Ajoinpedia
Advertisement
Domino Foto Repro Rutger lievens

Domino's (Foto: Repro Rutger Lievens)

De domino was een kostuum dat na de Tweede Wereldoorlog erg populair was tijdens carnaval. Een domino bestond uit een zwart gewaad, een zwart masker en een puntige zwarte kap.

Herkomst[]

Pestmeester

Een kopergravure van 'Doctor Schnabel von Rome' (Dokter Snavel uit Rome), circa 1656.

De domino vindt zijn oorsprong in de 15e en 16e eeuw in Italië. Het waren mantels met een brede kap, die gedragen werden door monniken. De monniken die de domino droegen, zegden de vers 'Benedicamus Domino' (laten wij de Heer zegenen) op, wanneer ze iemand op straat kruisten. Hiervan werd de naam domino afgeleid. Het kostuum raakte verspreid en werd o.a. door de dames van het Franse hof gedragen als vermomming.

De domino werd in de 17e eeuw ook gedragen door de pestmeesters, de dokters die de pest behandelden, in Italië. Hierbij droegen ze een bijhorend masker, dat de vorm had van een vogelbek. In dit masker werden allerlei kruiden gestopt, die bij het behandelen van de zieken besmetting moest voorkomen. Later zou het kostuum van de pestmeesters populair worden tijdens het carnaval in Venetië.

Domino's in Aalst[]

Maria Dhondt 1939

Advertentie Maria D'Hondt 1939 (Bron: De Volksstem)

In de 19e eeuw waaide de domino vanuit Italië over naar België, waar deze gedragen werd bij verkleedpartijen en Vastenavondfeesten. Zo werd de domino ook in Aalst gedragen. Niet enkel in Aalst dook deze figuur op, ook in o.a. Antwerpen en Gent werd de domino populair. Zo liet de Gentse socialistische krant Vooruit in 1887 600 rode domino's maken ter gelegenheid van Vastenavond.

Het was in Aalst de gewoonte om elkaar tijdens Vastenavond te verwijten en met de domino kon dit helemaal anoniem. Deze donkere figuren werden echter niet altijd positief onthaald door organisatoren van gekostumeerde bals. Zo riepen de organisatoren van het Halfvastenbal van Het Land Van Riem in 1933 op om het dominokostuum achterwege te laten, omdat het niet feestelijk genoeg was. Een jaar later zouden ze de domino zelfs verbieden op hun Tyrolerbal. Ook op het verkleedbal van de Fotografische Kring van Aalst mochten domino's datzelfde jaar niet binnen. Ze waren niet kleurrijk genoeg en werden ‘zwarte plekken’ genoemd. Toch bleven vele Aalstenaar zich verkleden in een domino. De Aalsterse winkels maakten zelfs speciaal reclame met de domino. Zo kondigde het huis Vlasschaert-Ghijsbrecht en huis Maria D'Hondt in 1939 aan dat ze domino's in alle maten verkochten voor de carnavalvierders.[1][2]

Dominobals[]

Na de Tweede Wereldoorlog werd de domino populairder in Aalst, ondanks dat hij in 1946 nog steeds streng verboden werd door de organisatoren van het Halfvastenbal van het Land van Riem. Op andere bals, zoals dat van de Catharinisten, werd de figuur wel toegestaan, maar er werd wel gevraagd om te kiezen voor een ander kostuum. Bij de Symfonie waren domino's dan weer wel welkom.

Dominobal 1949

Advertentie Dominobal 1949 (Bron: Gazette van Aelst)

In 1948 werd het eerste grote Dominobal georganiseerd door de Bond van Politieke Gevangenen der stad Aalst. De Aalsterse,winkeliers speelden hier op in. Zo werd Huis Vleck-Coppens in de St. Gedulastraat in de aankondiging van het bal vermeld; feestvierders konden daar terecht voor het huren van een domino. Het Dominobal werd in de daaropvolgende jaren jaarlijks georganiseerd, tot in 1957.

De domino was ondertussen zo populair geworden dat hij de Voil Jeannet verdrongen had. Toch werd hier en daar nog gepleit voor het verbieden van de domino, die niet kleurrijk en feestelijk genoeg zou,geweest zijn.

In De Gazet van Aalst (1950) werden een aantal voorstellen gedaan voor het Feestcomité; één van de voorstellen was om een optocht voor domino's te organiseren, waarbij één domino symbool stond voor Prins Carnaval. Aan het einde van de optocht zou deze domino dan verbrand, wat het einde van carnaval betekende. Het symboliseerde de populariteit van de domino.[3][4][5][6][7][8][9]

Voordelen[]

De domino bleef lang populair in Aalst. Het kostuum was goedkoop, zwart, lang en met een masker erbij was men onherkenbaar voor de anderen, wat het makkelijker maakte om mekaar te verwijten. In de beginjaren van de domino werd een zwarte lap stof met twee gaatjes of een stuk geperst karton als masker gebruikt. Later werd er overgeschakeld naar plastieken maskers.

Domino's die in groep kwamen, brachten op hun zwarte kostuums een eigen kenteken aan. Zo was het makkelijk om mekaar tussen de massa terug te vinden. De domino's oogden erg spectaculair, maar zorgden voor een donker en kleurloos carnaval. De domino hield stand tot in de jaren '60, waarna de populariteit van het kostuum afnam. Met het verdwijnen van de domino, verdween ook het typische verwijten uit het Aalsterse carnaval.[10]

Varia[]

  • Tijdens de eerste prinsenverkiezing in '54 speelde de domino een belangrijke rol. De commissarissen waren allemaal gekleed als domino.
  • Keizer Kamiel Sergant verkleedde zich als kind in een domino, om zo naar de vorming van de stoet te gaan kijken.
  • In het Stedelijk Museum is een domino te zien op de carnavalsafdeling.

Redactie[]

Tekst en foto’s[]

  • Tekst: Sören Delclef - AjoinPedia

Bronnen[]

  1. De Denderbode, 13 februari 1887
  2. Het Land van Aelst, 13 februari 1887
  3. De Volksstem, 21 maart 1933
  4. De Volksstem, 14 maart 1934
  5. De Volksstem, 3 februari 1939
  6. De Volksstem, 28 januari 1939
  7. De Gazet van Aalst, 21 maart 1946
  8. Aankondiger, 13 maar 1947
  9. De Gazer van Aalst, 1 februari 1948
  10. De Voorpost, Speciale karnavaluitgave 1983
Advertisement