De Kaloeterskabassen Ltd (ook de schrijfwijze Kaloeterkabassen Ltd werd af en toe gehanteerd) was een Aalsterse carnavalsgroep, die in de jaren '60 en '70 tot de topgroepen van Aalst behoorde. De groep, die aangestuurd werd door Karel De Naeyer, stond bekend voor haar ludieke thema's en bewegende onderdelen op de wagen. In 1983 ging de groep voor het laatst mee in de categorie van de grote groepen, om daarna met minder ambities mee te gaan als losse groep en kleine groep. Ze zouden hun laatste stoet lopen in 1987.
Jeugdheem Teeny
De Kaloeterskabassen ontstonden vanuit jeugdclub Teeny. De leden van de groep liepen in 1967 al in de stoet, maar toen was dit met de groep 'Jeugdheem Teeny' in de categorie 'wagengroepen met muziek'. Ze brachten dat jaar een parodie op het stripalbum 'Op het eiland Amoras' uit de reeks 'Suske en Wiske'. Ze beeldden o.a. Sus Antigoon en Jef Blaaskop, gekende figuren uit het album, uit in de stoet. Voor de hongerigen namen ze 2 broden van 7kg en 300 trippen mee. De groep kende succes, want ze behaalden de 1ste prijs met bijzondere vermelding.
In 1967 zou Jeugdheem Teeny voor het laatst deelgenomen hebben aan de stoet. Enkele leden van de groep wilden echter verder gaan, waarop ze De Kaloeterskabassen oprichtten. Op een paar uitzonderingen na, waren alle leden van de groep op één of andere manier familie van elkaar. In de kranten werden ze ook de nazaten van De Gesdoikers genoemd, omdat Cherie D'haeseleer (ex-lid van De Gesdoikers) deel uitmaakte van de groep en beschouwd werd als hun stamvader. De Kaloeterskabassen bestond bij oprichting uit een 20-tal leden, waarvan vooral Karel De Naeyer, Jozef De Naeyer, Daniel D'haeseleer (zoon van Cherie D'haeseleer) en Maurice Van Oudenhove de actieve kern vormden.
De naam Kaloeterskabassen verwijst naar het woord kaloeter, wat een klein pittig Aalsters broekventje is, dat er steeds vanuit gaat dat alles wel 'in de kabas' zal komen. Zo kwamen ze tot de naam De Kaloeterskabassen. Om origineel te zijn voegden ze de afkorting Ltd toe aan hun naam, verwijzend naar de Engelse term Limited. Ltd is een vennootschapsvorm, vergelijkbaar met de Belgische naamloze vennootschap, die door bijna alle grote Engelse bedrijven gebruikt werd. Of wou men het de journalisten moeilijk maken? Of verwees het naar de beperkte ruimte van een kabas, waar men met veel goeie wil een kaloeterke in kon stoppen?
De groep had geen voorzitter, secretaris of penningmeester. Iedereen was lid én deel van het bestuur. Wie een pint betaalde, werd automatisch voorzitter tot wanneer iemand anders hetzelfde deed. Elke Kaloeterkabas was zo elk jaar ten minste 10 keer voorzitter. Karel De Naeyer was echter het grote brein achter de groep en fungeerde meestal als woordvoerder. De groep sloot zich aan bij het Aalsters Karnaval Verbond en vaardigde Daniel D'haeseleer af naar het besuur van het AKV. In 1969 besliste Daniel echter om de groep te verlaten, wat een grote klap was voor De Kaloeterskabassen. Later zou Daniel de groep echter opnieuw vervoegen.[1][2]
Brand
De Kaloeterskabassen debuteerden in 1968 in de stoet met De Vogelhandelaar. Ze wonnen de 1e prijs met gelukwensen van de jury binnen de categorie van de Aalsterse groepen met praalwagen. In die tijd was het prijzensysteem anders dan nu. Verschillende groepen konden de 1ste prijs winnen, zo moesten De Kaloeterskabassen hun '1e prijs met gelukwensen van de jury' delen met De Galante Moilentrekkers, Universitas, Lotjonslos en De Platzakken. Enkel Den Blok Ondereen deed het toen beter met de '1e prijs met bijzondere gelukwensen van de jury'. Het jaar erop zouden De Kaloeterskabassen bevestigen met het thema 'Obelix en Asterix'. Als enige groep konden ze de '1e prijs met bijzondere gelukwensen van de jury' winnen. Hiermee klopten ze meteen enkele gevestigde groepen als Universitas, De Platzakken, De Gentlemens en Lotjonslos.
In 1970 had de groep echter met pech af te rekenen. De zaterdag voor Aalst Carnaval vatte de wagen van De Kaloeterskabassen vuur tijdens het lassen. Achteraf gezien, had dit veel erger kunnen aflopen. De lasser zat in de wagen en de enige uitweg was een gat van 50 cm doorsnede. Enkele seconden voor er geen uitweg meer was, kon de lasser zich gelukkig nog naar buiten wringen. Zo zagen De Kaloeterskabassen de dag voor Aalst Carnaval 4 maanden werk bijna volledig in vlammen opgaan. De groep kon meteen rekenen op solidariteit van het Feestcomité en de andere carnavalsgroepen. Een 50-tal carnavalisten, waaronder ook leden van concurrent Lotjonslos, boden bereidwillig hulp aan en zorgden er mee voor dat de wagen deels heropgebouwd werd. De technieken die oorspronkelijk in de wagen zaten, konden niet meer hersteld worden, maar De Kaloeterskabassen wonnen dat jaar toch nog de 1e prijs.
Toen de stad Aalst besloot om haar feestzaal (de Couverture) in 1971 te verhuren, moesten heel wat Aalsterse carnavalsgroepen op zoek naar een nieuwe locatie voor het bouwen van hun wagen. De feestzaal stond toen immers ook ter beschikking van de carnavalsgroepen. De Kaloeterskabassen vonden onderdak op de leegstaande terreinen van de landbouwersvereniging Redt U Zelven in de Vilanderstraat, waar ook De Flieramoizen, De Wringereirs en De Lodderoeigen hun wagens bouwden.[3]
Pompier
In 1973 brachten De Kaloeterskabassen het thema 'Comedy Capers', waarbij ze enkele figuren uit het gelijkaardige televisieprogramma uitbeeldden in de stoet. Zo herkenden de toeschouwers Charly Chaplin, Laurel & Hardy en The Keystone Cops in de stoet. Voor de uitbeelding van The Keystone Cops gebruikten De Kaloeterskabassen een brandweerwagen. Daarmee zouden ze de allereerste carnavalsgroep zijn die een 'pompierwagen' had in Aalst. Een aantal leden van de groep was bij de Stedelijke Vrije Brandweer Aalst en in ruil voor het herspuiten van een andere brandweerwagen hadden ze een ouder exemplaar gekregen voor hun carnavalsgroep. Deze brandweerwagen van het merk Austin was een omgebouwde ambulance van het Engelse leger, die na de Tweede Wereldoorlog doorverkocht werd. De wagen werd door de brandweer de 'Louis De Rycke' genoemd, naar een gesneuvelde brandweerman in de begindagen van de Tweede Wereldoorlog.
De Keystone Cops van De Kaloeterskabassen lagen in de stoet van '73 op planken met wieltjes en werden zo voortgetrokken door de brandweerwagen, die tegen 10 km/u door de Aalsterse straten reed. Op de Grote Markt wilden De Kaloeterskabassen alles geven en begon de brandweerwagen plots 30 km/u te rijden, waardoor één van De Keystone Cops uit de bocht vloog en onder de tribune terecht kwam. Na de stoet stonden de Kaloeters die dienst deden als agent vol blauwe plekken en schaafwonden.
De brandweerwagen van De Kaloeterskabassen werd omgedoopt tot 'Lowie', naar de naam die door de brandweer gebruikt werd, en bleef nog enkele jaren eigendom van de groep. Op een dag besliste men echter om de carrosserie eraf te slijpen, waarna hij niet meer gebruikt werd en door de groep werd afgedankt.[4]
De Kaloeterskabassen vs. LOL en De Brikaljongs
De Kaloeterskabassen groeide uit tot één van de bekendste groepen uit de Aalsterse carnavalsstoet. Elk jaar werd het een spannende strijd om de eerste plaats met Lotjonslos en later ook De Brikaljongs. De Kaloeterskabassen bracht elk jaar een mooi uitgewerkte wagen, met heel wat technieken in verwerkt. Deze technieken werden het handelsmerk van de groep.
Om inkomsten te vergaren, nam de groep ook deel aan stoeten buiten Aalst. Zo waren ze o.a. te zien in Ninove, Lede, Sint-Gillis-Dendermonde en Mortsel. In 1978 werd echter, onder impuls van Kamiel Sergant, het Aalsters Karnaval Verbond en het Feestcomité, beslist dat de Aalsterse groepen niet meer mochten deelnemen aan andere carnavalsstoeten. Voor De Kaloeterskabassen was dit een groot verlies van inkomsten, waardoor ze niet tevreden waren met de beslissing. Ze zouden zich echter wel schikken naar het verbod, maar vreesde dat ze door de nieuwe regel niet langer de kwaliteit zouden kunnen brengen, dan wat men van hen gewoon was. De regel zou in 1979 opnieuw afgeschaft worden, maar Karel De Naeyer had toen al stappen ondernomen om een eigen carnavalsverbond op te richten als alternatief voor het AKV: Alles Voor Karnaval. Op 3 november 1980 ging een eerste vergadering van het nieuwe verbond door. Naast De Kaloeterskabassen sloten ook De Gaa Lowies, De Pikante Kastaars, Niks Weert, De Moikes, Aaft Ons Vast en Schiefregt'Oever aan. De carnavalsgroepen van het AVK wilden blijven verder werken in de Fiberfleet-werkhallen, terwijl de andere groepen verhuisden naar De Couverture.
Omdat De Kaloeterskabassen, na het verbod op het deelnemen aan stoeten buiten Aalst, op zoek moesten gaan naar andere inkomsten, organiseerden ze in 1979 het 1ste Kaloeterweekend georganiseerd. Op zaterdag en zondag was er barbecue met discobar. Op zaterdag bracht de Koninkijke Fanfare Ste.-Cecilia van Meldert een optreden, alvorens de discobar startte.
Afbouw
In de jaren '80 mikte De Kaloeterskabassen minder hoog, omdat ze zich niet konden vinden in de nieuwe trend van de steeds groter wordende carnavalswagens. Bovendien werd de harde kern van de groep ook een jaartje ouder. Ze zouden daarom niet meer meedingen voor de 1ste plaats, maar eerder deelnemen voor het carnaval vieren op zich.
In 1984 besliste de groep om zich niet officieel in te schrijven voor de stoet en als losse groep mee te gaan. Hiermee spiegelde ze zich aan groepen als Noig en Van 't Halverdroi Donker, die een officiële deelname ook afwisselden met een losse deelname. Hierdoor konden ze beter inspelen op de actualiteit. Ze kozen dat jaar als thema voor het zwarte geld van Willy De Clercq. In 1984 organiseerde minister van Financiën Willy de Clercq de operatie 'fiscale zekerheid', waardoor bij de repatriëring van 'zwart' geld geen vragen gesteld werden als aan een paar voorwaarden werd voldaan. Zo gingen ze zonder stress in de stoet en toonden aan de Aalstenaars hoe ze zwart geld wit moesten wassen. Zoals men van De Kaloeterskabassen gewoon was, bevatte hun wagentje opnieuw bewegende onderdelen. Hun kostuum stelde een zeeptobben voor.
In 1985 kregen de groepen uit de Fiberfleet te horen dat ze de werkhallen moesten verlaten, omdat deze eigendom geworden waren van het OCMW. Dat jaar hadden De Kaloeterskabassen opnieuw officieel deelgenomen aan de stoet, maar dan bij de categorie van de groepen zonder praalwagen. Voor een niewe officiële deelname was het wachten tot in 1987, maar dit was niet echt een groot succes. Ze eindigden als 31e bij de kleine groepen. In het Aalsters Carnavalsboek van DAK staat hierover het volgende te lezen: "Jammer was dat de eens zo beroemde en toonaangevende Kaloeterskabassen nu een nietszeggend gezelschap vormden, dat wellicht beter als losse, niet ingeschreven groep was aangetreden." Het zou de laatste officiële deelname worden van De Kaloeterskabassen.[5][6][7]
Thema's
Overzicht
Jaar | Thema | Categorie | Resultaat |
---|---|---|---|
1968 | De Vogelhandelaar | Aalsterse groepen - groepen met wagen | 1e prijs met gelukwensen van de jury |
1969 | Obelix en Asterix in civitate Alosta | Aalsterse groepen - komische groepen met wagen en muziek | 1e prijs met bijzondere gelukwensen van de jury |
1970 | Gemeenteverschrikkingen | Aalsterse groepen - groepen met wagen | 1e prijs |
1971 | Duizendpotus carnavalestus Alostianensis | Buiten wedstrijd | bijzondere vermelding voor techniek |
1972 | Kaloeterskabassenkarnaval | Buiten wedstrijd | gelukwensen van de jury |
1973 | Filmmuseum van de schaterlach of Comedy Capers | Buiten wedstrijd | gelukwensen van de jury en toekenning van de carnavalprijs 1973 |
1974 | Klaas (Claes) Vaak en de Oliesjeikszaak | Groepen met praalwagen | 2e op 31 groepen |
1975 | Toid te woinig vér Karnaval | Groepen met praalwagen | 2e op 33 groepen |
1976 | Alles in 't dobbel | Groepen met praalwagen | 2e op 34 groepen |
1977 | De groeite prois van Oilsjt - Heldraivers rees | Groepen met praalwagen | 2e op 29 groepen |
1978 | Horen, zien en zwijgen of Egmontalia '78 | Groepen met praalwagen | 1e op 27 groepen |
1979 | Van a 1, a 2, a droi | Groepen met praalwagen | 1e op 24 groepen |
1980 | Voesj me de koesj | Groepen met praalwagen | 2e op 28 groepen |
1981 | Na gommen ne gank: Terminus Katastrofal | Groepen met praalwagen | 3e op 33 groepen |
1982 | Gendarm Economics Comedy '82 | Groepen met praalwagen | 4e op 28 groepen |
1983 | Oeuf à la Russe | Groepen met praalwagen | 5e op 34 groepen |
1985 | Hij Komt,Hij Komt, Wij Zijn Er Al | Groepen zonder praalwagen | 14e op 25 groepen |
1987 | thema onbekend | Kleine groepen | 31e op 36 groepen |
Thema's per jaar
1968: Vogelhandelaar
Oilsjt is een schone stad, daar vindt ge van alles wat... En ook een aloude vogelmarkt met pitjesvogelkes en vogelhandelaars. Een typisch Aalsters tafereel. Een zoetgevooisd karnavalgekweel.[8]
In hun eerste jaar als De Kaloeterskabassen koos de groep voor de Aalsterse vogelmarkt als thema. De leden van de groep liepen in de stoet met een gouden vogelkooi op hun hoofd, die ook terug te vinden was op hun wagen. Op de Grote Markt lieten ze 60 witte duiven los.[9]
1969: Obelix en Asterix in civitate Alosta
De Kaloeterskabassen brengen strijd, liefde, kracht, magie, verbeelding, tekenfilm, plezier, praal en pracht voor oud en jong. Een <<Wereldpremière>> van de zo gekende lievelingsfiguren van gans het publiek.[10]
Het thema van De Kaloeterskabassen draaide in 1969 rond de stripfiguren Asterix en Obelix. Op hun wagen stond een grote Obelix, op wiens hand Asterix zat. Om Obelix te maken had de groep 36 m³ isomo nodig.
1970: Gemeenteverschrikkingen
Humor rondom de gemeenteverkiezingen 1970. Aalst - Karnaval - Humor - Verschrikkingen - Demonen - Vuur - Draken - af of niet gerealiseerde bouwwerken - het kabinet van de burgemeester - een aanval? een toeval? een meevaller? Stem zelf voor uw gemintjeverschrikkingen 1970.[11]
In 1970 brachten De Kaloeterskabassen een parodie op de gemeenteraadsverkiezingen. Ze stelden de verkiezingen voor als een vierkoppige draak, waarbij elke kop symbool stond voor een politieke partij, die het kabinet (uitgebeeld als toilet) van burgemeester Blancquart bedreigde. Elke kop van de draak zou kunnen bewegen. Marcel De Bisschop, Bert Van Hoorick, Gaston Van den Eede en Frans De Broe kregen elk een kop op de draak. Het lichaam van de draak bestond uit 6000 glinsterende metalen schubben. De Kaloeterskabassen hadden dat jaar echter met pech af te rekenen; de zaterdag voor Aalst Carnaval vatte hun wagen vuur. De wagen brandde volledig uit en solidaire carnavalisten, waaronder de leden van 'rivaal' Lotjonslos, probeerden de wagen te herbouwen. Dit was niet meer helemaal mogelijk, maar na de stoet werden De Kaloeterskabassen alsnog als 1ste geklasseerd. In de stoet droegen ze een plakkaat mee, waarop het volgende te lezen stond: "-Brand 70- Wer emmen sjans dat onze kop der ni op stond of hij was auk verbrand!'
Eenen kleurrijken optocht en de verheerlijking van eenen aloude, nooit genoeg volprezen drijdaaghsen ommeganck door onze aloude Aalsterse, karnavaleske, culturele, met karnaval economisch sterstaende, toeristische en humoristische stede. Motief: En kommentaar vandaug nie... 't es meiren, mè onzen doeizedpoeit!!![12]
De Kaloeterskabassen maakten een 40 meter lange duizendpoot om mee in de stoet te gaan.
Met muziek en dans, Kaloeterskabassenzwans, clowns en echte Voil Jeannet, ne clown me nen trompet en een giel klein kinjekoesj, spele men karnaval, dattiederien nog lank ontaven zal. Bleift ni zitten achter annen Teevee, Met karnaval viert iederien met de Kaloeterskabassen mei![13]
De wagen van De Kaloeterskabassen was 9,3 meter lang en 4 meter hoog. Twee grote clowns in isomo waren de eyecatchers.
1973: Filmmuseum van de schaterlach of Comedy Capers
In 1973 kozen de Kaloeterskabassen voor de uitbeelding van het televisieprogramma Comedy Capers. Blikvangers in de stoet waren Charly Chaplin, Laurel & Hardy en De Keystone Cops. Op de wagen trok een ronddraaiende Charlie Chaplin en het duo 'Lauren & Hardy' de aandacht. Elk lid van de groep beeldde een personage uit het televisieprogramma uit: Charly Chaplin, Buffalo Bill en Laurel & Hardy (vertolkt door Jozef De Naeyer en Jacques Liebaut). Een tiental leden van de groep vormden De Keystone Cops. Ze lagen op planken met wieltjes, die voortgetrokken werd door een pompierwagen. De afspraak was dat de wagen maximum 10 km/u zou rijden, maar op de Grote Markt wilden ze een demonstratie geven en reed de wagen 30 km/u. Hierdoor moest één van de leden lossen en belandde onder de tribune. Het optreden werd gesmaakt en het Feestcomité vroeg nog een bisnummertje, al was dat dan wel tegen 10 km/u.
1974: Klaas (Claes) Vaak en de Oliesjeikszaak
De Kaloeterskabassen beeldden in 1974 de oliecrisis uit en hadden daarbij een hoofdrol weggelegd voor minister Willy Claes, die alles in het werk stelde om olie los te krijgen van de twijfelende oliesjeiks. De wagen bestond uit drie bewegende elementen. De wagen werd uitgetekend door Urbain Schreyen, die eveneens publiciteitsmateriaal als vlaggetjes en stickers maakte.
Zaterdag, zondag, maandag, dinsdag tot... woensdagmorgen, alleen maar karnavalzorgen, alleen maar zorgen voor dagen vol Kaloeterskabassenplezier. Clows, uurwerken, grapjassen, die de tijd willen stilleggen, humoristen die tot iedereen zegge: viert mee, zing, dans en drinkt, wij zorgen ervoor dat het stopsein niet weerklinkt. Hieren, 't es toid; Dames, 't es toid ver karnaval te vieren.[14]
1976: Alles in't dobbel
Omdat elke carnavalist graag een pintje dronk, beslisten De Kaloeterskabassen om in 1976 alles in het dubbel te doen.
1977: De groeite prois van Oilsjt - Heldraivers rees
De Kaloeterskabassen hadden al snel een onderwerp voor carnaval 1977, maar toen ze vernamen dat onderdelen van hun ontwerp ook door bij andere groepen zouden voorkomen, besloten ze om alles nog te hertekenen en hererken. De leden van De Kaloeterskabassen vonden al die autoraces een beestige boel, waardoor ze in de stoet met een dierenplunje rondliepen. Alle diersoorten waren aanwezig: de vos, de haan, de kikker, het varken, de eend, enz. Ze vormden een stoet in de stoet, met Donald Duck op kop. Daarachter kwam een wagen met de te winnen prijzen en een paar automonteurs. Daarna volgden de autopiloten, gevolgd door een berggeit en een verpleegster. Een slak symboliseerde een takelwagen. Als laatste brachten ze een hulde aan Gust Van der Stock. Het hoogste punt van de wagen was zes en een halve meter. In totaal was de groep 60 meter lang. Bij het opdraaien van de Grote Markt waren De Kaloeterskabassen in de nadarafsluiting blijven hangen.
1978: Horen, zien en zwijgen of Egmontalia '78
De politieke B(elgische) REL met Egmontallures gezien door een Aalsterse carnavaleske bril. De verzameling van de politieke bbbrr(rel)ll-schippers zal aanwezig zijn op de wagen. Zegden reeds hun vaste medewerking toe: Tindemans in de rol van ZIENER, Claes in de rol van HOORDER, en Schiltz in de rol van ZWIJGER. Zwijg, er komen er nog: Nols speelt tandarts in de Vlaamse zak, Jaaksken Brrrelll speelt de rol van Waalse Egmontbeul en wie komt er waarschijnlijk nog? Egmont zelf, de nodige beulen en kleine Vlaamse Leeuwekes en wie nog? Wie nog? Raad eens? Zij, zij komen ook...[15]
De Kaloeterskabassen beeldden in 1978 een thema uit de nationale politiek uit: het Egmontpact, waarbij België zou omgevormd worden naar een federale staat en de verhoudingen tussen de taalgemeenschappen geregeld zouden worden. Door de val van de regering kon de uitvoering van het Egmontpact echter niet doorgaan. De Kaloeterskabassen plaatsten enkele politici op hun wagen, met een verwijzing naar 'horen, zien en zwijgen'. Leo Tindemans werd de ziener, Lode Claes de hoorder en Hugo Schiltz werd de zwijger. De wagen was opnieuw een technisch hoogstandje; op de 26 meter lange wagen stonden zes bewegende onderdelen, die elektronisch en pneumatisch aangedreven werden.[16]
1979: Van a 1, a 2 en a droi
Het thema van De Kaloeterskabassen draaide in 1979 rond de figuur Leo Tindemans, die na 2 termijnen aan het hoofd van de Belgische regering, nu mikte op een Europese post. In het eerste deel van de wagen werd Tindemans weergegeven als temmer van zijn regering, met een dreigende ontslagrol in de hand. In het tweede deel dirigeerde hij het koor van zijn ministers en in het laatste deel was hij een Duitse adelaar en koos hij voor de vlucht naar Europa. De leden van de groep beeldden toekomstige Europese ministers uit, die als geldwolven onze welvaart en welzijn zouden bepalen. Aan het publiek deelden ze Euroknaten van de Centrale Bank van de Dikke Bezze uit.[17]
1980: Voesj me de koesj
Een thema en boodschap heet van de naald. De laatste maanden is het echte carnavaleske wel eens tot onder 't nulpunt gedaald. Zonder te zagen of te willen preken met de ruzies, de vriendschap en de positieve carnavalpunten even de Aalsterse draak steken. Voesj mè de koesj de karnavalfamilie Klepkes op rois mor binnen en boiten Oilsjt. In ieder hoishaven ester insj rizje en ambras mor wor dazze saumenweirken kroigde carnaval mè klas.[18]
Met 'Voesj me de koesj' beeldden De Kaloeterskabassen de Aalsterse carnavalstoestanden van de laatste 6 maanden uit. Op de wagen zaten Kamiel Sergant en Marcel De Bisschop als twee kleine kinderen in een grote kinderwagen. Deze kinderkoets werd voortgeduwd door Frans Wauters en Simon D'Hondt. Achter stonden Prins Carnaval Paul De Wever en de Bloemenfee, voorgesteld als boerenmatot. Als laatste zat een oude man op de wagen in een papieren bootje, die de carnavalist van de oude garde symboliseerde.[19]
1981: Na gommen ne gank: Terminus Katastrofal
Daar we allemaal (?) moeten inleveren, gaan de Kaloeterskabassen op de vliegkiptoer met de deficitaire maatschappij Vabena naar de Terminus Katastrofal. Parmantige doorgewinterde Kaloeter-Air-Hostessen met alles d'er op en d'er aan begeleiden, soigneren, vertroetelen alle ministers en partijbonzen op hun mini-carnavaltrip door Aalst. De maatschappij Vabena-Belgica kocht met onze centen een nieuw vliegkippetje en nog steeds met onze centen vliegen al die dikke nekken gratis en werden de uniformen van de hostessen wat aangepast aan de nieuwe mode. Breng geld mee naar de stoet zodat ook gij kunt helpen <<inleveren>>. Martens en Co, de syndicaten, de Vabena-Belgica, 't stad en zelfs de Kaloeterairhostessen hebben uw inleveringsbijdrage hard nodig.[20][21]
1982: Gendarm Economica Comedy '82
De Kaloeterskabassen beeldden de rijkswacht uit. Ze droegen kleurrijke kostuums en een kolenemmer op hun hoofd.
1983: Oeuf à la Russe
In 1983 brachten De Kaloeterskabassen een parodie op het gasconflict tussen Ronald Reagan en Brezjnev. Vooraan op de wagen zat Reagan in een grote pan eitjes te klutsen. De eitjes symboliseerden de 4 staten van de EEG die hij het meest geambeteerd had: Frankrijk, Italië, Engeland en Duitsland. Achter Reagan zat Bresjnev op een grote Russische kachel, die met een gaspijp in het achterwerk van Reagan stak. De Kaloeterskabassen zorgden ervoor dat het achterwerk van Reagon kon opzwellen, telkens Bresjnev erin stak. Tussen Reagan en Bresjnev zat Lech Walesa gekneld. Via een ingenieus buizensysteem verspreidde de wagen van De Kaloeterskabassen gekleurde rook. Het kostuum van De Kaloerkabassen was een parodie op een Russisch kozakkenkostuum, maar dan gemaakt in de stof van een gevangenisplunje en met tralies voor de ogen.[22]
1985: Hij Komt,Hij Komt, Wij Zijn Er Al
1987: thema onbekend
De groep stond niet vermeld in het officiële carnavalsprogramma, waardoor er ook geen tham terug te vinden is.
Varia
- De brand van de wagen van de Kaloeterskabassen in 1970 inspireerde Odilon Mortier bij het schrijven van het lied 'Men Ienig Oilsjt'. Hij dacht op Aswoensdag terug aan de brand en schreef op een blad 'Al mokemen onderien riezj' of krakiel. As 't er op oonkomt trekkemen on 't zelste zjiel'. Zo begon Odilon aan zijn meest gekende liedje.
- In 1976 hadden De Kaloeterskabassen met Jacques Liebaut een kandidaat Bierprins. François Van Oost won echter dat jaar de verkiezing.
- Tijdens de prijsuitreiking in 1976 overhandigde Karel De Naeyer een kleurrijke kaloeterpop aan Henri Van de Perre. Hij stak er ook een speech af, waarin hij de carnavalisten bedankte voor hun inzet en de toekomstige gemeentraadsleden van Groot Aalst opriep om ervoor te zorgen dat de fusie der gemeenten geen rem zou betekenen op het Aalsterse carnaval.[23]
- In 1978 brachten De Kaloeterskabassen een sticker uit van een huilende leeuw met kiespijn, een verwijzing naar hun thema. De sticker was te verkrijgen voor 20 Belgische frank (0,49 euro).
- Michel Cleemput was in 1978 Prins Carnaval geworden met zijn Muppetshow. De dierenkoppen die in zijn show gebruikt werden, haalde hij van bij De Kaloeterskabassen.[24]
- De Kaloeterskabassen en De Destereers verbroederden in 1978 na hun werkzaamheden in de Fiberfleet in 't Zandputteke.
- De Kaloeterskabassen wonnen eind 1979 het kwistornooi van de dekenij Koolstraat. Ze gingen De Sjiepeerekes, De Lodderoeigen, De Kornissesloipers, De Matotten, Schiefregt'Oever en De Klodderonnen vooraf.
- Voor de expo 'De Tijd van Carnaval' in het Oud Hospitaal in 1979 leende Karel De Naeyer 2 paardjes van de wagen uit 1978 uit aan de organisatoren. Ook het kostuum 1978 (thema: Egmontalia) was te bezichtigen op de tentoonstelling.
- Tijdens de zomermaanden van 1986 werd de tentoonstelling 'Vasteloaved in Oilsjt' in de kelder van het Belfort georganiseerd. Karel De Naeyer leende voor de tentoonstelling zijn kostuum van het thema Egmontalia (1978) uit aan de organisatoren.
- Het lokaal van De Kaloeterskabassen was aanvankelijk in café 't Landhuis bij Remy Buys op de Grote Markt. Eind de jaren '70 zou dit café De Gaadvis in het Rozemarijnstraatje worden.
- De Kaloeterskabassen was de eerste carnavalsgroep van Eddy Van Gijsegem, die in 1984 Prins Carnaval van Aalst zou worden.
- In 2014 ging de tentoonstelling 'Schatten op de carnavalszolder' door in het Stedelijk Museum van Aalst. Op de tentoonstelling werd o.a. het kostuum van De Kaloeterskabassen uit 1973 tentoon gesteld.
Redactie
Tekst en foto's
- Tekst: Sören Delclef - AjoinPedia
- Foto's: Aalsters Karnavalsboek 1975-1985 (DAK), De Voorpost, Dirk De Pauw, Chris De Naeyer, Christel Moens, Lieven Goubert, Luc De Decker, Nieuwe Gazet van Aalst, Stadsarchief Aalst
Bronnen
- ↑ Voor Allen, 3 januari 1970
- ↑ De Voorpost, 25 januari 1974
- ↑ De Voorpost, 18 februari 1977
- ↑ Carnavalaalstkoentje, https://carnavalaalstkoentje.blogspot.com/
- ↑ Aalsters Karnavalboek 1986 - 1990, DAK
- ↑ De Voorpost, 9 maart 1984
- ↑ De Voorpost, 7 november 1980
- ↑ Voor Allen, 24 februari 1968
- ↑ Voor Allen, 2 maart 1968
- ↑ De Gazet van Aalst, 15 februari 1969
- ↑ Voor Allen, 31 januari 1970
- ↑ De Gazet van Aalst, 30 januari 1971
- ↑ Voor Allen, 12 februari 1972
- ↑ Voor Allen, 31 januari 1975
- ↑ Voor Allen, 27 januari 1978
- ↑ De Voorpost, 20 januari 1978
- ↑ De Voorpost, 5 januari 1979
- ↑ Voor Allen, 15 februari 1980
- ↑ De Voorpost, 1 februari 1980
- ↑ De Voorpost, 20 februari 1981
- ↑ De Voorpost, 6 februari 1976
- ↑ Nieuwe Gazet van Aalst, 11 februari 1983
- ↑ De Voorpost, 5 maart 1976
- ↑ De Voorpost, 27 januari 1978