren om de groepen te scheiden. Er waren echter nog heel wat andere problemen die in de Fiber Fleet opgelost moesten worden, zoals het dak dat hersteld moest worden en het ontstoppen van de riolering.

De Keizershallen was echter geen goede oplossing, want vaak was er geen of onvoldoende toezicht. De zaal moest ook ontruimd worden na de stoet, waardoor het materiaal vaak buiten terechtkwam, wat niet goed is voor de mechanische constructies.

De Fiber Fleet, die wat opgesmukt werd, bleef in gebruik, maar daarnaast werd ook de Couverture aan de Weggevoerdenstraat in gebruik genomen. In de Fiber Fleet werkten de leden van het AVK, terwijl de leden van het Aalsters Karnaval Verbond de Couverture in gebruik hadden genomen. De couverture was echter ook onveilig en de kans op brandgevaar was zeer groot. Gustaaf Sonck, die als voorzitter van het AKV, toezag op de veiligheid en werking in de Couverturen, kon hier niet langer mee om en nam in 1981 ontslag als voorzitter van het AKV. Door de te grote verantwoordelijkheid en het vele werk gaf Staaf er ontgoocheld de brui aan. Penningmeester Emiel Van den Broucke, in de volksmond bekend als Paco Milou, werd op 21 mei 1981 de opvolger van Gustaaf als voorzitter. Het probleem van de Couverture bleef echter en daarbij kwam nog dat het dak lek was en de elektriciteitsleidingen herbekeken moesten worden.

AKV 1986

Het AKV-bestuur 1986 (De Voorpost - Karnaval 1986)

Onder het bewind van Emiel werd beslist de doop van de wagens af te schaffen, dit zou immers geld uitsparen dat gebruikt kon worden voor de aanschaf van beter materiaal voor de groepen. Het probleem van de afgetakelde Couverture kwam in 1986 tot een hoogtepunt, waarbij schepen Annie De Maght beweerde dat het AKV zelf de schuldige was voor de aftakeling van de hal. Er werd immers verf en isomoresten in de riolering gegoten, de toiletten werden gesloopt, elektriciteitsleidingen werden afgebroken, muren werden afgebroken en het vuilnis hoopte zich op. Annie De Maght vroeg zich af of AKV stond voor Alles Kapot Verbond. De Maght vond daardoor dat de Stad niet financieel moest tussenkomen, aangezien ze al een grote inspanning gedaan hadden door de hal voor een symbolische Frank te verhuren. Het AKV weerlegde echter de kritieken van De Maght.

In 1989 bracht het AKV een maxi-single uit met op de A-kant 'Oilsjt goi stad van men droeimen', gezongen door Hendrik Daelman. Op de B-kant was 'De Mansarde' van Antoine Van Der Heyden te horen. De opbrengst van deze single ging integraal naar de werkgroep voor een veilige Couverture-werkhalle.

Varia

  • In 1975 werkte het AKV mee aan de LP 'Hier spreekt men Oilsjter' en in 1976 zorgden ze voor een tweede LP.
  • Voor de stoet van 1978 werd de prinsenwagen gemaakt door Lotjonslos. Het AKV was hier erg kwaad voor, omdat Lotjonslos niet tot het AKV behoorde. Eerder was immers gezegd dat de Foesjeleers, dat wel aangesloten was bij het AKV, de wagen mocht maken, maar dit was nooit definitief toegezegd. In een eerste reactie riep het AKV op tot een staking, maar uiteindelijk kwam het niet zo ver. In een verzoeningsvergadering tussen het AKV en het Feestcomité werd beslist dat de Foesjeleers met hetzelfde budget een wagen mochten maken voor Bloemenfee Magda.
  • In de jaren 1980 nam het AKV de organisatie van het Driekoningenfeest in handen, nadat het Feestcomité hier geen graten meer in zag.

Voorzitters

Jaartal Voorzitter
1969-1970 Marcel De Bisschop
1970-1979 Kamiel Sergant
1979-1981 Gustaaf Sonck
1981- 1990 Emiel Van den Broeck
1990 -1992 Herman Schelfaut
1992- Michel Heck
  1. De Voorpost, Speciale karnavaluitgave 1983
  2. Het Volk, 21 december 1978
  3. De Voorpost, Speciale karnavaluitgave 1983
Advertisement