Ajoinpedia
Advertisement

De Carnavalswerkhallen is de plaats waar verschillende carnavalsgroepen werken aan hun wagen. In de loop van de geschiedenis veranderde de locatie van de werkhallen een aantal keer. De carnavalswerkhallen bevinden zich aan de Hoge Vesten.

Fiberfleet & Didden en Vanasten[]

In 1979 werden, na acties van het AKV, twee ruimtes door de stad ter beschikking gesteld voor de carnavalisten; de Fiber Fleet en Didden en Van Asten, dat in de volksmond de Couverture genoemd werd. De Fiber Fleet stond erom bekend dat het er zeer koud was, terwijl de Couverture over een verwarming beschikte.[1]

't Katsjoeken[]

Het college van Burgemeester en Schepenen stelde voor om een nieuwe carnavalswerkhal te bouwen, omdat de Couverture te klein en verouderd was. De bouw van een nieuwe werkhal werd opgenomen in de stadsbegroting van 1993, maar in oktober van dat jaar werd de begroting gewijzigd en werd het project van de werkhallen uitgsteld. Schepen Oscar Redant verklaarde dat de inkomsten van de stad lager lagen dan verwacht en het project daarom een jaar verschoven moest worden. Het voorziene budget voor de werkhal werd ondertussen teruggeschroefd van 75 naar 63 miljoen frank. In 1994 werden de plannen dan bekend gemaakt; de nieuwe werkhallen zou een totaalproject worden, met een prijskaartje van 62,5 miljoen Belgische frank. De werkhallen werden gebouwd aan de Hoge Vesten, waar de vroegere Stedelijke Werkhuizen gevestigd waren.[2][3]

In 1994 werden de voormalige werkhuizen aan de Hoge Vesten gesloopt. Het oude fabriekspand, dat bekend stond als 't Katsjoeken, moest plaats ruimen voor de nieuwe carnavalswerkhallen. Op deze plaats werd in 1899 La Centrale Africaine opgericht, waar producten afkomstig uit de Belgische kolonie verkocht werden. Later kwam de Société Anonyme pour le Commerce et l'Industrie du Caoutchouc, waar tot voor de Tweede Wereldoorlog rubber gemaakt werd. In 1949 gaf Romain Moeyersoen aan het Aalsters stadsbestuur de raad om de gebouwen aan te kopen, wat gevolgd werd door het stadsbestuur. Zo verwierf de stad het hele complex in 1951 voor 4,5 miljoen frank. De stad richtte de voormalige fabriek in als stadsgarage en stadsmagazijn. Sinds 1977 waren de stadsmagazijnen er verhuisd. In de garage stond o.a. het Ros Balatum opgeslagen.[4]

De nieuwe carnavcalswerkhallen bestaan uit drie loodsen; een loods met diensten- en isomoruimte, een loods met 10 poorten voor 10 grote en 20 middelgrote groepen. De werkhal is eigendom van de stad, die erop toeziet dat de groepen in alle veiligheid kunnen werken. De groepen betalen in ruil een huurprijs aan de stad. Er werd overeengekomen dat grote groepen 50 000 Belgische frank per jaar moesten betalen, middelgrote groepen 25 000 frank en kleine groepen 10 000 frank. Het elektrisch verbruik moest rechtstreeks betaald worden aan Elektrabel.

Geen vergunning[]

In 1996 was het complex, met een prijskaartje van 80 miljoen frank, klaar. Met de bouw van deze carnavalshallen was Aalst de eerste in België die door het gemeentebestuur een complex had opgezet voor het maken van carnavalswagens. In een eerste testfase werd plaats geboden aan 10 groepen, waarna 45 groepen er hun intrede name. De werkhallen werden gekoppeld aan een autonoom gemeentebedrijf, waarvan Jan Dooms de eerste directeur werd. Het bedrijf moest ervoor zorgen dat de werkhallen zelf bedruipend waren, aangezien de stad financieel niet meer zou tussenkomen.[5]

Het stadsbestuur vergat bij de bouw van de hallen een milieuvergunning aan te vragen. Hierdoor werd de vergunning pas aangevraagd, toen de hallen er al stonden. Bij besluit van 1 januari 1996 kregen de werkhallen een gedeeltelijke milieuvergunning, maar men kreeg geen vergunning voor de verfspuitwerken, omdat deze volgens de Vlarem-normen niet vergund konden worden. Op 26 april 1996 werd daarom aan minister Kelchtermans een gevraagd een afwijking toe te staan op de Vlarem-normen. De minister weigerde deze afwijking op 6 januari 1997, omdat de werkhallen in een woongebied liggen.[6] Voor carnaval 1998 werd gezocht naar een oplossing, maar de spuitwerken in aanloop van carnaval 1997 werden dus illegaal uitgevoerd.

Vzw Carnavalscontact[]

De vzw Carnavalscontact en de werkgroep carnavalswerkhallen bleven echter voor problemen zorgen. In 2001 werd de werkgroep ontbonden, omdat deze volgens burgemeester Anny De Maght enkel diende om te werken rond de bouw van de hallen. De werking van de vzw Carnavalscontact lag op dat moment ook stil. Het vertrek van Jan Dooms uit de vzw had de werking serieus verzwakt. Volgens gemeenteraadslid André-Emiel Bigaert waren er in 1997 statuten verschenen, maar waren er voor de rest geen verslagen of balansen terug te vinden. De vzw had echter ook de concessie gekregen van de kantine en de bijhorende feestzaal. Door het stilvallen van de werking, bleven de deuren van de kantine [7]

De stad bleef investeren in de werkhallen. Zo liet de gemeente in 2003 branddetectietoestellen en een inbraakalarm plaatsen in de loodsen.[8] In 2012 doken elektriciteitsproblemen op in de werkhallen, tot ongenoegen van de groepen. Het verbond vzw Carnavalist Tot in de Kist trok aan de alarmbel, waarna schepen Ann Van de Steen beloofde om alles in orde te brengen. Ze liet ook ledverlichting aanbrengen in de hallen.[9][10]

In 2014 sloot het stadsbestuur een extra verzekering af voor alle inboedel in de werkhallen, gedurende de carnavalsweek. Dit gebeurde naar aanleiding van de gebeurtenissen rond Geloeif Mè Goed, waarbij alle leden aansprakelijk gesteld werden voor een brand aan hun wagen.[11]

Graffiti-muren[]

Lieven Piron, die als artiestennaam WAF gebruikt, stelde aan de stad voor om de carnavalswerkhallen te bespuiten met graffiti. De stad twijfelde aan het voorstel, maar stemde uiteindelijk toe. Zo kregen de werkhallen in 2002 kregen een eerste graffiti-laagje van WAF. Lieven Piron voerde het spuiten gratis uit; de stad betaalde enkel de voorbehandeling van de gevel en de spuitbussen.[12]

Elk jaar zou er naar aanleiding van de carnavalsbeurs een stukje van de werkhallen bespoten worden met graffiti. In 2006 werd de 40 meter brede voorgevel van de werkhallen eindelijk afgewerkt. WAF had ondertussen versterking gekregen van graffititeam Alosta.[13] In 2016 werd de carnavalskantine aangepakt.

Graffiti werkhallen&&

Graffiti-kunstwerk, door team Alosta, aan de carnavalswerkhallen (Foto: Facebookpagina Aalst Carnaval)

Nieuwe hallen?[]

In 2010 ontwikkelde een studiebureau in opdracht van de stad Aalst een nieuwe toekomstvisie voor de buurt van de Albrechtlaan. De studie gaf aan dat de omgeving achter de Varkensmarkt opnieuw een woon- en winkelwijk moet worden en dat de carnavalshallen beter verhuizen naar loodsen van Syral. Burgemeester Uyttersprot gaf aan dat de carnavalisten niet meteen uit de werkhallen gezet zouden worden, maar dat de stad wel nadenkt over een nieuwe locatie.[14]

Uiteindelijk werd de locatie van de carnavalswerkhallen behouden.

Kantineproblemen[]

In 2014 bleek niemand nog bereid om de carnavalskantine uit te baten. Griet Moereels en Sven Ghysels hadden na negen jaar beslist om hun concessie niet meer te verlengen, waarna de stad niet meteen een uitbater vond. De stad contacteerde hierop de vzw Carnavalist tot in de Kist om de kantine tijdelijk uit te baten, maar deze waren niet geïnteresseerd in het voorstel.[15][16]

De stad wijzigde het concept van de kantine naar een pop-upcafé, waarbij Griet Moereels en Sven Ghysels bereid waren om de kantine voorlopig verder uit te baten. Het pop-upcafé zou geopend worden van december tot maart.[17]

In september 2015 werd de kantine aan de werkhallen opnieuw geopend. De stad vond nieuwe concessiehouders die de kantine voor de komende 9 jaar zouden uitbaten. Steve De Backer en Steffi Van den Steen werden de nieuwe uitbaters en doopten de kantine om tot Halle 13. Steve en Steffi bouwden het concept van Halle 13 verder uit en konden beschikken over twee vergaderzalen en een vernieuwde feestzaal.[18]

HN 19062015 Carnavalskantine Halle 13

Steffi Van den Steen en Steve De Backer bouwden de kantine om tot Halle 13 in 2015. (Foto: Het Nieuwsblad - 19/06/2015)

Zware brand en Bakka-hal[]

HN 27042016 brand werkhallen

(Foto: Het Nieuwsblad - 27/04/2016)

Op 27 april 2016 vond er een grote brand plaats in de carnavalshallen. De brand ontstond door een onvoorzichtigheid met een slijpschijf bij AKV Geschalotterd. Hal 1 en hal 10 werden door de brand volledig verwoest en hal 2 en 9 werden getroffen door water- en rookschade. Een ruimte van ongeveer 500 m² ging verloren. Deze brand was niet alleen een materiële catastrofe, maar ook emotioneel lag dit voorval zwaar bij de Aalsterse carnavalisten.

De groepen Geschallotterd, Tes Ter Oever, De Loizemaanen, De Zoipers, De Zwiejtzoel'n, De Zwiejtollekes, Dest-Goe Schief, Zwisj, De Zjieverleppen en De Toerenbiejoekes verloren alle werkmateriaal, mechanieken, wagens en trekkers door de brand. De stad zocht een tijdelijk alternatief en via de verzekering werden de getroffen groepen vergoed. Negen van de tien getroffen groepen mochten van de stad verhuizen naar de Baka-hallen op het Wijngaardveld en Dest-Goe Schief mocht de plaats in de carnavalshallen van De Steijnzoel’n gebruiken.[19][20]

Heropbouw[]

Eind 2016 werd gestart met de heropbouw van de getroffen loodsen. Deze nieuwe hallen werden op brandweeradvies uitgerust met koepels om rook- en warmteontwikkeling af te voeren. De loodsen werden ook voorzien van een binnenwand, die brandoverslag tussen de hallen moet vermijden. Die brandveiligheidswerken werden in 2018 ook in de andere hallen uitgevoerd.[21] De stad betaalt 150.000 euro om de carnavalshal te laten voldoen aan de hedendaagse normen van brandveiligheid.[22]

In anderhalve maand tijd werden hallen 1 en 10 heropgebouwd. De kostprijs van de heropbouw bedroeg 541.302 euro, waarvan 432.571 euro gedekt werd door de brandverzekering. Op carnavalsmaandag (27 februari 2017), konden de getroffen groepen, na de stoet, de heropgebouwde loodsen opnieuw binnenrijden.[23]

De nieuwe loodsen kregen ook een graffitilaagje van kunstenaars WAF en Caz. In hun kunstwerk werd gewerkt met vlammen, opdat de brand niet vergeten zou worden.[24]

Graffitiaanhallen

Caz en Waf bespoten de nieuwe loodsen (Radio 2 - 22/09/2017)

Toezichters[]

Carnavalswerkhallen Hoge Vesten[]

Naam Periode
Luc Vermeiren 1995-2018
Etienne Grillaert 1995-2013
Guy Walgraef 2013-2022
Herman De Neef 2016-heden
Jeroen Camu 2022-heden

In de zomer van 2018 viel toezichter Luc Vermeiren (alias de Paroi) van het dak van de werkhallen, terwijl hij bezig was met onderhoudswerken aan de dakgoot. Luc brak drie ruggenwervels en zijn pols, waardoor hij niet meer kon terugkeren als toezichter van de werkhallen. Luc zal tot aan zijn pensioen in ziekteverlof worden gesteld.[25]

Bronnen[]

  1. De Voorpost Speciale Karnavaluitgave (1979)
  2. Het Nieuwsblad, 28 oktober 1993
  3. Het Volk, 28 oktober 1993
  4. (Vastelauvedgazet 1994)
  5. Het Belang van Limburg, 13 februari 1996
  6. Belga, 15 januari 1997
  7. Het Laatste Nieuws, 29 november 2001
  8. Het Laatste Nieuws, 16 april 2003
  9. Het Laatste Nieuws, 29 oktober 2012
  10. Het Laatste Nieuws, 28 december 2012
  11. Het Nieuwsblad, 20 februari 2014
  12. Het Laatste Nieuws, 25 april 2003
  13. Het Laatste Nieuws, 16 september 2006
  14. Het Nieuwsblad, 31 december 2010
  15. Het Nieuwsblad, 29 oktober 2014
  16. Het Laatste Nieuws, 18 november 2011
  17. Het Nieuwsblad, 3 december 2014
  18. Het Nieuwsblad, 7 september 2015
  19. Het Nieuwsblad, 27 april 2016
  20. Het Laatste Nieuws, 16 februari 2017
  21. Het Nieuwsblad, 26 april 2017
  22. Het Laatste Nieuws, 28 oktober 2016
  23. Het Nieuwsblad, 7 januari 2017
  24. Radio 2, 22 september 2017
  25. Het Nieuwsblad, 5 juni 2018
Advertisement