Corum Alostum Imperiale | |
---|---|
![]() Het Corum Alostum Imperiale met Marcel De Bisschop(Foto: Het Aalsterse Volksleven 2, Jos Ghysens) | |
Periode: |
1972-199X |
Leden: |
Frans Wauters, Odilon Mortier, André Dooms, Nicole Schellinck, Gaston Van den Hauwe, William Boulembercq, Petrus De Gols, Daniel Jacobus, Marcel Carlier en Herman Louies |
Het Corum Alostum Imperiale was het koor dat verbonden was aan het Stedelijk Feestcomité. Frans Wauters, Odilon Mortier, Nicole Schellinck en vele andere Feestcomité-leden maakten deel uit van dit koor. Het koor trad aanvankelijk op tijdens het Driekoningenfeest, de prinsenverkiezing en de persconferentie ter inleiding van carnaval. Later was het present op bijna elke gebeurtenis in de stad.
Oprichting[]
De Clochards[]
Frans Wauters, Simon D'Hondt en Gaston Van den Hauwe als Clochards in 1967. (Aalst Karnaval, Jos Ghysens en Karel Baert)
Het Corum Alostum Imperiale kende zijn oorsprong bij de Clochards. Een aantal leden van het Feestcomité (Frans Wauters, Simon D'Hondt en Gaston Van den Hauwe) liepen tijdens de carnavalstoet van 1967 mee als De Clochards. 's Avonds zongen de Clochards in de cafés hun liedjes, waarmee ze de traditie van de gestopte groep de Koleirengeivers verderzetten.
Op de Aalsterse Avond in september 1972 brachten de Clochards hun liedje 'Smartlappen ver Madam' en in 1974 vormden ze de Toeristische Ploosters, met gelijknamig lied. Met de Clochards werd een eerste aanzet gegeven om een zanggroepje vanuit het Feestcomité op te richten. De Clochards groeiden uit tot het Corum Alostum Imperiale, dat het repertoire van de Clochards zou overnemen, zoals o.a. 't Eireken van de Toeristische Ploosters.[1][2]
't Ingelenkoeir[]

't Ingelenkoeir (Foto: MuzikOilsjt)
De oprichting van een echt koor vanuit het Feestcomité gebeurde naar aanleiding van de Bieraffaire. Voor de Jaarbeurs had het Feestcomité een contract afgesloten met Stella Artois, terwijl in het verleden steeds Safir geserveerd werd. Het College van burgemeester en schepenen was echter niet akkoord met de keuze van het Feestcomité, maar deze bleven bij hun beslissing.
Onderweg naar het jaarlijkse banket in zaal Verspaille op 27 augustus 1972, kwamen de leden van het Feestcomité te weten dat ook burgemeester en schepenen aanwezig zouden zijn. Vlug maakte men het liedje 'Klein Stellake' op de toon van 'Klein Kleutertje'. Op het jaarlijks banket beklommen William Boulembercq, Marcel Carlier,Pierre De Gols, André Dooms, Daniël Jacobus, Jean-Marie Lambrechts, Odilon Mortier, Richard Smekens, Gaston Van den Hauwe en Frans Wauters het podium om er hun liedje te brengen.
Klein klein Stellake, wat doet gij op de Foir? Gij gooit er alle brouwers uit en zo verdienen zij geen duit. En Moensjken die zal kijven. En Bisschop die zal slaan. Klein klein Stellake, wat hebt gij toch gedaan (gij hebt dat goed gedaan). (Klein Stellake)
Een week later werd op een vergadering van het Feestcomité het koor officieel opgericht. Hun eerste optreden was op het Driekoningenfeest onder de naam 't Ingelenkoeir. De naam werd later veranderd in het Corum Alostum Imperiale. Er werd ook wel gezegd dat de afkorting CAI stond voor Coor Aalsterse Intellektuelen.[3]
Organisatie[]

Het Corum Alostum Imperiale tijdens de mei-avonden in 1974. Van links naar rechts: Odilon Mortier, André Dooms, Frans Wauters, Nicole Schellinck, Gaston Van den Hauwe, William Boulembercq, Petrus De Gols, Daniel Jacobus, Gustaaf De Stobbeleir (geen lid van het CAI), Marcel Carlier en Herman Louies. (Foto: Het Aalsterse Volksleven 2, Jos Ghysens)
Het Corum Alostum Imperiale bestond uit de oorspronkelijke zangers van het liedje 'Klein Stellake', maar doorheen de tijd werden aanpassingen aangebracht bij het koor. Oorspronkelijk bestond het koor uit 10 mannen, maar na het ontslag van Jean-Marie Lambrechts en Richard Smekens, kwamen er plaatsen vrij voor andere leden. Zo vervoegden o.a. Nicole Schellinck, Herman Louies en Frans Lievens het koor.
Een traditioneel bestuur kende het Corum Alostum Imperiale niet; iedereen werd beschouwd als bestuurder en stond op gelijke voet. Gaston Van den Hauwe en Frans Wauters fungeerden als tekstschrijvers en Odilon Mortier en Daniël Jacobus waren de kapelmeesters, of maatslagers. De voorzangers waren aanvankelijk Daniël Jacobus, Herman Louies en Frans Wauters, maar na de komst van Nicole Schellinck, werd die al snel tot prima donna gepromoveerd.
Het Corum Alostum tijdens de mei-avonden in 1974. (Bron: Lieven Goubert)
Het koor was pluralistisch samengesteld; het was een mengeling van alle politieke strekkingen. Alle leden van het Corum Alostum Imperiale werden ook lid van de Draeckenieren, waardoor deze twee groepen vaak samengingen. Het CAI werd zelfs meermaals als onderafdeling van de Draeckenieren genoemd, al was het koor oorspronkelijk ontstaan uit het Feestcomité.[4][5]
Repertoire[]

(De Voorpost - 28/03/1975)
Het koor bracht zowel eigen liedjes, als liedjes van vroeger. De enige voorwaarde was dat de liedjes in het Aalsters gezongen werden. Hun repertoire bestond uit meer dan 50 liedjes en bij elke gebeurtenis in de stad werd een nieuw liedje gemaakt. De liedjes werden voornamelijk a-capella gebracht.
In 1975 werd tot tweemaal toe een plaat aangekondigd van het CAI, maar de fans van het koor moesten op hun honger blijven zitten.[6][7][8] In 1976 werd nogmaals een plaat aangekondigd door producer Al Van Dam, maar een plaat rond het koor kwam er uiteindelijk niet. Wel werkten ze in 1974 en 1975 mee aan de twee langspeelplaten in de reeks 'Hier Spreekt Men Oilsjters'.
Jaar | Plaat | Lied |
---|---|---|
1974 | Hier Spreekt men Oilsjters | Ballade van de Strontvlieg |
1974 | Hier Spreekt men Oilsjters | Glorie Halleluja |
1975 | Hier Spreekt men Oilsjters 2 | De Doktoers |
1975 | Hier Spreekt men Oilsjters 2 | Sloois |
Corum Alostum Imperiale - Ballade van de Strontvlieg
Repertoire[]
Enkele hits van het koor waren:
Jaar | Titel | Tekst |
---|---|---|
1972 | Het Stellaken | CAI |
1973 | Glorie ver d'Ajoinenstad | Frans Wauters |
1974 | Het Verstooitelinksken van Oilsjt | Frans Wauters |
1974 | Stroidlieken van de Plekkers | CAI |
1974 | De Ballade van de Strontvlieg | Frans Wauters |
1974 | De Teloorgang van de Kastonjevesten | CAI |
1974 | Le fière Lion Flamand | CAI |
1975 | Weir goon nor 't Zjieken | CAI |
1975 | De Vraa | Frans Wauters |
1976 | De Velau | Frans Wauters |
1976 | O Denderbrug | CAI |
1976 | De Doktoers | Frans Wauters |
1977 | Glorie ver d'Ajoinenstad (verkiezingsversie) | Frans Wauters |
1977 | De Falontjesmars/De Oilsjterse Mokskes | Frans Wauters |
1977 | Kommuniebeeldekens | Daniel Jacobus & CAI |
1977 | De Loko's | studentenlied, in 1975 gezongen door Dirk De Nul en de Galante Moilentrekkers |
1977 | Eerste Oilsjterse Sex-plaat/Slois | Frans Wauters |
1978 | De Kooisvraan van 't Stadhoois | Frans Wauters |
1978 | De Keininklijke Pot | Frans Wauters |
1978 | De Friet | Frans Wauters |
1979 | Onze Mert | Frans Wauters |
1979 | Tour de France | Frans Wauters |
1979 | De Sauna | Frans Wauters |
Het Verstooitelinksken van Oilsjt[]

Enkele leden van het koor. (tekeningen: Frans Wauters - 1974)
Bij de gemeenteraadsverkiezingen in 1970 was in de krant een brief van de liberaal Gustaaf De Stobbeleir verschenen, waarbij hij opriep om te stemmen voor de socialist Bert Van Hoorick (B.S.P.). Dit was stof voor Frans Wauters om daar meteen een karikatuur over te maken. In 1971 tekende hij Gustaaf, als engel, die de burgemeesterssjerp aan Bert Van Hoorick, met de plaat Men Ienig Oilsjt als aureool, aanbood.
Na de verkiezingen verliep het vormen van een nieuw stadsbestuur echter zeer moeilijk; aanvankelijk hadden C.V.P. en B.S.P. een akkoord met Bert Van Hoorick als burgemeester, maar de C.V.P. veranderde van gedacht en schoven Marcel De Bisschop naar voor als burgemeester. Uiteindelijk werd Marcel De Bisschop burgemeester en belandde de B.S.P. in de oppositie, na woordbreuk van de christendemocraten.
Naar aanleiding van deze verkiezingen schreef Frans Wauters in 1974 het 'Het Vertooitelinksken van Oilsjt' voor het koor van het Feestcomité.
Den ingel Staafken sprak "'t Is de moment. Albert, stoot op en stapt mor in a schoenen, het volk van Oilsjt wiltj a as president!" (uit het Verstoeitelinksken van Oilsjt)
Glorie ver d'Ajoinenstad[]
Frans Wauters schreef in 1973 het lied 'Glorie ver d'Ajoinenstad' voor het Corum Alostum Imperiale. Nicole Schellinck nam voor dit lied de zang voor haar rekening, met op de achtergrond haar collega's van het CAI.
De tekst van het lied werd een aantal keer aangepast, naar aanleiding van de wisselende Aalsterse toestanden. Zo staat nog andere versie dan de oorspronkelijke op de plaat 'Hier spreekt men Oilsjters' uit 1974 en schreef Frans in 1977 nog een nieuwe versie van het lied, na de gemeenteraadsverkiezingen van 1976.
Lek ied'ren berremiester die zen zelven respecteirt, heit Bisschop zen portret op schilleroi gekommandeird. Den artist in kwesjte is in't dierenschilleren steirk, dus werd da 'n miesterweirk!! (eerste strofe uit Glorie ver d'Ajoinenstad - versie 1973)
De stadskoleiren die zén wit en socialisten roeid. Da sloot de lesten toid den berremiester oit zé loeid. Want door ontbrekt nog é koleir, zu zeit de schaa kadei, das 't geel van de Cee Vee Pee. (eerste strofe uit Glorie ver d'Ajoinenstad - versie 1974)
Marcel De Bisschop die was berremiester zes joor lank, mor ba de leste kiezing sloeg de maan al van de plank. den apoteiker zoi 'In Oilsjt dor zemmen da gewoein, ondank es 's wereld loein'. (eerste strofe uit Glorie ver d'Ajoinenstad - versie 1976)
Corum Alostum Imperiale - Glorie Halleluja (Glorie vér d'Ajoinestad)
Slois[]
De leden van het Corum Alostum Imperiale waren op het idee gekomen om iets te brengen rond 'Ik ben eens naar Sluis geweest', naar het liedje 'Ik ben in Parijs Geweest'. Lucien schellinck, de vader van Nicole die bestuurder was van het busje van het Corum Alostum Imperiale, was op de hoogte van de plannen en besliste om na een optreden in Middelkerke met het CAI naar Sluis te rijden. Het CAI ging er op restaurant, waar ze te horen kregen dat er in dezelfde straat net een seksboetiek geopend werd. Daniël Jacobus en Frans Wauters beslisten om een bezoek te brengen aan de seksshop en schreven er enkele Feestcomité-leden in voor een abonnement voor een seksboekje, die het achteraf na het bezoek van de postbode mochten gaan uitleggen bij hun vrouw.[9] De hele gebeurtenis in Sluis gaf het koor genoeg stof om hun lied 'Sloois' te schrijven, waarbij Frans Wauters de belangrijkste inbreng had. Het lied werd gezongen door Nicole, gesteund door de andere leden van het CAI.
Holland zitj vol miserie. Geloeifde 't ni messchieng? 'k Hem doorvan in koleiren fottos in Sloois gezieng. Dat es in die stad ochiere nen eiremensjenboel. Ze zitten dor zonder klieren, mè twien op iene stoel! (uit Sloois)
De Keininklijke Pot[]
Frans Wauters schreef het lied 'De Keininklijke Pot' naar aanleiding van het bezoek van koning Boudewijn en koningin Fabiola aan Aalst, ter gelegenheid van de 50ste stoet. Hiervoor werd in het stadhuis een speciale kamer ingericht voor het vorstenpaar. Het lied werd gebracht door het Corum Alostum Imperiale op carnavalsmaandag, waarbij ze samen met de Draeckenieren een toiletpot meedroegen in de stoet.[10]
Aal d'ajoinen meigent weiten, 't is 'n ier ver onze stad. Wat dat hier heit opgezeiten is het Keiniklijke Gat. (uit De Keininklijke Pot)

Daniël Jacobus en Gaston Van den Hauwe dragen de Koninklijke Pot, in het bijzijn van de Draeckenieren en het Corum Alostum Imperiale. (Het Aalsterse Volksleven 2, Jos Ghysens)
De Friet[]
Het CAI zong in 1979 het lied 'De Friet', naar aanleiding van een advertentie die in de Aankondiger van 13 december 1978 verschenen was. Het artikel ging over de frituren in Aalst en hun standplaatsen, waarover de frituuruitbaters niet tevreden waren. De zaak werd echter uitgepraat met burgemeester D'Haeseleir, waarop de frietbakkers bloemen stuurden naar de burgemeester en ze ook nog een advertentie lieten verschijnen in de krant. In de advertentie stond een bedankwoord van de burgemeester aan de frietkramers. Op de gemeenteraad vertelde de burgemeester dat hij de advertentie zelf laten plaatsen had.[11] Voor het CAI was dit voldoende om een nieuw lied te maken. De Clochards, die bestonden uit leden van het CAI, verschenen dat jaar ook in de stoet met een groot pak friet voor de burgemeester.
Frit! Frit! Frit! Frit! Wie wiltj nog 'n pakske frit? Frit! Frit! Frit! Hier oit deze mèrremit.(De Friet)
Onze Mert[]
Naar aanleiding van de inhuldiging van de (gedeeltelijke) verkeersvrije Grote Markt op 29 juni 1979, bracht het CAI het lied 'Onze Mert'. Tijdens de feestelijkheden waren toespraken te horen van o.a. Jan De Neve, Marc Galle en Louis D'Haeseleer. Het lint van de vernieuwde Grote Markt werd doorgeknipt door burgemeester D'Haeseleer in het bijzijn van o.a. Albert Verbestel en Prins Enrico Le Clair.
't Is zoei goed te kénnen droeimen, op 'n terraske van de mèrt. Tissen blombakken en boeimen, na 't messchien nog zoemer werd. Onzen beijord speltj 'n lieken oever 'n mèrt zonder geroi. 't Doe zoei goed vér zeinuwzieken, 't stad hei weir 'n rustoeird boi. (Onze Mert)

Enkele leden van het Corum Alostum Imperiale. (tekeningen: Frans Wauters - 1974)
MuzikOilsjt[]

Nicole Schellinck en Bart Marcoen op de voorstelling van de MuzikOilsjt-cd, volume 7. (Foto: MuzikOilsjt - Kirsten Segaert Photography)
Het koor is wel te horen op de langspeelplaten uit de reeks 'Hier Spreekt Men Oilsjters' (1975), maar voor de rest werden er geen liedjes van het koor opgenomen. De liedjes dreigden dus verloren te gaan, aangezien bijna alle koorleden overleden waren.
Michel Van Brempt wou dit niet laten gebeuren en stapte naar Bart Marcoen met het idee om een MuzikOilsjt-cd te maken rond het koor. Nicole Schellinck, één van de oorspronkelijke leden van het koor, werkte intensief mee aan de cd.
De cd 'MuzikOilsjt Volume 7' (2016) stond volledig in het teken van het Corum Alostum Imperiale. Enkele carnavalisten, waaronder Nicole Schellinck, Younes Amri, Christophe Troch en Johnny Marcoen, wekten de liedjes van het koor terug tot leven. In 2017 stond 'MuzikOilsjt' opnieuw in het teken van het Corum Alostum Imperiale met een tweede cd rond dit koor. [12][13][14]

MuzikOilsjt - Volume 7[]
Nr. | Titel | Uitvoerder |
---|---|---|
1 | Glorie Halleluja | Nicole Schellinck en het Corum Alostum Imperiale |
2 | De Ballade van de strontvlieg | Younes Amri |
3 | De vriede moeird | Nicole Schellinck |
4 | Le Fière Lion flammand | Christophe Troch |
5 | Ode aan d’infirmieren | Nicole Schellinck & Dennis De Wolf |
6 | De Kastonjevesten | Nicole Schellinck |
7 | De doktoers | De Porteplumboys |
8 | De Sauna | De Fleksies |
9 | Sloois | Nicole Schellinck |
10 | De Vraa | Nicole Schellinck & Christophe Corthals |
11 | Lena mijn schone | Clark Van Mere |
12 | Ziet ons marsjeiren | Nicole Schellinck & Joeri Mens |
13 | Vliegers hier, vliegers door | Nicole Schellinck & Bart Marcoen |
14 | ’n Boerelieken | Johnny Marcoen |
15 | ‘k zie zu geiren mé stadjen van Oilsjt | Jean-Marie Heyman |

MuzikOilsjt - Volume 8[]
Nr. | Titel | Uitvoerder |
---|---|---|
1 | De Moede | Christophe Corthals & Nicole Schellinck |
2 | Weir Gon Noor 't Zjieken | Dirk Van De Velde |
3 | Stroidlieken van de Plekkers | Dennis De Wolf & Nicole Schellinck |
4 | De Keininklèkke Pot | Hendrik Daelman |
5 | De Velau | De Fleksies |
6 | Manewel De Visser | Loeken Tatjen |
7 | Votjen | Guy Walgraef & Bart De Nijs |
8 | Schoerebeik | Christophe Troch |
9 | Op Mijn Kloeten | Antoine Van der Heyden |
10 | De Krabbers | Joeri Mens & Nicole Schellinck |
11 | In 't Park van Oilsjt | Pascal Solemé |
12 | 't Eireken van de Toeristische Ploosters | Bart De Nijs, Guy Walgraef & Dirk Van De Velde |
13 | Me Moeder was 'n Oilsjtenes | Nicole Schellinck |
14 | De Leste Voil Jeanet | Andy Boeykens |
15 | Boeven De Stad | Johnny Marcoen |
16 | O Denderbrug | Wim Delclef |
17 | Het Edel Kind | Clark Van Mere |
18 | Den Oilsjteneer | Nicole Schellinck |
19 | Oilsjt is een sjikke Stad | Nicole Schellinck, Raf Sidorski, Ronny Eemans, David Bockstael, Chris Boone & Bart Marcoen |
Optredens[]

Corum Alostum Imperiale (27/04/1974 - Gazette van Aelst)
In het begin waren de optredens van het Corum Alostum Imperiale eerder beperkt. Ze waren een drietal keer per jaar te zien; op het Driekoningenfeest, tijdens de persconferentie ter inleiding van carnaval en op de prinsenverkiezing. Gaandeweg groeide het koor uit tot een vaak geziene verschijning op verschillende evenementen.
Tijdens carnaval bezocht het koor, in combinatie met de Clochards en de Draeckenieren, verschillende cafés, waarbij steeds een klein optreden gegeven werd. Het geld dat ze met deze caféoptredens verzamelden, doneerden ze integraal aan gehandicaptenwerk. Op de jaarmarkt was het CAI te zien als straatzangers en ook op verschillende feestjes met sociaal doel, was het koor present. Ze organiseerden de mei-serenades tijdens het Feest van de Arbeid en Rerum Novarum en waren te horen op braderijen, Aalsterse Avonden, carnavalsfeesten en andere festiviteiten.[15][16] Ter gelegenheid van hun 5-jarige bestaan bracht het koor "Genoveva van Brabant', een pantomime waarbij de tekst op muziek werd gezet.

Het Corum Alostum Imperiale op televisie in 1974. (Bron: MuzikOilsjt - Foto: Herman Louies, die niet aanwezig kon zijn bij de televisieopnames)
Het hoogtepunt was het televisieoptreden in 1973. Ter gelegenheid van de aanduiding van het carnavalslied van de Lage Landen, mocht het koor optreden in Knokke. Samen met de Betekoppen uit Sas van Gent fungeerden ze als achtergrondkoor bij de verschillende optredens. Het programma was een co-productie van de BRT en de VARA, waardoor het zowel in België als Nederland uitgezonden werd. Hierna volgden nog verschillende optredens in binnen- en buitenland, waaronder in Oostenrijk, de Vogezen en Sluis (1975), en kwamen er nog optredens voor de BRT-radio en televisie (1974).
Zo was het CAI op 22 mei 1974 te zien op televisie tijdens de quiz 'Wie Weet Wint'. Het koor was onderdeel van één van de vragen; na het brengen van hun lied 'Op de Vesten', werd aan de kandidaten gevraagd in welk dialect het lied gezongen werd.[17][18]

(De Voorpost - 27/06/1980)
Op van de Paardezitting van de Draeckenieren in 1975 zong het koor twee liedjes in het teken van de rivaliteit tussen Aalst en Dendermonde. 'In 't Derp van Deiremonne' (tekst: Frans Wauters) en 'Dag Dender en dag Monde' (Tekst: Pol De Paepe).[19][20]
Ni veir van Oilsjt, de sjieke stad, da goon der woinig weiten. Leit'n onoeizel boeregat, verloren en vergeiten. Most 't weirm woter ni bestoon en 't poer ni oitgevonnen. Ten werd da zeikerst noeit gedoon in 't derp van Deiremonne. (Uit In 't Derp van Deiremonne)
Tijdens de Verkiezing van de Cantinière van de Oude Garde bracht het CAI de Falontjesmars of De Oiljsjterse Mokskes in '77. Dat jaar vervoegde Marcel De Bisschop ook eenmalig het koor tijdens een optreden op de Pikkelingfeesten in Meldert.

1977: Het Corum Alostum Imperiale op de verkiezing van de cantinière van De Oude Garde in Salons Verspaille. (Het Aalsterse Volksleven 2, Jos Ghysens - Foto: J. Muylaert)

1977: optreden op de Pikkelingfeesten, met Marcel De Bisschop (helemaal links met muts). (Bron: http://madeinaalst.be - Collectie André Schollaert)
Het optreden tijdens de carnavalsdagen zelf werd een paar jaar overgeslagen, maar in 1979 traden ze weer op in enkele café's met hun liedje FRIET. Tijdens de Aalsterse Avond in 1979 stalen ze de show met hun lied 'De Sauna' dat ze in aangepast tenue brachten.[21]

Het CAI met de Sauna op de Aalsterse Avond in 1979 (Het Aalsters Volksleven 2, Jos Ghysens)

(De Voorpost - 31/10/1980)
In 1980 baatte het CAI gedurende 2 dagen café 't Landhuis uit en organiseerden ze er een café chantant. Hiermee wilden ze terugkeren naar de tijd van vroeger; er werden liedjes gezongen uit de periode 1900-1914 en 't Landhuis werd aangekleed volgens de sfeer van vroeger.[22][23]
In 1981 wilde het CAI een tentoonstelling organiseren in het Belfort, maar dit werd niet toegestaan door het Stadsbestuur.[24] Op de Aalsterse Avond van 1984 was het CAI de grote afwezige, maar het koor bleef optreden tot begin de jaren '90.[25]
Bronnen[]
- ↑ De Voorpost, 22 maart 1974
- ↑ De Voorpost, 29 maart 1974
- ↑ Aalst Karnaval, Jos Ghysens & Karel Baert
- ↑ Het Gele Boekje, 1981
- ↑ De Voorpost, 16 januari 1976
- ↑ De Voorpost, 17 januari 1975
- ↑ De Voorpost, 7 februari 1975
- ↑ De Voorpost, 29 augustus 1975
- ↑ Oilsjt Mjoezik, Uitzending 'Laaif op Verplosjing' (24 januari 2018)
- ↑ De Voorpost, 10 februari 1978
- ↑ De Voorpost, 9 maart 1979
- ↑ Het Laatste Nieuws, 24 september 2016
- ↑ Het Nieuwsblad, 19 september 2015
- ↑ MuzikOilsjt, http://muzikoilsjt.wordpress.com/
- ↑ De Voorpost, 3 mei 1974
- ↑ De Gazet van Aalst, 27 april 1974
- ↑ Het Aalsters Volksleven 2, Jos Ghysens
- ↑ De Voorpost, 31 mei 1974
- ↑ De Voorpost, 9 mei 1975
- ↑ De Voorpost, 23 mei 1975
- ↑ De Voorpost, 31 augustus 1979
- ↑ De Voorpost, 31 oktober 1980
- ↑ De Voorpost, 24 oktober 1980
- ↑ De Voorpost, 27 november 1981
- ↑ De Voorpost, 7 september 1984