Marcel De Bisschop kreeg van de Gaâ Lowies de titel 'kandidaat Prins van Denderleeuw'. (De Voorpost - 21/01/1977)
Na het succes van vorig jaar werd besloten om het Driekoningenfeest opnieuw in de Keizershallen te laten plaatsvinden. Op 14 januari was iedereen om 20u welkom voor het Driekoningenfeest van 1977. Een week voor het Driekoningenfeest was er nog geen kandidatuur voor Prins Carnaval ingediend, waardoor de preselectie in het gedrang kwam. Op de dag van het Driekoningenfeest was er 1 kandidatuur binnengekomen. Het Feestcomité had nog een tweede kandidaat gevonden, maar van een preselectie kon geen sprake meer zijn met twee kandidaten.
De formule bleef onaangeroerd; Kamiel Sergant presenteerde de avond aan mekaar en orkest Actif Club 2000 verzorgde de muziek. Het Driekoningenfeest kwam echter traag op gang; bij het aanvangsuur waren de Keizershallen nog bijna leeg. Voorzitter Dooms maakte zich al zorgen, maar uiteindelijk liep de zaal tegen 21u wel vol.
Kamiel Sergant sprak het publiek toe en kondigde de start van carnaval aan, waarna de Actif Club het nummer 'Oilsjt viert carnaval' inzette, voor een nog bijna lege zaal. Ook de stadsmagistraten waren nog niet komen opdagen, waardoor de tafel voor het podium voorlopig nog leeg was.
Het eerste nummer van de avond werd gebracht door de Malotten. Ze brachten een buikspreeknummer, waarbij de pop zich uitliet over burgemeester D'Haeseleer, de put in de Molenstraat, de wedden van het stadspersoneel, de carnavalssubsidie voor Binche, enzoverder. In het begin van zijn act was de geluidsinstallatie nog niet optimaal afgestemd, waardoor de pop niet synchroon antwoordde op de vragen van de buikspreker. De act was dan ook niet echt geslaagd.
Stadstrommelaar Dolf (De Voorpost - 21/01/1977)
Als tweede mocht Michel Cleemput enkele liedjes zingen. In het bijzijn van enkele Kornissesloipers bracht hij 'Luizenplaag' en 'Leo'. Met zijn laatste liedje bracht hij een ode aan oud-burgemeester De Bisschop. Michel zong "Hij was een toffe kadee" en "gezeten op ne minivelo...in't stadhuis ne clown". Michel bracht ambiance in de zaal en de begeleidende Kornissesloipers toverden een lach op menig gezicht. Het Stemmingstrio ging muzikaal verder met twee nummers: 'Verboden te roken' en 'Marieken'.
Stadstrommelaar Dolf Eechaut had intussen plaatsgenomen op een lege plaats, die voorbehouden was voor het stadsbestuur. Dolf verdween echter even uit de zaal om tijdens het optreden van het Stemmingstrio terug te keren met een klaroen. Tijdens het optreden van de Aalsterse Gilles toeterde Dolf luid mee. Tussendoor had Gustaaf De Stobbeleir een korte toespraak gehouden om de nieuwe plaat van de Gilles voor te stellen. Harry Pinky vervoegde daarop de Gilles en wenste iedereen al een prettig carnaval toe. Het optreden van de Gilles was echter niet altijd toonvast, door de magere bezetting van hun orkest.
Omdat Dolf zo goed meegeblazen had tijdens het optreden van de Gilles, haalde Kamiel hem even op het podium. Voor Dolf was dit de avond van zijn leven, want hij mocht een stukje naar eigen keuze spelen. Hij koos voor 'Napoleon'. Dolf kreeg een staande ovatie van het publiek en kussen van de bloemenfee, maar wist van geen ophouden. Kamiel moest Dolf uiteindelijk terug van het podium begeleiden om een einde te stellen aan zijn optreden.
Slingerdans met op kop Anny De Maght en aan het einde Marcel De Bisschop. (De Voorpost - 21/01/1977)
De Gaâ Lowies brachten een vijftal goochelnummers, maar de aandacht van het publiek verslapte doordat tijdens het nummer burgemeester D'Haeseleer en enkele schepenen binnenkwamen. Schepen Van Hoorick en oud-burgemeester Marcel De Bisschop, die zich opvallend rustig gedroeg, waren reeds aanwezig. Samen met de burgemeester kwamen schepenen Bourlon, Hooghyts en De Maght, die zich verkleed had in een Oosterse maagd, eindelijk aan in de Keizershallen. Hierop werd een slingerdans gehouden met Annie De Maght op kop.
Feestcomité-voorzitter Dooms sprak vervolgens het publiek toe, waarbij hij aankondigde dat er geen preselectie zou plaatsvinden op dit Driekoningenfeest. Hij bedankte ook Keizer Kamiel en de optredende groepen. Hierop zetten de Chevaliers hun tango 'Karnaval in men stad' in, gevolgd door 'Op vacance'.
Bloemenfee Gilly (De Voorpost - 21/01/1977)
Bloemenfee Gilly, die alle deelnemers al een medaille rond de nek gehangen had, mocht nu het podium betreden om er haar liedje 'Jij' te brengen. Van zingen was echter weinig sprake; het was meer een gesproken tekst op melodie. Onder luid applaus overhandigde zij een aandenken aan Annie De Maght, de enige vrouw in het schepencollege.
Prins Johny bracht zijn smartlap 'Zie ze dor passeiren', waarna hij met een paar Klodderonnen enkele kerstliedjes bracht, waarvan de teksten een vrije interpretatie van de bijbel waren. Na Johny mocht Keizer Kamiel de ambiance terug in de zaal brengen met zijn lied over burgemeester Louis D'Haeseleer.
De Prinsencaemere (De Voorpost - 21/01/1977)
Het hoogtepunt van de avond was het optreden van de Prinsencaemere. Naar een idee van Jean-Paul De Boitselier brachten ze een show met als thema 'de Prinsencaemere op studiereis naar Parijs'. Met blote armen, blote benen en veel pluimen brachten ze een act die deed denken aan de Moulin Rouge. Jean-Paul imiteerde het lied 'Harlekijn', waarna het ganse gezelschap het lied 'Froufrou' zong. Jean-Paul wisselde af met 'Gastronomie', waarna de ganse Prinsencaemere inzette met 'J'ai deux amours'. Jean-Paul liet aan het publiek zien dat hij kon tapdansen en tot slot bracht de Prinsencaemere 'There is no business like showbusiness...'. De zaal veerde recht en trakteerde de Prinsencaemere op een oorverdovend applaus. De jury, die de ganse avond werkloos was door de afschaffing van de preselectie, kwam de Prinsencaemere zelfs feliciteren op het podium. Jean-Paul riep ook mevrouw Cornand op het podium, zij had immers de kostuums gemaakt en de artiesten geschminkt. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat Karel De Naeyer samen met Jean-Paul de solostukken zou doen, maar wegens ziekte moest die verstek laten. De achtergrondmuziek van de act werd verzorgd door Paul Heyvaert.
Na dit prachtige optreden werden de twee kandidaten Prins Carnaval aan het publiek voorgesteld. Edy De Neve en Herman Van Der Eecken mochten hun nummer brengen, maar konden de zaal niet echt overtuigen. Herman Van Der Eecken had duidelijk te weinig tijd gehad om zijn nummer voor te bereiden en Edy De Neve was het Aalsters dialect niet machtig. De twee hadden echter nog wat tijd om zich beter voor te bereiden op het echte werk op de prinsenverkiezing.
Het slotnummer was voor het Corum Alostum Imperiale. Soliste Nicole Schellinck zong het liedje 'Glorie glorie ver d'ajoinen', waarbij met een knipoog verwezen werd naar de Aalsterse politiek.