In 1979 werd het Driekoningenfeest vernieuwd; voortaan zou het feest niet meer gratis zijn en moest het publiek toegangsgeld betalen. Voor 250 Frank kon men genieten van een portie Hutsepot, waarmee terug naar de oorspronkelijke traditie gegaan werd, drie consumpties en diverse optredens. Er kwam echter heel wat kritiek op deze beslissing. Volgens de Klodderonnen wou het Feestcomité hiermee teruggaan naar de tijd dat het Driekoningenfeest enkel voor de elite was.
Het feest vond opnieuw plaats in de Keizershallen, maar het grote publiek bleef weg. Men vond de prijs van 250 Frank te duur en op de koop toe werd men nog eens verplicht om hutsepot te eten; er bestond geen optie om enkel de show te bekijken zonder maaltijd. Veel carnavalsgroepen stuurden dan ook hun kat, maar desondanks was er wel ambiance. De muziek werd verzorgd door orkest 'het Klein Muziekske' uit Gijzegem.
Na de (verplichte) maaltijd mocht kandidaat Prins Carnaval Polle Keipernougel met zijn Matotten hun act brengen. Ze stelden er de top 5 van de Matotten voor. Hierbij zorgde men voor Aalsterse go-go-girls, de french can can en John Travolta. Na het optreden van de Matotten kwam Enrico, de tegenkandidaat van Polle, op het podium. Hij bracht twee nieuwe carnavalsnummers 'Karnavalie karnavalo' en 'Hangt de zot mor oit'. Kamiel Sergant mocht het showgedeelte afsluiten met enkele oude carnavalsnummers en de rest van de avond was enkel het orkest te horen.
Het viel op dat er niemand van het Feestcomité aanwezig was, zelfs Marcel De Bisschop niet. Het was nochtans het Feestcomité dat de organisatie van het Driekoningenfeest in handen had. Het kon de pret echter niet bederven. Door het ontbreken van vele carnavalgoepen, wierpen kleinere en losse groepjes zich op om voor de nodige humor in de zaal te zorgen.
In de late uurtjes hadden Enrico en Polle elkaar nog uitgedaagd voor een boksmatch op de avond van de Prinsenverkiezing. Uiteraard was dit om te lachen.