In 1963 zette het Driekoningenfeest in de kelder van het Belfort het carnaval in. In Breugheliaanse sfeer en kaarslichten verzamelde een bont gezelschap, waaronder burgemeester Blanckaert, schepenen Ringoir, Van Sinay en Van Hoorick, penningmeester Henri Van de Perre en de leden van het Feestcomité.
De genodigden konden opnieuw genieten van een maaltijd, die omschreven werd als 'Alles van 't varken'. De komische groepen werden vertegenwoordigd door 'Den Blok ondereen', die verkleed waren als circusartiesten van circus Blokmans, 'De Platzakken', die uitgedost waren als astrologen, 'Kunst, Liefde en Vrijheid', gekleed in middeleeuwse klederdracht, 'De Mettes', 'De Facteurs' en Gust van Pie Kees met zijn Draeckenieren, die verkleed waren als moderne Drie Koningen.
Feestcomitévoorzitter Gilbert Claus heette de genodigden welkom, waarna de komische groepen aan hun show mochten beginnen. 'De Platzakken' gaven het Feestcomité ervan langs en 'De Mettes' hadden het over het toekennen van de premies. 'De Platzakken' brachten vervolgens het liedje ''t Was op een Vastenavond', waarna 'Kunst, Liefde en Vrijheid' een toneeltje bracht over 'De Maagd en de Draak'.