Ajoinpedia

De Grote Markt is het grootste marktplein in Aalst en vormt het centrum van de stad. De Grote Markt wordt gekenmerkt door het standbeeld van Dirk Martens (de zwette maan) , het voormalige stadhuis, het grasplein voor het stadhuis ('t gat van de mert) en het belfort (den tettentoeren).

Geschiedenis

Grote Markt

De Grote Markt in 1914 (Madeinaalst - Collectie: Stadsarchief Aalst)

In de Romeinse tijd vormde deze plaats het middelpunt van verscheidene straten. Toen de Oude Vismarkt te klein werd, als handelsplaats, verhuisden de marktactiviteiten in de 12e-13e eeuw naar de Grote Markt. Aanvankelijk heette deze plaats gewoon Markt (Merckt). Later werd dit Groote Markt, om een onderscheid te creëren met de kleinere andere markten, zoals de Houtmarkt, de Graanmarkt, de Oude Vismarkt, enz.

De Grote Markt is het hart van de stad Aalst en bestaat uit een stadsplein, het belfort en het stadhuis. Op deze plaats wordt sinds de Middeleeuwen wekelijks markt gehouden. Er zijn bekende monumenten te vinden, zoals het standbeeld van Dirk Martens en de Beurs van Amsterdam. In 1241 bevond zich ook een Lakenhalle op de Grote Markt, maar deze verdween doorheen de tijd. Ook het Vleeshuis werd in de 16e eeuw afgebroken, waardoor de Grote Markt groter werd.

Grote Markt 1978 Madeinaalst

De Grote Markt in 1978 (Madeinaalst - Collectie Schollaert A.)

In 1974 kwam schepen van Openbare Werken Jan De Neve met het idee om de Grote Markt autovrij te maken. Dit idee werd pas in 1978 gerealiseerd. Er kwam een nieuw wegdek met mozaïekstenen en enkel doorrijdend verkeer, afkomstig van de Kattestraat en Lange Zoutstraat, Kerkstraat en Molenstraat werd toegelaten. De opening van deze nieuwe Grote Markt gebeurde door burgemeester Louis D'Haeseleer, in de aanwezigheid van minister Marc Galle.

Op 12 maart 1980 werden 14 linden geplaatst op de Grote Markt, maar deze waren geen lang leven beschoren, door vandalisme en een slechte ondergrond.

In april 1999 werd van de Grote Markt, Kattestraat, het bovenste deel van de Molenstraat, de Zoutstraat, de Kerkstraat, de Stoofstraat en de Oude Vismarkt één grote voetgangerszone gemaakt.

Tegen 2024 wil de stad de Grote Markt volledig vernieuwen. De heraanleg van de Grote Markt is één van de prioriteiten van het meerjarenplan 2020-2025 dat door het stadsbestuur goedgekeurd werd. Volgens de plannen zullen de kasseien heraangelegd worden en zal de rotonde verdwijnen.[1][2]

Historische gebouwen en monumenten

Het belfort

Belfort Aalst De Standaard

Het Belfort van Aalst (Foto: De Standaard)

Het belfort van Aalst bestaat eigenlijk uit drie onderdelen. Het Schepenhuis (1225), de belforttoren (1407) en het Gebiedshuisje (1447). Het Schepenhuis werd door de stadsbestuurders gebruikt om te vergaderen, in de belforttoren werden verordeningen en stadsdocumenten bewaard en in het Gebiedshuisje werden wetten afgekondigd.

Het Schepenhuis

Rond 1225 werd het Schepenhuis of den Ouden Steen gebouwd op de Grote Markt. Het Schepenhuis moest ervoor zorgen dat de bestuurders van de stad hun werk goed konden uitvoeren. Het Schepenhuis groeide later uit tot onderdeel van het belfort. Het wordt beschouwd als het oudste bewaarde Schepenhuis van de Nederlanden, al werd het wel verschillende malen verwoest en herbouwd. Zo verwoestte een brand in 1360 de west- en zuidgevel van het gebouw, die pas in 1407 helemaal heropgebouwd zouden worden. Het Oude Schepenhuis was verbonden met het Oude Landhuis ernaast via een galerij. Deze werd afgebroken 1776.

Het Schepenhuis bevatte ook een kapel met een altaar, waar dagelijks een H. Mis werd opgedragen, die bijgewoond werd door de schepenen. In 1652 werd deze dagelijkse Mis op het Schepenhuis afgeschaft.

Gemeenteraadszaal-Aalst-lege-stoelen-Persregio-Dender

De huidige gemeenteraadszaal in het Schepenhuis (Foto: persregiodender.be)

Tot aan het begin van de 19e eeuw behield het gebouw haar functie van stadhuis. Na de inlijving van onze gewesten door Frankrijk verhuisde het stadhuis naar het Landhuis op de Grote Markt. In de tweede helft van de 19e eeuw bevond de muziekschool en tekenacademie zich in het gebouw, waarna het ook nog dienst deed als stadsmuseum (1912-1970) en stedelijk archief (1938-1970).

Op 4 december 1981 werd het gerestaureerde Schepenhuis plechtig geopend. Het Schepenhuis bestaat uit een kelderverdieping en drie bouwlagen. Op de eerste verdieping vindt vandaag de gemeenteraadszitting plaats. De gemeenteraad vergaderde voor het eerst in de vernieuwde gemeenteraadszaal op 15 december 1981. Hierdoor kreeg het gebouw opnieuw de functie, waarvoor het oorspronkelijk bedoeld was. Het gelijkvloers van het Schepenhuis wordt de Ridderzaal genoemd.[3]

De belforttoren

Belforttoren Aalst

Belforttoren van Aalst (Foto: gundiscover.be)

In 1407 werd met de bouw van een belforttoren aangevangen door Jan van Goeteghem. De toren, die deels ingebouwd werd in het Schepenhuis, werd voltooid in 1460 door Jan d'Otter. Sindsdien herbergt de belforttoren de beiaard. De eerste beiaard werd vervaardigd door Wauts Vrancke en de klokken werden gegoten door Jan Zeeltman. In 1539 werden zeven nieuwe klokken besteld en vanaf dan kon men ook liedjes spelen op de beiaard. De klokken moesten de burgers oproepen voor verkiezingen of waarschuwen voor gevaar. Aanvankelijk deed de toren ook dienst als uitkijktoren, om vanop het balkon te kunnen zien of er geen indringers de ommuurde stad binnenkwamen. De laatste twee torenwachters, Frans Van den Broeck en Emmanuel De Neve, werden in 1896 op pensioen gesteld.

Gevel Belfort Aalst

De gevel van de belforttoren van Aalst (Foto: belgiumview.com)

Op de voorgevel van de belforttoren staan twee beelden, die de Graaf van Vlaanderen en de Heer van Aalst voorstellen. Eronder staat de leuze van Filips II (Graaf van Aalst in 1955), Nec spe, nec metu (noch door hoop, noch door vrees), en het jaartal 1200, dat volgens bepaalde bronnen verkeerdelijk het bouwjaar van het Schepenhuis zou zijn.

Tussen de twee beelden bevindt zich een zonnewijzer. De oorspronkelijke zonnewijzer, die zo oud was als de toren zelf, werd in 1600 vervangen door een nieuwe. Nog tussen de twee beelden bevindt zich een raampje met tralies; dit was de vroegere cel. In deze cel werd o.a. Jan De Lichte opgesloten. De kelders van de belforttoren deden dan weer dienst als folterkamers.

Klik Belfort Aalst

De gevel van de belforttoren (Foto: belgiumview.com)

Op 7 juli 1879 brak er 's nachts brand uit in de belforttoren. De oorzaak was het vuurwerk dat tijdens Aalst-Kermis werd afgestoken. De toren met de klokken, de beiaard en de stadshorloges wed onmiddellijk hersteld. Een jaar later werd het gebouw gerestaureerd; werken die tot in 1886 zouden duren.

In de 15e eeuw werd de belforttoren voorzien van een uurwerk. Doorheen de jaren kwamen er verschillende nieuwe stadshorloges. In 1964 werd de neogotische wijzerplaat vervangen door een exemplaar met halve bollen. Sindsdien wordt de belforttoren in de volksmond den tettentoeren genoemd. In 1999 werd de belforttoren opgenomen op de UNESCO-lijst van werelderfgoed.

Het Gebiedshuisje

Gebiedshuisje

Gebiedshuisje aan het belfort van Aalst (Foto: madeinaalst.be - Stadsarchief Aalst)

Het Schepenhuis en de belforttoren kregen er in 1474 een Gebiedshuisje of Bretesk bij. Het oorspronkelijke Gebiedshuisje werd volledig afgebroken en herbouwd in 1543-1544, omdat het in verval was geraakt.

Vanuit dit gebouw kondigde de baljuw of stadhouder de wetten af voor het Aalsterse volk, dat op de Grote Markt verzamelde. De voorgevel is versierd met 5 beelden: vrouwe Justitia, Dirk van Aalst (de laatste graaf, gestorven in 1166), Pieter Coecke (hofschilder), keizer Karel V en Cornelius De Schrijver (humanist en Latijns dichter). Het Gebiedshuisje zou daarna nog dienst doen als kwartier voor legerofficieren, politiebureau en bureau van de burgerwacht. Na de Tweede Wereldoorlog zat de dienst Toerisme er.

De kelder of crypte van het Bretesk deed dienst als gevangenis en politiepost. Vandaag gaan er tentoonstellingen door in de kelder. Deze werd voor het eerst opengesteld voor het publiek in 1981, naar aanleiding van een tentoonstelling van Beeldende Kunsten, ingericht door de dienst Cultuur.[4]

Borse van Amsterdam

Aalst - Grote Markt 26 - Herberg Beurs van Amsterdam

De Borse van Amsterdam (Foto: Wikipedia)

Aan het einde van de 14e eeuw bevond zich op deze plaats het Vleeshuis. De grond waarop het Vleeshuis stond, werd in 1391 door de stad aan de Vrije Beenhouwers geschonken. In 1629 werd het Vleeshuis afgebroken, opdat de Grote Markt verbreed kon worden. Een deel van het afgebroken materiaal werd hergebruikt voor de bouw van een werkhuis aan de Sint-Martinuskerk. De beenhouwers zouden daardoor voortaan met hun kraam op de Grote Markt staan.

Op een deel van de vrijgekomen plaats werd in 1630-1634 het huidige gebouw opgetrokken door bouwmeester Jan du Can Het gebouw deed aanvankelijk dienst als weeshuis, maar van 1663 tot het einde van de 18e eeuw nam de Barbarakamer, de latere Catharinisten, er haar intrek. Een ander deel van het gebouw werd door de stad gebruikt als Wachthuis, dat tot 1898 dienst bleef doen als politiebureau.

Borse van Amsterdam Katholieke Kring

De Katholieke Kring in de Borse van Amsterdam zonder Barbaratoren (Foto: madeinaalst.be - Stadsarchief Aalst)

Op 19 maart 1743 brak er brand uit bij de Barbarakamer en werd het gebouw herleid tot puin. Het werd heropgebouwd, maar zonder toren, die door de Aalstenaars de Barbaratoren genoemd werd. Deze zou pas opnieuw geplaatst worden in 1908-1909.

Aan het begin van de 19e eeuw bevond zich in het gebouw een herberg, genaamd De Vetzak of De Borse van Amsterdam. De naam verwijst naar de stopplaats van de postkoetsen tussen Rijsel – Amsterdam. Hier vond de laatste maaltijd van de Barbaristen plaats in 1846, waarna de gilde ontbonden werd.

In 1863 kwam het gebouw in het bezit van l' Union Cercle Catholique (Eendracht Katholieke Kring). Deze Katholieke Kring was de eerste in het land. Sinds het begin van de 19e eeuw herbergt het gebouw een horecazaak.

Grafelijk Leenhof ten Steene / Comte d' Egmont

Belfort en Graaf van Egmont Aalst

Het belfort met daarnaast de Graaf van Egmont in 1900 (Foto: madeinaalst.be - Collectie Borreman V.)

Het Grafelijk Leenhof ten Steene bevond zich waar nu café Graaf van Egmont is. Op de hoek van de Grote Markt en de Kattestraat bevond zich het eerste Landhuis van Aalst, 's Gravensteen, waar de eerste Graven van Aalst verbleven en de zittingen van het leenhof van het Land van Aalst plaatsvonden.

In 1446 was het eigendom van Jan de Proost, burgemeester van Aalst. Bij het begin van de 16e eeuw werd dit Landhuis verlaten voor het nieuwe Landhuis Rooze op de hoek van de Grote Markt en de Lange Zoutstraat. Op het niveau van de tweede bouwlaag bevond zich vroeger een galerij, die over de Kattestraat liep, om het Oude Landhuis te verbinden met het Schepenhuis.

Graaf van Egmont

De Graaf van Egmont (Foto: skyscrapercity.com)

Het gebouw werd omstreeks 1776 afgebroken, nadat het lange tijd niet meer in gebruik was. Met de stenen van het Oude Landhuis werd in 1777 een nieuwe woning gebouwd, die in de 19e eeuw ingericht werd als herberg onder de naam Au Comte d'Egmont. De naam en het uithangbord werden voor het eerst teruggevonden in 1854, op een affiche van openbare verkoop. Het drankenhuis werd opengehouden door Catharina Schelfaut. Ze werd daarna nog opgevolgd door Polydoor Stevens en Pierre Bogaert.

De eigenaar van het gebouw, Eduouard Van der Smissen, schonk het gebouw in 1877 aan zijn zonen Prosper en Adolf. Deze brachten de Comte onder bij de nv Comte d'Egmont in 1897. Later werd deze herberg opgekocht door de Liberale Associatie. Vandaag bevindt de horecazaak De Graaf van Egmont zich in het gebouw.

Huis Liénart

Huis Lienart, Stadhuis

Huis Liénart, naast het stadhuis (Foto: Madeinaalst.be - Stadsarchief Aalst)

Op nummer 2 bevond zich een 18e eeuws herenhuis, dat bekend werd onder de naam Huis Liénart. De naam verwijst naar de familie Liénart die er tussen 1870 en 1937 woonde. Een jaar later kwam het gebouw in handen van de Kredietbank.

Via een openbare verkoop verkreeg Jos Taeymans het gebouw, in opdracht van de Kredietbank. Het interieur was niet geschikt om bankzaken te doen, waardoor men het liet afbreken. Een nieuwe voorgevel werd ontworpen door Robert Stekke in art-deco stijl.

Graaf van Egmont, Kredietbank, Stadhuis

De Kredietbank, tussen de Graaf van Egmont en het stadhuis in de jaren 1950. (Foto: Madeinaalst.be - Stadsarchief Aalst)

De Kredietbank opende er op 10 mei 1940, de dag waarop de nazi's België binnenvielen. Tijdens de oorlog werd de bank ingenomen door Ortskommendant Lidner, maar na enkele weken onderhandelen kon directeur Robert Morre ervoor zorgen dat de commandant verhuisd naar het Sint-Maartensinstituut.

Na de Kredietbank werd het gebouw een winkelpand, waar o.a. Schoenenreus en Blokker in gevestigd waren.

(Oud) Stadhuis

Stadhuis Aalst gevel

Gevel van het (oud) stadhuis van Aalst (Foto: boeiendbelgie.be)

In het noorden van de Grote Markt ligt het stadhuis van Aalst. Dit gebouw bestaat uit twee delen: het voormalige Landhuis (een U-vormig complex rond de binnenkoer) en de monumentale voorgevel van het stadhuis aan de Grote Markt. Sinds 1803 werd het gebouw gebruikt als stadhuis.

In 2016 werden de stadsdiensten gecentraliseerd in het Administratief Centrum Werf 9, waardoor het oude stadhuis gedeeltelijk leeg kwam te staan. Bepaalde zalen in het stadhuis, waaronder het Pieter Coecke-kabinet, de trouw- en feestzaal, worden wel nog gebruikt voor feestelijke ceremonies. Het (oud) stadhuis heeft vandaag daardoor vooral een ceremoniële functie

Landhuis

Landhuis Aalst

Postkaart van het Landhuis (Foto: Madeinaalst - Stadsarchief Aalst)

Aalst kende doorheen de tijd verschillende landhuizen. Het eerste Landhuis was het 's Gravensteen, op de hoek van de Grote Markt en de Kattestraat (zie hierboven). Het tweede Landhuis was De Rooze, op de hoek van de Grote Markt en de Lange Zoutstraat (zie hieronder).

Toen het Landhuis De Rooze te klein werd, kwam men op het idee om een nieuw Landhuis te bouwen. In 1598 kochten de wethouders de eigendom van Nikolaas Godderickx en Christiaen Mannaert aan, die de gronden net zelf gekocht hadden met de bedoeling er woonhuizen op te bouwen. De bouw van het Landhuis verliep in verschillende fasen. De eerste bouwfase eindigde in 1607.

Landhuis-in-aalst 16215 xl

Landhuis van Aalst (Foto: reisroutes.be)

Het plan van het Landhuis werd getekend door Hendrick de Doncker en Christoffel Veerman en Arend van Loo waren verantwoordelijk voor de bouw, die eindigde in 1646. In het gebouw waren vergaderlokalen voorzien, maar ook slaapkamers voor de baljuws, de burgemeester, de griffier en de ontvanger van Geraardsbergen.

In 1759 ging men over tot de bouw van het achterkwartier. De werken waren echter niet goed uitgevoerd en in 1769 dreigde dit gebouw al in te storten, waardoor herstellingswerken zich opdrongen. Het achtergedeelte van dit gebouw bestaat vandaag nog steeds. Het Landhuis bevatte stallingen en een koetshuis, dat verdween bij de verbouwingen in de 18e eeuw.

Landhuis Aalst 1991

Het Landhuis in 1991 (Foto: madeinaalst.be - Stadsarchief Aalst)

De bestemming van het gebouw werd op 4 november 1803 gewijzigd van Landhuis naar stadhuis. Hierdoor werd een nieuw gebouw opgetrokken langs de kant van de Grote Markt. De voorbouw van het Landhuis werd gesloopt om in 1828 plaats te maken voor de voorgevel van het stadhuis, naar een ontwerp van architect Roelandt.

Achter het Landhuis bevindt zich de Hof van het stadhuis. Deze Hof kreeg doorheen de jaren verschillende bestemmingen; van proeftuin voor landbouwers (1875) tot openluchttheater (1941). Nadat de Hof verwilderde, besliste de gemeenteraad van 28 november 1969 om er een parking aan te leggen voor het stadspersoneel, die er vandaag nog steeds is.

Voorgevel

Huis Lienart, Stadhuis Aalst 1906

Huis Liénart en de voorgevel van het stadhuis in 1906 (Foto: madeinaalst.be - Stadsarchief)

De huidige voorgevel van het stadhuis werd gebouwd tussen 1828 en 1830 naar het ontwerp van architect Louis Roelandt. In het nieuwe gebouw was ook plaats voorzien voor een feestzaal. Het interieur van de trapzaal en de feestzaal dateert grotendeels uit 1841 en de voorgevel zelf kent een monumentaal karakter.

Op de voorgevel staat het jaartal 1830, samen met het wapenschild van de stad Aalst. Tussen 1987 en 2009 vonden restauratiewerken aan verschillende delen van het stadhuiscomplex plaats. In 1991 werd het stadhuiscomplex beschermd als monument.

Hoekhuis De Draeck

Aalst Kerkstraat 2 medium

Hoekhuis De Draeck (Foto: Onroerend Erfgoed Vlaanderen)

Dit Hoekhuis staat sinds 1409 bekend als De Draeck.

Oorspronkelijk vertrok vanuit dit huis een onderaardse gang onder de Grote Markt naar vermoedelijk het Schepenhuis.

Huis 't Paviljoen

Paviljoen Postkaart

Het Paviljoen (Foto: madeinaalst.be - Collectie D'Herdt D.)

Dit gebouw stond in de 15e eeuw bekend als de Peau (de Pauw), maar de huidige naam verwijst naar de naam dat het in de 19e eeuw kreeg: Pavillon de la Régence (1830), later Au Pavillon.

In de achtergevel van het gebouw staat op een steentje het jaartal 1688 vermeld, wat verwijst naar de heropbouw van het gebouw.

 Huis De Rooze

Aalst Grote Markt 9 medium

Huis De Rooze (Foto: Onroerend Erfgoed Vlaanderen)

Dit gebouw was oorspronkelijk het Landhuis en droeg de naam de Rooze. In 1489 werd het gebouw voor de stad aangekocht door voorschepen Ghyselbrecht du Bosch.

In het begin van de 16e eeuw werd het verbouwd door bouwmeester Nicaas de Coninck en kreeg het de naam de Nieuwe Rooze. Michiel Arents plaatste er 14 geschilderde glasramen in, waarin de wapens van de vorsten te zien waren en de wapenschilden van 't Land van Aalst. In 1511 werd op de hoek een stenen Lieve-Vrouwbeeld geplaatst, dat beschilderd werd door Adriaan Schollaert. Elke nacht werd het beeld verlicht.

Alle belangrijke personen, zoals doortrekkende prinsen, vorsten en de aartsbisschop, logeerden in de Rooze. In de 16e eeuw werden er de banketten van het standsbestuur georganiseerd. Het gebouw werd te klein voor de stad, waardoor ze het in 1598 verkochten aan Cornelis Cabéliau, die de gekleurde vensters afstond aan het nieuwe wetshuis.

Standbeeld Dirk Martens

1200px-Standbild von Dirk Martens auf dem Großen Markt in Aalst von Jean Geefs 03

Standbeeld Dirk Martens op sokkel (Foto: Wikimedia Commons)

Jan Geefs kreeg van de stad Aalst de opdracht om een standbeeld te maken van Dirk Martens, de eerste drukker in de Zuidelijke Nederlanden, die afkomstig was uit Aalst. In maart 1855 werd het beeld in brons gegoten in Parijs en werd het er in november op een grote kunsttentoonstelling aan het publiek getoond. Het standbeeld werd er gelauwerd met goud.

In mei 1856 werd het voetstuk voor het standbeeld gemetseld voor het belfort door architect Lauwerys. Hierdoor moest de vrijheidsboom verhuizen naar de Hopmarkt. Op het voorste gedeelte van het voetstuk werd de volgende tekst gebeiteld: Theodorico Martino Alostano, qui primus artem typographicam in Belgium induxit  constitutis deinceps in urbe patria, Antverpiae, Lovanii, officinis, et qui, non solum crudento Latinis, graecis, herbraicis, allisque libris sed scribendo etiam et in academia Lovaniensi docendo famae immortalitatem meritus est. S.P.Q.A. ex oere cum publico tum collato p.p. M DCCC.LVI.

Dirk martens

Standbeeld Dirk Martens (Foto: supergoudvisje.classy.be)

De inhuldiging van het standbeeld gebeurde op 6 juli 1856 in het bijzijn van de hertog en de hertogin van Brabant. De inhuldiging werd gevierd in combinatie met de opening van de spoorlijn Aalst-Brussel, waardoor heel wat hoogwaardigheidsbekleders aanwezig waren.

Jan Geefs beeldde Dirk Martens uit in een universitaire toga. In zijn linkerhand houdt het standbeeld een exemplaar van het Speculum conversionis peccatorum vast, een verwijzing naar het eerste boek dat gedrukt werd door Dirk Martens. In de rechterhand omklemt het standbeeld enkele Griekse lettertypes, waarvoor Martens met de titel 'Alde des Pays-Bas' bekroond werd.

Doorheen de jaren is het standbeeld (groen)zwart geworden, waardoor de Aalstenaars naar het standbeeld verwijzen als de zwette maan.

Onroerend erfgoed

Aalst Grote Markt medium

De Grote Markt in bovenaanzicht (Foto: Onroerend Erfgoed Vlaanderen)

De volgende gebouwen op de Grote Markt werden erkend als onroerend erfgoed:

Adres Omschrijving Erfgoedstatus
Grote Markt Schepenhuis, belfort en Gebiedshuisje monument
Grote Markt 1 Herberg Graaf van Egmont monument
Grote Markt 3 Stadhuis monument
Grote Markt 4 woninghuis, breedhuis
Grote Markt 5 Huis 't Paviljoen
Grote Markt 6 woninghuis, breedhuis
Grote Markt 9 Landhuis De Rooze
Grote Markt 11 woninghuis, breedhuis
Grote Markt 20 woning met lijstgevel
Grote Markt 21 woning, breedhuis
Grote Markt 22 woning, breedhuis
Grote Markt 23-25 twee woningen, rijhuizen
Grote Markt 26 Beurs van Amsterdam monument

Carnaval op de Grote Markt

1984 - Weir

Akv Weir op de Grote Markt in 1984 (Foto: Collectie Sören Delclef - AjoinPedia)

De Grote Markt was doorheen de geschiedenis steeds het centrale punt van de Vastenavondvieringen in Aalst. Nog voor het carnaval officieel door de stad georganiseerd werd, vonden de festiviteiten steeds plaats op en rondom het marktplein. Vandaag is de Grote Markt nog altijd het hoogtepunt van het feestgebeuren tijdens Aalst Carnaval. De gevel van het (oud) stadhuis wordt jaarlijks voorzien van een carnavalesk stadhuisdecor en tijdens de carnavalsdriedaagse is het één groot feestplein.

Op zondag is de Grote Markt het hoogtepunt van de stoet. De Grote Markt is vormt de afsluiter van de stoet, waarbij de groepen hun wagen en kostuum kunnen tonen aan de tribunes, die gevuld zijn met politici en andere ere-genodigden. 's Avonds maken de tribunes plaats voor 1000-en feestvierders en de uitgangswagens van de groepen die een vergunning kregen.

Ros Balatum 2020 Grote Markt

Het Ros Balatum op de Grote Markt op carnavalsmaandag 2020 (Foto: Sören Delclef - AjoinPedia)

Op maandag is de Grote Markt het decor van de bezemdans van de Gilles. De Gilles doen hun traditionele bezemdans rond het rond punt op de Grote Markt. Na de bezemdans volgt de Ajuinenworp, waarbij er vanaf het Stadhuis en de omliggende gebouwen snoepajuinen naar het publiek geworpen worden. Oorspronkelijk vond de Ajuinenworp plaats vanaf het belfort. Na de bezemdans en de Ajuinnenworp passeert de maandagstoet op de Grote Markt. Vanop het stadhuis wordt ook feestmuziek gespeeld, tot de uitgangswagens van de groepen 's avonds opnieuw de Grote Markt oprijden om het over te nemen.

Aalsterse Gilles Grote Markt 2020

De Aalsterse Gilles op de Grote Markt in 2020 (Foto: Sören Delclef - AjoinPedia)

Op dinsdag verzamelen de Voil Jeannetten op de Grote Markt voor hun Voil Jeanettenstoet. 's Avonds vindt de traditionele popverbranding plaats in 't gat van de mert. Feestvierders verzamelen zich rond de Vastenavondpop, die door Prins Carnaval in brand gestoken wordt. Hiermee wordt het einde van carnaval aangekondigd. De muziek blijft nog de ganse nacht op de Grote Markt weergalmen, tot de burgemeester 's morgens de deuren van het Stadhuis opent om koffiekoeken uit te delen aan de laatste carnavalisten.

Redactie

Tekst en foto's

Bronnen

  1. Van Nuffel P. (1915), Aalst - Historiek der oude straten
  2. Ghysens J. (1986), Geschiedenis der straten van Aalst, Genootschap voor Aalsterse Geschiedenis
  3. Visit Aalst, www.visit-aalst.be
  4. Onroerend erfgoed Vlaanderen, https://inventaris.onroerenderfgoed.be/