Een cantinière is een vrouw die traditioneel een legerafdeling vergezelde en de soldaten voorzag van eten, drank en andere benodigdheden. De figuur vindt haar oorsprong in de Napoleontische tijd en staat bekend om haar typische uniform en tonnetje met drank. Binnen Aalst Carnaval kreeg de cantinière een symbolische en feestelijke rol, vooral binnen de traditie van De Oude Garde en later de Cantinières van d’Aa Garde.
De Cantinière van De Oude Garde[]
Antoinette De Deken, voorzitster van de Liberale Damesbond en echtgenote van Louis Van Hover, speelde een centrale rol in het ontstaan van de cantinièretraditie binnen De Oude Garde. Op carnavalsdinsdag 1951 bemachtigde ze speels de fez van een bestuurslid en zette het hoofddeksel op haar hoofd. Zo wandelde ze mee in de rondgang van De Oude Garde die dag. Aan secretaris Achiel Gheys beloofde ze om de fez terug te bezorgen tijdens het eerstvolgende bal van De Oude Garde. Aan voorzitter Gaston Van Trappen kondigde ze aan dat ze dan zou verschijnen, verkleed als cantinière. De figuur van de cantinière gaat terug tot de tijd van Napoleon. Deze vrouwen — vaak de echtgenotes van officieren — trokken mee met het leger en verzorgden tegen betaling de soldaten met eten, drank en andere benodigdheden tijdens rustpauzes. Typisch was het kleine tonnetje met drank dat ze aan hun heup droegen. In het Nederlands noemen we een cantinière ook wel een marketentster.
Op het bal van De Oude Garde — dat doorging op de zaterdag na Aalst Carnaval 1951 — verscheen Antoinette De Deken in een opvallend en stijlvol kostuum: een lang blauw kleed met lichtblauwe revers, gele boorden, rode epauletten en rode manchetten. Op haar hoofd droeg ze een soldateske muts, ofwel een ‘bonnet de police’, waarop ze de letters O.G. had geborduurd. Haar outfit was geïnspireerd op een reclamebord van de stokerij ‘Dumont de Chassart’, gelegen aan het Burgemeestersplein. De verschijning van Antoinette maakte zoveel indruk dat Albert Waegeman tijdens het bal aankondigde dat zij voortaan als eerste officiële cantinière de harmonie van De Oude Garde mocht vergezellen tijdens optochten. Bij de volgende carnavalsfeesten van 1952 werd Antoinette ook officieel als cantinière geëerd. Op de vooravond van carnaval trok De Oude Garde in stoet naar haar woning in de Pontstraat, om haar feestelijk op te halen en te begeleiden naar het lokaal van de harmonie. Op carnavalsdinsdag kreeg ze van voorzitter Edmond Steleman een eigen tonnetje, met daarop het opschrift: "Oude Garde Cantinière 1951-1952".
Sinds 1952 wordt op het bal van De Oude Garde jaarlijks een nieuwe cantinière gekozen. Aanvankelijk ging de titel naar de mooist verklede dame van de avond, die als cantinière een tonnetje ontving en dat jaar werd uitgenodigd op alle feesten van De Oude Garde. Om hevige verkiezingsstrijd te vermijden, werd de cantinière later steeds vooraf gekozen door de harmonie. Daarbij ging de voorkeur vaak uit naar de echtgenote of vriendin van een lid van De Oude Garde. De officiële titeloverhandiging gebeurde op het bal, waarbij traditiegetrouw het lied ‘Quand Madelon…’ werd gespeeld. De uittredende cantinière overhandigde het tonnetje en hing de mantel van De Oude Garde op de schouders van haar opvolgster. Daarna vormden de oud-cantinières een kring rond de nieuwe cantinière. Na het eresaluut op de tonen van 'Quand Madelon…' werd er samen met het bestuur getoost met schuimwijn op haar benoeming. Tijdens de eerstvolgende carnavalsoptocht van De Oude Garde werd de cantinière op feestelijke wijze thuis opgehaald, op voorwaarde dat ze binnen een straal van 1 kilometer van de Grote Markt woonde. Woonde ze verder, dan werd ze afgehaald aan de lokalen van de Liberale Sociale Werken in de Korte Zoutstraat. Telkens wanneer de cantinière De Oude Garde vergezelde, droeg ze het typische Napoleontisch cantinière-kostuum met het kenmerkende tonnetje aan de heup.[1]
Afscheuring van de Cantinières[]
(Bron: Het Nieuwsblad - 22/03/2009)
In 2009 scheurden de cantinières zich af van De Oude Garde Aalst (DOGA). Ze richtten een nieuwe vereniging op: ‘Cantinières van d’Aa Garde’. Sindsdien kiezen beide verenigingen jaarlijks hun eigen cantinière. De aanleiding voor de breuk lag bij een groeiende onvrede binnen de groep. De cantinières die jaarlijks door De Oude Garde gekozen werden, voelden zich steeds meer naar de achtergrond verdrongen. Volgens hen ging alle aandacht naar de harmonie, terwijl hun tradities en symbolische rol verloren dreigden te gaan. Daarop besloten ze om een eigen koers te varen, onafhankelijk van DOGA. Hun beslissing kondigden ze aan via een e-mail aan de pers, waarin te lezen stond:
"Omdat wij van mening zijn dat tradities en oude gebruiken van groot belang zijn om het behoud van bepaalde belangrijke verenigingen in stand te houden, hebben wij, de cantinières, unaniem besloten om onze eigen traditionele koers te varen zonder DOGA. Wij gaan verder als 'Cantinières van d’Aa Garde' en hebben besloten alles binnen de eigen rangen te regelen, van de keuze van de kandidaat-cantinière over de aanstelling tot de afscheidsreceptie en dergelijke meer. Getekend: alle cantinières."
In een poging tot verzoening werd Anny De Maght, cantinière sinds 1980, aangeduid als bemiddelaar. Zij omschreef het conflict als een botsing tussen de dirigent van het korps en de cantinières, waarbij tradities centraal stonden. De bemiddelingspoging mislukte echter, en de afscheuring werd definitief. Per brief informeerden de cantinières nadien het Feestcomité, de gemeenteraad en Prins Carnaval over de oprichting van hun nieuwe vereniging. Toen de Cantinières van d’Aa Garde werd opgericht, besloten alle voormalige cantinières die eerder door De Oude Garde waren aangesteld, mee over te stappen naar de nieuwe vereniging.
Kostuum[]
Elke cantinière mag haar eigen kostuum ontwerpen, op voorwaarde dat de Franse kleuren rood, wit en blauw er duidelijk in verwerkt zijn. Het kostuum wordt door de cantinière zelf bekostigd en blijft na haar jaar dienst haar persoonlijk bezit.
Na haar jaar als officiële cantinière geeft ze het officiële tonnetje van haar vereniging (De Oude Garde of Cantinières van d’Aa Garde) terug en ontvangt ze haar eigen tonnetje in de plaats. Dit tonnetje vult ze zelf met drank, doorgaans jenever, maar ook rum, whiskey of cognac zijn populair.
Als blijvende herinnering krijgt elke cantinière een herinneringsmedaille en een geschenk van de ex-cantinières. Deze oud-cantinières blijven actief betrokken bij hun vereniging en verschijnen bij gelegenheden steeds in cantinière-outfit.[2][3]
Overzicht Cantinières van de Oude Garde - voor de afscheuring[]
| Jaartal | Cantinière |
|---|---|
| 1951 | Antoinette De Deken |
| 1952 | Irène De Ketelbutter |
| 1953 | Jeanne Van Mieghem |
| 1954 | Malvine De Cock |
| 1955 | Raymonde Clotman |
| 1956 | Anny Van den Eede |
| 1957 | Julia De Bruecker |
| 1958 | Nicole Schellinck |
| 1959 | Emilienne Brulin |
| 1960 | Suzanne Muylaert |
| 1961 | Maria Philips |
| 1962 | Ghislaine Cornand |
| 1963 | Monique Kuys |
| 1964 | Irène Saeys |
| 1965 | Agnes De Boeck |
| 1966 | Esther Philips |
| 1967 | Nancy Hoffman |
| 1968 | Ginette Van den Broeck |
| 1969 | Elga De Ridder |
| 1970 | Jeanine De Ridder |
| 1971 | Louisa Seghers |
| 1972 | Jeanine De Moyer |
| 1973 | Anita van Holder |
| 1974 | Lea Becqué |
| 1975 | Sonia Van der Vecken |
| 1976 | Marie-Hélène Barrez |
| 1977 | Monique De Wolf |
| 1978 | juliette Verhulst |
| 1979 | Berthe Simays |
| 1980 | Anny De Maght |
| 1981 | Elza Aelbrecht |
| 1982 | Mary-Rose Van Pottelbergh |
| 1983 | Lieve Van Impe |
| 1984 | Jeanine De Cubber |
| 1985 | Monique De Pierre |
| 1986 | Maria De Smet |
| 1987 | Suzanne Van den Broeck |
| 1989 | Hedwige De Smet |
| 1991 | Erna Van de Keer |
| 1992 | Annie De Sneyder |
| 1993 | Martine Vidts |
| 1994 | Martine Vinck |
| 1995 | Sandy Nieulandt |
| 1996 | Katie D'hondt |
| 1997 | Leona Van Driessche |
| 1998 | Odette Scheerlinck |
| 1999 | Muriel Wertbrouck |
| 2000 | Myriam Kiekens |
| 2001 | Els Gheleijns |
| 2002 | Kelly Van Gijseghem |
| 2003 | Jeanne Priem |
| 2004 | Maureen Coppens |
| 2005 | Veronik Bombeeck |
| 2006 | Jasmien Cleemput |
| 2007 | Annick Vastenavondt |
| 2008 | Marleen Maesschalck |
Overzicht Cantinières van Cantinières van d'Aa Garde - na de afscheuring[]
| Jaar | Cantinière |
|---|---|
| 2009 | Anouchka De Vijlder |
| 2010 | Roxanne De Vos |
| 2011 | Stephanie Ledegen |
| 2012 | Nathalie Ledegen |
| 2013 | Christiaens Hena |
| 2014 | Wendy D'herde |
| 2015 | Dominiek de Vijlder |
| 2016 | Liesbet Roelandt |
| 2017 | Christiane Van Gyseghem |
| 2018 | Lucienne Boriau |
| 2019 | Sofie Van der Perre |
| 2020 | Femke Van Langenhove |
| 2022 | Kathleen Arijs |
| 2023 | Tina Rosé |
| 2024 | Ilse Van de Winkel |
| 2025 | Kelly Linthout |
Overzicht Cantinières van de Oude Garde - na de afscheuring[]
| Jaartal | Cantinière |
|---|---|
| 2009 | Daisy Claeys |
| 2010 | Gitta Bonarens |
| 2011 | Chantal Tuybens |
| 2012 | Jan Verhaeghe |
| 2013 | Fabienne Cleemput |
| 2014 | Rita Muylaert |
| 2015 | Bernice Knockaert |
| 2016 | Marc Vlassenroot |
| 2017 | Nancy Vermoesen |
| 2024 | Sofie Van Assche |
| 2024 | Sofie Verhofstadt |
| 2025 | Alain Van Langenhove |
Varia[]
- In 2012 werd voor het eerst een mannelijke cantinier gekozen in plaats van een cantinière. Die primeur ging naar Jan Verhaeghe.
- In 2019 bracht 't Es Na Of Noeit het thema “De cantinières van de Veirkemert”.
Redactie[]
Tekst en foto's[]
- Tekst: Sören Delclef - AjoinPedia
- Foto's: