De Lachers | |
---|---|
![]() (De Gazet van Aalst - 02/02/1967) | |
Categorie: |
Aalsterse Groep |
Periode: |
1952-1969 |
Bestuur: |
Herman Goevaerts, Robert Van den Berghe (voorzitters) |
Gekende leden: |
Jean-Paul De Boitselier, Albert Cornand |
De Lachers was één van de eerste Aalsterse komische groepen in de stoet. Jaarlijks zorgden zij voor de komische noot in de stoet, met lokale toestanden in de hoofdrol. De groep werd opgericht in 1952 en liep haar laatste stoet in 1969, maar zou daarna nog voor plezier en vertolkingen in de café's zorgen. De groep werd bekend met hun reus Vosse Kilo en de uitbeelding van het WK Wielrennen in 1964. In het Stedelijk Museum zijn overblijfselen van deze legendarische uitbeeldingen te zien; zowel de kop van Vosse Kilo, als de kop van wielrenner Rik Van Looy zijn er te bezichtigen. Beiden werden voor De Lachers vervaardigd door Jozef Van Den Steen.
Geschiedenis[]
De Lachers werden opgericht in 1952 door o.a. Fons Van der Meersch en Herman Goevaerts in café 'Drie Koningen'. De groep liep hun eerste stoet in 1953, waarbij ze Aalsterse volksfiguren uitbeeldden, zoals Tiepke Vermeir, klein Juditken en de Scherregossenman. Met een 30-tal man ging de groep in de stoet om mee te dingen naar de prijs van 1 250 frank.
Het bestuur bestond uit voorzitter Herman Goevaerts, ondervoorzitter Raoul Van Wambeke, schatbewaarder Walter Van der Elst, secretaris Luc Legrand en bestuurslid Marcel Van Wambeke. De groep bestond in 1963 uit 15 leden, waarbij de gemiddelde leeftijd op 28 jaar lag.
Later werd ook Robert Van den Berghe, samen met Herman Goevaerts, voorzitter van de groep. Enkele gekende leden waren Jean-Paul De Boitselier, Roger Van Caeckenbergh, Dries Van Gaveren, Willy Van Gaveren, Georges Van der Vorst, Louis De Bisschop, Ludwig en Gunther Van Mieghem, Walter Bracke, Dirk Van den Bergh, Emiel Van Renterghem, Luc De Saedeleer, Jozef De Coninck, Eddy De Coninck, Jan Van Vlaanderen, Pierre Van Nuffel, Firmin Van de Velde, Lucien De Saedeleer, Jaak Broothaers, Emiel Keymeulen, Bernard De Waegeneer, Jan Roovers, Pierre Van Geem, Willy Rousseeuw, Frans Van den Bossche, William Van Hover, René Keymeulen, Alfons Persoons en Danny Huylebroeck.
Expo '58[]

De Aalstenaars op bezoek in Brussel - 1958 (Foto: Archief Lieven Goubert)
In september 1958 trommelde Roger Gargam enkele Aalsterse groepen, onder wie De Lachers, op om een bezoek te brengen aan 'Vrolijk België', een folkloristisch stadje dat door enkele brouwers gebouwd was voor de Expo 1958. Voor hun vertrek naar Brussel deden de Aalsterse groepen nog eens hun ronde in Aalst. De Lachers liepen rond als 'Die Schwiebel Blooskapelle Zwiebelkapelle', gevolgd door De Zwalpeieren en De Loebassen. Na hun rondgang in Aalst, trok het gezelschap richting de bus, die hen naar parking C van de Expo zou voeren. Op de parking stond Fransky De Boitselier de groepen op te wachten om hen voor te stellen aan de burgemeester van Parking C van de Expo.
Op vraag van de caféhouders hield het Aalsters gezelschap een rondgang op parking C. Van daaruit gingen de groepen, Keizer Fransky en Marcel De Bisschop richting 'Vrolijk België'. Vele nieuwsgierigen schaarden zich langs de kant om de Aalsterse mini-stoet te bekijken. De Loebassen liepen voorop, gevolgd door De Lachers, Keizer Fransky, de burgemeester van Parking C en De Zwalpeieren. Toen de stoet de Grote Markt van Brussel bereikte, voerden ze er een boerinnetjesdans uit. De groepen kregen het publiek mee, want al snel was iedereen aan het dansen op de Brusselse Grote Markt.

(De Gazet van Aalst - 05/02/1959)
Omdat de groep te groot was voor de café's werd het bier naar buiten gehaald. De Lachers beslisten om een bezoek te brengen aan de Oberbayerntent van de Expo. Daar aangekomen zetten de Lachers meteen in met 'In Munchen steht ein Hofbrauhaus', waarbij de volledige tent meezong. Keizer Fransky ontpopte er zich tot een showkapelmeester, waarop hij een job aangeboden kreeg van de Duitsers. Fransky weigerde, want hij kon de Aalsterse groepen niet in de steek laten. Gezwind marcheerden de Aalstenaars terug richting 'Vrolijk België'. De feestvierders kwamen pas in de vroege uurtjes per bus terug van hun uitstapje.[1]
Tijdens de carnavalsdagen in 1959 organiseerden De Sloebers, geïnspireerd door hun uitstap naar de Expo '58, hun eigen 'Vrolijk Oilsjt' op de Keizerlijke Plaats. Dit werd aangekondigd als "Entré ver niet. Fret en zuip in overvloed. Plezier en dans à volonté!".
Ontsnapte hyena[]
In juni 1959 ontsnapte er in een Lokerse dierentuin een hyena, waardoor het land in rep en roer stond. De Lachers en De Loebassen besloten naar aanleiding hiervan een grap uit te halen. Ze trokken, verkleed als jagers, gewapend met een kooi en camera's, richting het stadspark. Ze wilden de Aalstenaars laten geloven dat de ontsnapte hyena er ronddwaalde; ze hadden immers een hond geverfd als een hyena en deze los gelaten in het park.
De jagers gingen op zoek naar het dier en konden het vangen in de bossen van de Osbroek. Het gevangen dier werd in een kooi voor de ingang van het park gezet, waar de jagers trots hun vangst aan het publiek toonden. Ze besloten hierop naar Lokeren te trekken met het gevangen dier, waar men kon lachen met de grap.[2]
Jaarbeurs '59[]
Op de Jaarbeurs van 1959 zorgden De Lachers, samen met De Loebassen en De Platzakken, voor een stunt op de Hopmarkt. Omdat de stad Aalst het carnavalsfeest te weinig in het licht zette tijdens de Jaarbeurs, besloten de groepen een protestactie op touwen te zetten.
Op de laatste dag van de Jaarbeurs, net voor het sluitingsuur, lieten ze Keizer Fransky de Keizer van Ethiopië ontvangen op de kleine stand van carnaval. Niemand had echter de organisatoren van de Jaarbeurs ingelicht; deze stonden dan ook raar te kijken toen de twee Keizers ter plekke kwamen. Het gezelschap kwam aan per taxi, die het gezelschap zou opwachten om terug te voeren. Gedurende 4 uur bleven de taxi's, met een lopende meter, wachten op de Keizers. De twee Keizers waren echter de taxi's vergeten, maar gelukkig kon later een regeling getroffen worden.[3]
Prinsenwagen[]

De Prins werd in 1968 nog steeds vervoerd op de Prinsenwagen, die in 1961 door De Lachers werd vervaardigd. Op de foto herkennen we Kamiel Sergant. (Foto: https://muzikoilsjt.wordpress.com)
In 1961 werden De Lachers uitgekozen Prins Karel De Naeyer te vervoeren tijdens de stoet met hun wagen 'Koning Karnaval'. Ze doopten zichzelf om tot de Lachdiscipelen van Koning Karnaval.
Oorspronkelijk was het de bedoeling om de Antwerpse komieken 'the Woodpeckers' op de wagen te krijgen, maar één van de leden weigerde mee te werken aan dit idee. Nadat de stadswagen die de prins moest vervoeren in panne viel, stelden De Lachers, na onderhandelingen, hun praalwagen ter beschikking van de stad. De wagen werd ontworpen door Luc De Mot en Jozef Van den Steen. Op een gelast geraamte werd kippengaas bevestigd, waarop zakkengoed en plaaster kwamen. Zo kwam Karel De Naeyer dat jaar op de wagen van De Lachers terecht
De wagen viel in de smaak bij het stadsbestuur en Feestcomité, waarop ze met De Lachers overeen kwamen om de wagen over te nemen. Zo reed Prins Karel in 1962 opnieuw op deze wagen door de stad. De wagen zou nog tot 1970 dienst doen als vervoersmiddel van de Prins in stoeten.
Reus Vosse Kilo[]

De kop van de reus Vosse Kilo wordt momenteel bewaard in het Stedelijk Museum. (Foto: Sören Delclef)
In 1965 besloten De Lachers om een praalwagen te bouwen rond Frans Breckpot, die in Aalst gekend was als Vosse Kilo. Op een bierton ging de reusachtige figuur mee in de stoet.
In 1966 wilden De Lachers een echte reus maken van Frans Breckpot. Dit deden ze naar aanleiding van het televisieprogramma 'Op De Man Af'; waarin Frans gehuldigd werd als kampioen bloedgever. De Lachers waren druk bezig met het vervaardigen van de reus, waardoor ze in 1966 niet deelnamen aan de stoet. De reus was uiteindelijk klaar voor carnaval 1967.
De nieuwe Aalsterse reus werd gebouwd op een personenwagen en was 6,50 meter hoog. Het hoofd was 90 cm groot en werd geboetseerd door Jozef Van Den Steen. De jas van de reus bestond uit 25 meter stof en zijn sjaal was 6 meter lang. De pantoffels van de reus waren maat 96 en zijn wandelstok was 4 meter lang. Op het Driekoningenfeest 1967 werd reus Vosse Kilo ingeschreven in het register van de burgerlijke stand van Aalst. [4]
In het bijzijn van schepen Van Sinay, de Aalsterse carnavalsgroepen en de Totentrekkers uit Brugge werd de reus Vosse Kilo ingeschreven in het bevolkingsregister van Aalst. De Lachers hadden suikerbonen en sokjes met ajuinen voorzien voor de genodigden. Bij de doop vertoonde de reus nog enkele gebreken, maar deze werden weggewerkt voor de carnavalstoet van 1967. [5]
Tijdens de stoet van 1968 kwamen De Lachers nog eens met hun reus Vosse Kilo aandraven, waarna ze hem te koop aanboden aan het Feestcomité voor 35 000 frank. Het Feestcomité ging hier echter niet op in, waardoor de reus verloren ging. De kop bleef wel bewaard en is momenteel bezit van het Stedelijk Museum.[6]
Thema's[]
- 1953: Typische Ajuinen. Volstypen en typisch Aalserse toestanden werden door De Lachers uitgebeeld in de stoet. (4e Prijs bij de Aalsterse Folkloristische Groepen
- 1954: Wa peisder van.... De Lachers bouwden voor hun tweede jaar een raket, met daarbij het bekende stripduo Suske en Wiske. (1e Prijs bij de Aalsterse Groepen)
- 1955: Opera Komiek of Aalst 2000. De Lachers spotten met het beloofde, maar nog steeds niet gebouwde, cultureel centrum. (2e Prijs bij de Aalsterse Groepen)

De Lachers in 1955 (Foto: De 75 Stoeten van Aalst, DAK)
- 1956: En d'er kommen der nog...nog.... De Lachers brachten een parodie op het Feestcomité. Ze imiteerden de verschillende leden van het Feestcomité, waarbij De Lacher de naam op de borst droegen van de persoon die ze imiteerden. Hun Feestcomité plaatsten ze op een groot banket, met taart, sigaren en drank.

De Lachers als leden van het Feestcomité in 1956 (Foto: De 75 Stoeten van Aalst, DAK)
- 1957: Oilsjt in 't Nief (2e prijs bij de Aalsterse Groepen)

De Lachers in 1957 (Foto: De 75 Stoeten van Aalst, DAK)
- 1958: Die Schwiebel Blooskapelle. Parodie op de Wieze Bierfeesten. (1e Prijs met gelukwensen van de jury bij de Aalsterse Groepen)

Die Schwiebel Blooskapelle in '58. (Foto:De 75 Stoeten van Aalst, DAK)
- 1959: Oilsjt 1900. Een reis in drie dagen rond Aalst met de paardentram anno 1900.

De Lachers 1959 (Foto: De 75 Stoeten van Aalst, DAK)
- 1960: Aalsterse Zuidpoolexpeditie. De Lachers trekken op expeditie met hun schip, genaamd Bejiekta.

De Lachers en hun schip in 1960. (Foto: De 75 Stoeten van Aalst, DAK)
- 1961: Koning Karnaval en zijn Lachdiscipelen. Nadat de stadswagen die de prins moest vervoeren in panne viel, stelden De Lachers hun praalwagen ter beschikking van de stad. Zo kwam Karel De Naeyer dat jaar op de wagen van De Lachers terecht. [7] (1e Prijs buiten wedstrijd met bijzondere gelukwensen bij de Aalsterse Groepen)

Prins Karel De Naeyer in de stoet met De Lachers. (De Gazet van Aalst - 16/02/1961)
- 1962: De Gouden Fluit. De Lachers zorgden ervoor dat het publiek de wedstrijd Eendracht Aalst - Standard Luik opnieuw konden beleven tijdens de stoet, met scheidsrechter Blavier in de hoofdrol . Ze organiseerden tegelijkertijd de uitreiking van de Gouden Fluit voor de meest neutrale scheidsrechter. (1e Prijs bij de Aalsterse Groepen)

De Gouden Fluit 1962 (Foto: De 75 Stoeten van Aalst, DAK)
- 1963: De beste jaren van ons leven. De Lachers beeldden dat jaar een politiek thema uit. Hun wagen symboliseerde de middenstand, die gebukt ging onder de vele fiscale hervormingen van de regeering. Daarnaast werd gespot met de levensstandaard van de ministers en een zekere Honoré Gepluimd. Het thema werd uitgetekend door Jozef Van den Steen en uitgewerkt door Luc Demotte. Vermomd als ministers organiseerden ze in 't Keizershof een 'Praatbarak', naar het echte Parlement.[8] (1e Prijs met gelukwensen bij de Aalsterse Groepen)

De ministers van De Lachers in 1963. (Foto: De 75 Stoeten van Aalst, DAK)
- 1964: B.B. Story-Rons. De Lachers brachten in '64 een parodie op het WK Wielrennen van Ronse, waarbij er sprake was van een discutabele eindsprint tussen Beheyt en Van Looy. Ze vormden een volledig peloton, met volgwagen en wielrenners. Beeldhouwer Jozef Van Den Steen had reuzenhoofden gemaakt van de wielrenners, waarbij De Lachers met de hoofden rondreden op hun fiets. Voor het eerst maakten ze hierbij gebruik van polyester. Het publiek herkende o.a. Rik Van Looy, wiens kop vandaag eigendom is van het Stedelijk Museum. Hun stamlokaal 'Café Drie Koningen' hadden ze omgedoopt tot 'de Poeppenkelder'. Op de rollen zouden de wielrenners er hun kunnen tonen gedurende de drie carnavalsdagen.[9] (1e Prijs met gelukwensen bij de Aalsterse Groepen)
De Lachers in 1964. (Bron: http://madeinaalst.be, Foto H.Louies, Collectie J.Louies)
- 1965: De Wereldkampioen. De Lachers brachten een eerbetoon aan Frans Breckpot, in Aalst beter gekend als Vosse Kilo, wereldkampioen bloed geven. Ze hadden Vosse Kilo afgebeeld met een bierton op hun praalwagen, maar daarnaast hadden ze ook de echte Vosse Kilo meegenomen in de stoet. In open wagen ging hij de praalwagen vooraf.[10] (1e Prijs met bijzondere gelukwensen bij de Aalsterse Groepen)

Vosse Kilo (Foto: Repro Stedelijk Museum)
- 1966: Geen deelname aan de stoet.
- 1967: Reus Vosse Kilo. De Lachers gingen in de stoet met hun reus Vosse Kilo. De reus werd gevolgd door de echte Frans Breckpot. Na de stoet, wanneer de reus op stal stond, vermomden De Lachers zich als zigeuners om in de verschillende café's verschillende zigeunerliedjes te gaan zingen. (1e Prijs bij de Aalsterse Wagengroepen)

Reus Vosse Kilo (Foto: Archief Sören Delclef)
- 1968: Reus Vosse Kilo (Buiten wedstrijd bij de Aalsterse Reuzengroepen)

Reus Vosse Kilo 1968
- 1969: De Kontjes. De Lachers maakten geen praalwagen meer en liepen nog een laatste keer mee in de stoet als ijsventers. Ze deelden, verkleed als Mao, the Beatles en andere internationale figuren, ijsjes uit. Bij één karretje was geen ijs, maar drank te verkrijgen; het karretje waarop Henri Van de Perre werd uitgebeeld. (1e Prijs bij de Aalsterse Groepen zonder praalwagen)

De ijsventers van De Lachers. (Foto: De 75 Stoeten van Aalst, DAK)
Einde van de Lachers[]
De Lachers stapten voor het laatst mee met een zelfgemaakte praalwagen in 1967, toen ze de reus Vosse Kilo vervaardigd hadden. Ze stopten met het maken van nieuwe praalwagens uit protest tegen een steeds groter wordende stoet, met steeds grotere praalwagens. De Lachers zouden er geen plezier meer aan hebben als ze ook met grote praalwagens zouden moeten rondrijden. Ze besloten zich vanaf dan toe te spitsen op hun eigen plezier. In 1968 haalden ze hun reus nog eens van stal, maar buiten de stoet zetten ze vanaf dan verschillende typetjes neer in de café's. Carlos De Tremmerie zorgde hierbij steeds voor de grime.
Hunnen en Pemelvangers[]
De Lachers op een bierviltje van Stella Artois, in de reeks folklore. (Foto: collectie Sören Delclef)
Ze organiseerden in 1967 het Casino de Paris in de café's, waarbij ze een kansspel op een kinderkoets gemonteerd hadden. Bij dit kansspel maakten ze gebruik van witte muizen, die in gaatjes moesten kruipen. Ze werden ook bekend in 1968 als Hunnen; in hun kostuum zorgden ze 's maandags van carnaval voor een dans- en stripshow.
In 1970 beeldden ze de Queens Pemelvangers Singers Clan uit, waarbij ze zichzelf omdoopten tot Lord Mac Noch Ienchs, Sir James Mac Mey, Duke 'k Ben Weir Wech, Mister Old Chicken Bill en Master Jeffing Naait and day. Ze zongen hun dubbelzinnig Pemelvangerslied op de tonen van 'Ik heb een huis en een tuintje ...'.
Lachen met Joden?[]
In 1971 vierden ze de geboorte van het Kindeke Beiteiweiken, naar aanleiding van de invoering van de BTW. Dit gevierd onder de vorm van een doopsel. De genodigden op het doopfeest verschenen in oude klederdracht met accordeons, een pastoor, een vroedvrouw en geboortekaartjes.
In 1972 brachten ze een parodie, inclusief lied, op de sluwheid van de Joden. Ze zorgden voor prachtige jodenkoppen en 't Lieken van de Joedse Komersanten. Ze zongen van "Jaa ! As 't es ver de mensjen te ploimen, ten zemmen de miesters van 't land. Aal die bij ons kupt die moet dooimen, ja tot op eere lesten tand." De act werd opgemerkt door een echte Jood, die het gebeuren niet zomaar aan zich voorbij liet gaan en protesteerde. Alles werd echter vlug geregeld tussen pot en pint. De Lachers wilden de Joden met deze uitbeelding niet beledigen. Het was eerder een parodie op de oorlog en de toestand waarin de Joden verkeerden. Aan het publiek boden ze tipzakjes met zand te koop aan. Hier en daar stopten ze de tipzakjes in een de jaszak van een feestvierder, waarbij ze eerst het puntje van de zak afgescheurd hadden.
In 1973 liepen De Lachers nog een laatste keer in groep rond als druïden met gouden sikkels. Ze gaven zichzelf een naam die eindigde op -ix, zoals Zatterix, Felix en Jakke Ix.
Goevaerts en Gargam[]
Vanaf 1974 trok Herman Goevaerts, ex-voorzitter van De Lachers, op met Roger Gargam, ex-voorzitter van De Loebassen. De twee werden nog steeds gezien als De Lachers, ook al behoorde Roger nooit tot De Lachers. Ze brachten in '74 een parodie op de Dollemina's, waarbij ze zich vermomden als vrouw met een magische lantaarn.
In 1975 trokken ze met drie op als Driekoningen tijdens carnaval. De drie koningen werden wel in hedendaags perspectief gezet, aangezien ze geschenken bij hadden zoals een speciale jack-pot, waarmee niets gewonnen kon worden.
Varia[]
- In 1954 moesten De Lachers deelnemen aan de stoet van Dendermonde om de kostprijs voor hun praalwagen terug te verdienen.
- Ten gevolge van de Suez-crisis werd er een autoloze zondag georganiseerd in België in 1956. De Lachers lieten zich op die dag opmerken in het stadscentrum door er te verschijnen in hun kwistax.
De Lachers op 'Autoloze Zondag' in 1956. (Foto: http://madeinaalst.be, Foto H.Louies, Collectie J.Louies)
- In 1967 brachten De Lachers een herinneringsmedaille uit.
- In 1967 organiseerden De Lachers in zaal Rink hun halfvasten-feest, met optredens van Harry Herman en The Sugar Beats.
- In 1979 werd de kop van Rik Van Looy van De Lachers, van het thema in 1964, tentoongesteld tijdens de tentoonstelling 'De tijd van carnaval'.
- Jean-Paul De Boitselier maakte deel uit van De Lachers; het zou de enige groep zijn waar Jean-Paul ooit deel van uitmaakte.
- De Lachers stonden als Pemelvangers afgebeeld op een bierviltje van Stella Artois in de jaren '70. Vooraan op het bierviltje staat Albert Cornand afgebeeld, wiens vrouw de vlinders van de Pemelvangers gemaakt had.[11]
- In 1992 verschenen enkele ex-Lachers op het afscheidsfeest van Jan en Emilienne, de uitbaters van café Drie Koningen. Herman Goevaerts, Florimont Roger, de broers Van Wambeke, Jan Rovers, Luc Legrand, Georges Van der Vorst, Dries Van Gaver en Jean-Paul De Boitselier zorgden er voor een leuke reünie.[12]

Enkele ex-Lachers rond Jan en Emilienne van café Drie Koningen in 1992. (De Voorpost - 08/05/1992)
Bronnen[]
- ↑ De Gazet van Aalst, 25 september 1958
- ↑ De Gazet van Aalst, 11 juni 1959
- ↑ De Voorpost, 20 februari 1976
- ↑ De Gazet van Aalst, 5 januari 1967
- ↑ De Gazet van Aalst, 2 februari 1967
- ↑ Aalst Karnaval, Jos Ghysens en Karel Baert
- ↑ De Gazet van Aalst, 16 februari 1961
- ↑ De Gazet van Aalst, 23 februari 1963
- ↑ De Gazet van Aalst, 1 februari 1964
- ↑ De Gazet van Aalst, 18 februari 1965
- ↑ Ariane Berghman (nicht Albert Cornand)
- ↑ De Voorpost; 8 mei 1992