Polydoor, Polydora en Polydoorken zijn drie Aalsterse stadsreuzen die voor de ommegang van 1889 gebouwd werden door Hippoliet Rogghé. De reuzen waren een parodie op Polydoor De Keyser, een gekende Dendermondenaar, en stonden symbool voor de rivaliteit tussen Aalst en Dendermonde. De reuzen verdwenen voor de Eerste Wereldoorlog, maar keerden in 1957 terug, in een nieuwe vorm. In 1976 waren de creaties van Marc De Bruyn voor het laatst te zien in de stoet.
Polydoor De Keyser
In 1888 hadden de Aalstenaars aan Dendermonde gevraagd om het Ros Beiaard van Dendermonde te laten meelopen in een Aalsterse stoet. De stad Dendermonde weigerde deze vraag, waardoor de Aalstenaars besloten om een eigen Ros Beiaard te bouwen, samen met drie reuzen.
De reuzen waren een verwijzing naar Polydoor De Keyser. De Keyser werd geboren op 13 december 1832 in Dendermonde, maar verhuisde In 1842 hij met zijn ouders naar Engeland, waar deze het hotel De Keyser's Royal Hotel oprichtten.
Polydoor ging in de politiek en werd in 1868 gemeenteraadslid van Londen. In 1887 werd de Dendermondenaar verkozen tot Lord Mayor van Londen. In 1888 bracht hij een bezoek aan zijn geboortestad, waarop een speciale Ros Beiaardommegang georganiseerd werd. Dit bewijst dat de Dendermondenaren zeer trots waren op deze man.
De inwoners van Dendermonde kregen hierdoor in die tijd van de Aalstenaars de spotnaam 'Polydoorkes'.[1]
Reuzen van Hippoliet Rogghé
Polydorus, Polydora en Polydoorken werden samen met het 'kartonnen' Ros Beiaard in 1889 door Hippoliet Rogghé en zijn familie gemaakt voor De Oude Garde. De Reuzin Polydora droeg een grote tuil ajuinen bij zich.
De reuzen maakten hun opwachting in verschillende stoeten, tijdens feest- en kermisdagen. Aan het begin van de 20ste eeuw zouden deze reuzen, samen met het Ros Beiaard, verdwijnen.
In 1927 werd en nieuw reuzenpaar gemaakt, dat in de volksmond de namen Polydoor en Polydora kreeg. In 1950 kreeg dit reuzenpaar echter een officiële naam: Iwein en Lauretta.[2][3][4]
Reuzen van Marc De Bruyn
In 1957 creëerde Marc De Bruyn een nieuw reuzenpaar, ter vervanging van Iwein en Lauretta.
De nieuwe reuzen werden Polydoor en Polydora gedoopt. Marc creëerde ook een nieuw reuzenkind, dat de naam Polydoorken kreeg, maar in de volksmond werd dit ookKindeke Baba genoemd, naar het oude reuzenkind dat in 1948 verloren ging.
Er werd beslist dat de reuzen in dezelfde vorm gemaakt moesten worden als het vorige reuzenpaar (Iwein en Lauretta). Marc De Bruyn ontwierp een moderner reuzenpaar, dat veel kleurrijker en kunstiger was dan het vorige reuzenpaar.
Het reuzenpaar liep in 1976 een laatste keer mee in de stoet. Ze werden bewaard in een stadsmagazijn aan de Hoge Vesten. Dit bleek niet de ideale bewaarplaats, want in 1976 bevonden de reuzen zich in erbarmelijke toestand. Volledig verrot belandden ze toen op de vuilnisbelt. Op dat moment was Kindeke Baba reeds verloren gegaan.
Het reuzenpaar van Marc De Bruyn werd opgevolgd door een kopie van de Iwein en Lauretta, die tot op vandaag nog steeds meelopen in de stoet. Hierdoor verdwenen Polydoor en Polydora uit de Aalsterse stoeten.[5]
Redactie
Tekst en foto's
- Tekst: Sören Delclef - AjoinPedia
- Foto's: Stadsarchief Aalst, Madeinaalst.be, CD-ROM 'De 75 Stoeten van Aalst' (DAK), Aalst in Oude Prentkaarten (Ghysens J.)