Ajoinpedia
Advertisement

Pierre De Winter

(Foto: De Weerstander - 01/12/1946)

Gekend van:

eigenaar winkel in feestartikelen, grondlegger van de popverbranding, de aanstelling van een Cantinière en de organisatie van een Prinsenverkiezing, maker vastenavondspoppen, lid Stedelijk Feestcomité

Pierre De Winter (°1898-†30/06/1975) of Wintjerken van achter 't Belfort was een bekend individueel carnavalist. Hij was eigenaar van een zaak in feest- en carnavalsartikelen achter het Belfort, waarmee hij de traditie van het huis Kakkelaki verderzette. Pierre was gekend voor zijn vernieuwende ideeën, waarmee hij één van de pioniers van het moderne carnaval werd.

Huis De Winter[]

Pasteibakkerij[]

Huis De Winter 1923

Advertentie 1923

Aanvankelijk (1923-1924) was Huis De Winter, de winkel van de familie De Winter achter het Belfort, een bakkerij, die gespecialiseerd was in mattentaarten en doopsuiker.[1] Pierre breidde in de jaren '30 de activiteiten van de winkel uit met vuurwerk en versieringsmateriaal.[2][3]

Feestartikelen[]

De Winter 1930

Advertentie 1930

Huis De Winter verzorgde bij verschillende kermissen en feesten het vuurwerk en kreeg hier veel lof voor. Pierre besliste vervolgens om zich in 1938 volledig toe te leggen op feestartikelen.

In zijn winkel kon je ook steeds terecht om kaarten voor het toneel, de Prinsenverkiezing of andere festiviteiten te kopen. Het secretariaat van de Dekenij Kattestraat was ook gevestigd in Huis De Winter, aangezien Pierre secretaris was van de Dekenij. Samen met Alfred Kelders en Jozef Arijs was hij één van de stichters van de Dekenij Kattestraat.[4]

Sint-Maarten[]

Huis De Winter

Advertentie uit 1924

Sint-Maarten was voor Huis De Winter steeds een speciale periode. Hun etalage werd steeds mooi versierd tijdens de periode van Sint-Maarten.[5] In 1928 kwam Pierre De Winter op het idee om Sint-Maarten naar zijn winkel te halen.[6] Gedurende twee dagen was de Sint in Huis De Winter te vinden. In 1929 kwam de Sint opnieuw naar de winkel. Deze keer werd Sint-Maarten ontvangen aan het station op 27 oktober, vanwaar hij met zijn wit paard richting Huis De Winter trok. Gedurende twee dagen kon men de Sint dan bezoeken in de winkel van Pierre.[7][8][9]

Huis De Winter 2

Advertentie uit 1928 (De Volksstem)

Hiermee begon Pierre een traditie die tot op vandaag nog steeds stand houdt in Aalst.[10] Na de oorlog organiseerde hij de intrede van Sint-Maarten met de organisatie 'Erkentelijkheid', waarna in 1960 'De Kwaliteitswinkel van Aalst' de organisatie overnam. Onder impuls van Pol De Paepe nam het Feestcomité de organisatie van het Sint-Maartenfeest op zich.

Tweede Wereldoorlog[]

Pierre De Winter

(Bron: Aalst Karnaval, J. Ghysens)

Gedurende de bezettingsjaren was Pierre De Winter zeer actief. Zo verspreidde hij verschillende sluikbladen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Daarnaast kwamen in de versiering van zijn etalage vaak vaderlandslievende symbolen terug en zorgde hij voor het onderhouden van graven van oud-strijders. Dit bleef niet onopgemerkt en zo werd in 1940 zijn uitstalraam vernietigd door een lid van de Zwarte Brigade. Pierre bleef echter geheime bladen verspreiden en zorgde voor een groepering van ondergrondse werkers in Aalst. De Gestapo kwam hierachter en pakte Pierre en anderen op, waarna hij zeven weken in de cellen van de 'Nieuwe Wandeling' mocht verblijven.

Bij zijn vrijlating ging hij meteen over tot de oprichting van het comité 'Pakket van den Politieken Gevangene'. Met dit comité maakte hij pakketten, bestaande uit verschillende goederen, voor de gevangenen. Overal waar hij kon, zorgde Pierre voor hulp. Pierre werd ook lid van de Bond voor Politieke Gevangenen en Gijzelaars van Aalst en Omstreken, waarvan Gustaaf De Stobbeleir voorzitter was.[11]

Pierre werd gedecoreerd in 1950, toen hij het Burgerlijk Kruis 1e Klasse 1940-'45 mocht ontvangen.

Erkentelijkheid[]

De Winter

1932 (Bron: Kent u ze nog...de Aalstenaars, J. Ghysens)

Pierre was voorzitter van de vereniging 'Erkentelijkheid', waar o.a. ook Gustaaf De Stobbeleir deel van uit maakte. Met deze vereniging zorgde hij voor een ereperk op het kerkhof ter nagedachtenis van de overleden verzetsstrijders. .

Met de vereniging 'Erkentelijkheid' was Pierre in de beginjaren verantwoordelijk voor de verkoop van de officiële carnavalsprogramma's. Pierre vroeg aan Albert Verbestel om deze carnavalsprogramma's te verkopen. Albert Verbestel was een grote fan van Pierre. Later verwees Albert naar Pierre als "zijn idool, zijn groot voorbeeld; als mens en carnavalist".[12][13]

In 1974 kondigde Pierre zijn pensioen aan en nam hij ontslag als voorzitter van de vereniging.[14]

Pionier van het moderne carnaval[]

Vernieuwer[]

De winter gazette van aalst 22021969

Pierre De Winter (Gazette van Aelst - 22/02/1969)

Wintjerken was één van de pioniers van het moderne Aalsterse Carnaval. Hij was een gekend vastenavondvierder, die met zijn zaak in feestartikelen een belangrijke rol speelde in de beginjaren van het Aalsterse carnaval. Hij deed honderden voorstellen om het Aalsters carnaval te blijven vernieuwen. Veel van zijn ideeën had hij opgedaan tijdens studiereizen naar buitenlandse carnavals, zoals Keulen en Nice. Ook andere Belgische carnavalsvieringen, zoals die in Eupen, ging hij bestuderen. Zijn ideeën werden niet altijd gevolgd, waarop Pierre dan steeds aangaf dat hij er zou mee stoppen...tot hij met het volgende idee op de proppen kwam.

Individualist[]

Pierre De Winter 60 Stoeten van Aalst DAK

Pierre De Winter (Bron: De 60 Stoeten van Aalst, A. Van der Heyden & S. Vinck, DAK)

Hij ging jaarlijks in zijn eentje mee in de stoet, waarbij hij voor de eretribunes steeds een show opvoerde. Zo haalde hij in 1973, wat zijn laatste stoet zou zijn, de vrouw van Minister Callewaert uit de tribune om er op de Grote Markt mee te dansen.[15] Zijn inspiratie voor carnavalskostuums haalde hij vanuit het toneel, waar hij een grote fan van was. Zo beeldde hij o.a. Gieseke uit 't Witte Paard, De Spaanse Hoer, Heer van Tsjombé uit.

1908 zou het jaar geweest zijn dat Pierre voor het eerst een carnavalsplunje aantrok. Hij had toen van zijn moeder een clownkostuum gekregen.[16]

Prins Carnaval[]

In 1952 werd, naar een idee van Pierre De Winter en Louis De Ridder, de eerste verkiezing van de Cantinière georganiseerd. Pierre De Winter zou ook aan de basis gelegen hebben van de prinsenverkiezing. In 1953 kende Aalst voor het eerst een Prins Carnaval, maar die werd aangeduid door het Feestcomité. Pierre was geen voorstander van een aanduiding van de Prins Carnaval en uitte zijn ongenoegen. Hij stelde voor om een Prinsenverkiezing te organiseren, wat door Gustaaf De Stobbeleir gevolgd werd in 1954. De Bond der Politieke Gevangenen kreeg toelating van het Feestcomité om een Prinsenverkiezing te organiseren.

Feestcomité[]

In 1959 werd Pierre voor de C.V.P. lid van het Stedelijk Feestcomité, onder voorzitterschap van Gilbert Claus. De C.V.P. had beslist om drie onafhankelijken te vragen om hen te vertegenwoordigen in het Feestcomité. Samen met Pierre werden ook Gaston Van den Hauwe, Pol De Paepe en Walter Van Herreweghe voor de C.V.P. lid van het Feestcomité. Pierre werd hierbij ingedeeld in de werkgroep carnaval. Alvorens toe te treden tot het feestcomité, bezorgde Pierre aan het schepencollege zijn driejarig plan. Hierin stond o.a. de vraag voor burelen en medewerkers voor het feestcomité, de traditie voor het neerleggen van bloemen op het graf van Alfred Kelders, de vraag voor samenwerking met de Dekenijen, de carnavalsgroepen, brouwerijen, muziekmaatschappijen, enz., hulp van het Stadsbestuur bij de aankoop van praalwagens, de bouw van een bergingsatelier en een feestelijke opening van de carnavalsfoor. Veel van zijn ideeën zouden bijdragen tot de hervorming van het Aalsterse carnaval.

Popverbranding[]

De winter gazette van aelst 02031968

Pierre wordt door schepen Claus gehuldigd (Gazette van Aelst - 02/03/1968)

In 1960 stelde Pierre voor om met een popverbranding het Aalsterse carnaval af te sluiten. Zijn idee werd gevolgd door het Feestcomité en Pierre mocht de vastenavondspoppen maken. Pierre vervaardigde de eerste poppen uit stro. Nadien werden de poppen door anderen gemaakt, maar de kledij van de pop kwam nog steeds uit de winkel van Pierre.

Tijdens de carnavalsfeesten van 1968 werd Pierre De Winter door schepen Gilbert Claus in de bloemetjes gezet, omdat het 60 jaar geleden was dat hij zijn eerste carnavalsplunje aankocht had. Op de hoek van de Molendries en de Varkensmarkt werd een plechtigheid gehouden voor hem.[17]

Carnavalsmuseum[]

Pierre was een voorstander van een Aalsters carnavalsmuseum. In 1973 kwam Pierre met een concreet voorstel. Hij stelde de vroegere H.Geestkapel in de Kattestraat voor om het carnavalsmuseum in te vestigen. Hij maakte zelfs een brochure met zijn plannen voor het museum. Het museum zou de naam 'Lof der Zotheid' dragen.[18][19][20]

Pierre De Winter 1968 60 Stoeten van Aalst DAK

Pierre (links) in de stoet van '68. (De 60 Stoeten van Aalst, A. Van der Heyden & S. Vinck, DAK)

Afscheid in mineur[]

In 1974 en 1975 gaf Pierre forfait voor de carnavalstoeten. Hij deelde mee dat hij ermee stopte. Pierre was teleurgesteld en voelde zich tegengewerkt. Zijn plannen voor een carnavalsmuseum waren in duigen gevallen en in de pers verschenen berichten dat de laatste vastenavondpop van Pierre de stad 20 000 Frank gekost had. Pierre had er genoeg van en trok de laatste jaren van zijn leven met carnaval weg uit Aalst.

Pierre overleed op 30 juni 1975 op 77-jarige leeftijd. Hij zou herinnerd worden als de kritische en filosofische Aalstenaar die met 100en voorstellen kwam aandraven om zijn stad en haar carnaval op de kaart te zetten.

Varia[]

  • Albert Verbestel was kind aan huis bij Pierre De Winter. Hij hielp na zijn uren mee in de winkel van Pierre en keek erg op naar Wintjerken. Het was ook Pierre die Albert op het idee gebracht had om zich kandidaat te stellen voor de Prinsenverkiezing in 1954. Volgens Albert was hij zonder Pierre De Winter nooit een carnavalist geworden.[21]
  • Pierre De Winter was secretaris van de Dekenij Kattestraat. Samen met o.a. Alfred Kelders organiseerde hij in 1932 mee de eerste braderij in de Kattestraat.
  • Pierre schreef ook enkele stukken over carnaval voor De Gazet van Aalst, waarbij hij telkens zijn mening gaf over het Aalsterse carnaval.

Bronnen[]

  1. Amor Vincit, 1 september 1923
  2. De Volksstem, 4 mei 1930
  3. De Volksstem, 3 december 1930
  4. De Voorpost, 12 oktober 1979
  5. De Volksstem, 30 oktober 1924
  6. De Volksstem, 4 november 1928
  7. De Volksstem, 3 oktober 1929
  8. De Volksstem, 18 oktober 1929
  9. De Volksstem, 25 oktober 1929
  10. De Volksstem, 29 oktober 1932
  11. De Weerstander, 1 december 1946
  12. De Voorpost, 24 januari 1986
  13. De Voorpost, 23 januari 1987
  14. De Gazet van Aalst, 12 oktober 1974
  15. De Voorpost, 11 juli 1975
  16. Het Laatste Nieuws, 18 februari 1969
  17. De Gazet van Aalst, 2 maart 1968
  18. De Gazet van Aalst, 31 maart 1973
  19. De Gazet van Aalst, 23 februari 1974
  20. De Gazet van Aalst, 26 januari 1974
  21. De Voorpost, 13 januari 1978
Advertisement