Ajoinpedia
Advertisement

Angèlica Ardaens (°19/03/1866 - †29/12/1936), ook wel Angèle of Angelique genoemd in Aalst, was een markante figuur in de straatmuziek van de vroege 20ste eeuw. Ze werd vooral bekend als bedelaarster en vormde samen met haar man, Domien Bogaert, een muzikaal duo. Hun leven en muziek zijn bezongen door het Stemmingstrio in het lied "Op d'Hoeige Vesten" en ook andere liederen verwijzen naar hen.

Angèlica Ardaens: De Muzikale Bedelaarster

Voor de opkomst van platen en cd's was straatmuziek de belangrijkste bron van muzikaal vermaak. Markten, kermissen en jaarmarkten waren de plaatsen waar straatzangers hun verhalen zongen voor de voorbijgangers. In Aalst waren Domien en Angèlique in het begin van de 20ste eeuw één van de bekendste straatmuzikanten. Ze zongen vaak op de Hopmarkt, voor de schouwburg, en in de omgeving van de Grote Markt. Op zondagen stonden ze ook bij de kerken, zoals de St. Martinuskerk en de St. Jozefskerk, om de kerkgangers te vermaken.

Houilleschoiter angelique

Etiket van het aperitief Angèlique (Bron: Waar is de tijd, 1000 Jaar Aalst)

Angèle was een bekend gezicht in Aalst, waar ze woonde in de St.Jobsteeg, destijds bekend als 'Den Hieten Oeven' (nu Arbeidstraat). In 1912 ontmoette ze Domien, wiens vrouw recent was overleden. Domien verhuisde bij Angèle in en enkele maanden later trouwden ze.

Het paar verhuisde verschillende keren binnen Aalst en in 1925 vestigden ze zich in de St. Annaweg in de zogenaamde 'Zeiven Hoizekes'. Later, bij de aanleg van de St. Annalaan, verhuisden ze naar barakken nabij de kerk van Mijlbeek. Tussendoor woonden ze ook nog in het Uilenpoortje in de Peperstraat.

Om een extra inkomen te genereren, besloten Domien en Angèlica een muzikaal duo te vormen. Ze reisden van markt naar markt en van herberg naar herberg, waarbij ze bedelden in ruil voor hun muziek. Angèlica bediende een draaiorgel, terwijl Domien de trommel leerde spelen. Angèlica verzamelde tijdens hun optredens geld van het publiek.

Angèlica Ardaens overleed op 29 december 1936 in het Oud-Vrouwenhuis in de Kattestraat, waar ze haar laatste jaren doorbracht. Haar en Domien's bijdragen aan de straatmuziek zijn in de herinnering van de stad blijven hangen en ze worden vaak als een symbool van de levendige muzikale cultuur van Aalst beschouwd. [1]

De Legende van Domien en Angèlica: Een Muzikaal Duo in Aalst

Angelique & Domien

'Oeiljeschoijter en Angélique', uit Volkstypen en Vaartkapoenen uit Aalst (Philip De Paepe). Op het schilderij werden de instrumenten van Domien en Angelique omgewisseld. Het was Domien die de trommel bespeelde en Angelique die aan het orgel draaide.

Het muzikale duo van Angèlica Ardaens en Domien Bogaert inspireerde verschillende straatmuzikanten tot het schrijven van liedjes over hun leven en liefde. In de volksmond zijn hun ontmoetingen en avonturen vereeuwigd in vrolijke deuntjes.

Een populaire tekst vertelt over hun eerste ontmoeting, waarin Domien zijn liefde voor Angèlica bezingt: “Zij was schoon en fiks, zoete Angeliek. Och toch, ik zie a toch zo geren Angeliksken.” De romantiek van hun verhaal, samen met hun muziek, maakte hen beroemd in Aalst.

De bijnaam van Domien, 'Den Houilleschijter', werd ook bezongen, zoals in het nummer van G. Mortier en S. De Witte, dat hun avonturen in de stad beschrijft. In de loop der jaren werd hun verhaal verder verspreid, onder andere door Leon Boel in zijn nummer 'Oilsjt is een Sjikke Stad' (1924), waarin hun naam opnieuw wordt bezongen.

Den Houilleschijter, mee Angelique. Ne fellen bijter, ne vogelschrik. Trokken te samen gezwind voorbij. Van waar ze kwamen, dat wisten zij. Den Houilleschijter, dat es ne vent. Ne fijne pleiter, alom bekend. Hij gaat bij Strooikes achter den bik. En vangt de vlooikes van Angelique. (uit het nummer van G. Mortier en S. De Witte)

Zelfs in de moderne muziek, zoals in het 1974-nummer 'd'Hoeige Vesten' van het Stemmingstrio, blijft de herinnering aan Domien en Angèlica voortleven. Hun muzikale nalatenschap blijft een belangrijk onderdeel van de culturele geschiedenis van Aalst.[2]

Den oeileschoiter, en Angelik. De fellen boiter, de voegelschrik. Trokken te saumen de bossen in. Om te genieten van de zoete min. (uit d'Hoeige Vesten van Het Stemmingstrio)

Aperitief en bier

Cuvee Angéliqu

Cuvée Angelique, met op het etiket Domien en Angelique

In 1925 eerde de Aalsterse likeurzaak L. Vincent Angèlica Ardaens met een aperitief dat haar naam droeg: Angelique. Dit drankje, dat de sfeer van de stad en zijn straatmuziek vangt, had een opvallend etiket met een afbeelding van het muzikale duo Domien en Angèlica. De reclame beschreef hen als 'de twee vermaardste musico's van het Aalstersche', een eerbetoon aan hun impact op de lokale cultuur.

In 2006 werd de naam Angèlica opnieuw vereeuwigd met de creatie van Cuvée Angelique, een bier gebrouwen door de vrouwelijke leden van de Zythos-vereniging Objectieve ProefAjuinen (OPA). Dit project, getiteld 'Vrouwen brouwen', resulteerde in een drinkbare hommage aan de legendarische bedelaarster en haar man. Het etiket van het bier bevatte ook een afbeelding van het duo, waardoor hun muzikale erfenis opnieuw in de schijnwerpers kwam te staan.

Deze twee dranken zijn niet alleen een eerbetoon aan Angèlica, maar ook een reflectie van haar blijvende invloed in de Aalsterse gemeenschap.[3]

Redactie

Tekst en foto's

  • Tekst: Sören Delclef - AjoinPedia
  • Foto's: Volkstypen en Vaartkapioenen (P. De Paepe), 1000 jaar Aalst

Bronnen

  1. De Paepe P. (1975), Volkstypen en Vaartkapoenen uit Aalst
  2. Ghysens J. (1978), Het Aalsters Volksleven I - Het Markt- en Straatlied 1860-1950
  3. Wikipedia
Advertisement