Prins Carnaval is tijdens de Aalsterse vastenavondfeesten de feestburgemeester van de stad Aalst.
Prins Carnaval werd door het Stedelijk Feestcomité, naar aanleiding van de 25ste officiële carnavalstoet, ingevoerd in 1953. Het idee zou afkomstig geweest zijn van carnavalisten Robert Renoncourt en Frans De Boitselier.
In 1953 was echter nog geen sprake van een verkiezing; de Prins werd aangeduid door de leden van het Feestcomité. Zo werd Robert Renoncourt, in het huis van Gustaaf De Stobbeleir, door de leden van het feestcomité aangesteld als de eerste Aalsterse Prins Carnaval en werd hij hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld. Men had voor Robert gekozen, omdat hij zich gedurende kwarteeuw onbaatzuchtig meegewerkt had aan de Aalsterse stoeten. Burgemeester Debunne overhandigde de nieuwe Prins een scepter en een oorkonde.
Prinsenverkiezing door de Bond der Politieke Gevangenen
Niet elke Aalstenaar was tevreden met de aanduiding van een Prins Carnaval en zo kwam Pierre De Winter, een bekende carnavalist in die tijd, met het idee om de prins te laten verkiezen. Dit idee werd gevolgd en zo werd in 1954 de eerste verkiezing van Prins Carnaval georganiseerd in de zaal Madelon.
Deze eerste verkiezing werd georganiseerd door de Bond der Politieke Gevangenen, een organisatie die zich tijdens de Tweede Wereldoorlog inzette voor politieke gevangenen en waarvan Gustaaf De Stobbeleir sinds 1941 voorzitter was. Bij de eerste verkiezingen van Prins Carnaval waren de spraakvaardigheid en de zangprestaties van de kandidaat nog niet belangrijk, de prinsen werden louter gekozen op basis van hun kostuum. Fransky De Boitselier domineerde de prinsenverkiezing tijdens de beginjaren; hij won de wedstrijd drie jaar na mekaar in '54, '55 en '56, waarna hij Keizer Carnaval werd. In 1957 werd Marcel Henninck als eerste echte Aalstenaar Prins Carnaval. Zijn voorgangers waren immers niet in Aalst geboren.
Keizer Fransky leek al snel concurrentie te krijgen voor het Keizerschap, want Robert Waterschoot werd in '59 voor de tweede keer Prins Carnaval. Er werd in Aalst gefluisterd dat Robert de nieuwe Keizer zou worden, waardoor Aalst met een Keizerskwestie zou zitten. Het organiserend comité verzocht Robert echter om zich geen derde keer meer kandidaat te stellen, zodat Fransky als enige Keizer kon blijven.
Prinsenverkiezing door het Feestcomité
In 1961 werd de organisatie van de prinsenverkiezing overgenomen door het feestcomité, dat onder leiding stond van Gilbert Claus. De wedstrijd veranderde en spraakvaardigheid werden belangrijk. Voortaan moesten kandidaat Prinsen een toespraak houden, wat een kolfje naar de hand van Karel De Naeyer was. De kandidaten moesten zich in het Algemeen Beschaafd Nederlands voorstellen, gekleed in een zwarte habijt. Karel wou aan het publiek bewijzen dat hij een echte Aalstenaar was, waardoor hij aan het einde van zijn presentatie het volgende zinnetje uitsprak: "Als ge wiltj da Karel eire Prinsj moet werren, zeg ten ni ah-niejn, mor...", waarop hij een grote ajuin uit zijn broekzak haalde. De zaal vulde de zin van Karel aan met 'A-join', waardoor Karel ervoor zorgde dat er voor het eerst een zinnetje dialect gesproken werd op de Prinsenverkiezing. Karel was de eerste Prins die regeerde onder zijn eigen naam.[1]
Onder impuls van Kamiel Sergant evolueerde de Prinsenverkiezing naar een meer Aalsterse getinte verkiezing. Kamiel sprak in 1962, tegen de reglementen in, alleen maar dialect op de Prinsenverkiezing en zong het lied 'Och, was ek mor nen Oilsjteneer gebleiven'. De jury, die vooral bestond uit mensen uit de toneelwereld, strafte Kamiel hierop af en van sommigen kreeg hij zelfs een nul. Kamiel verloor van Karel De Naeyer, die wel in het Algemeen Nederlands sprak, maar de kranten en het publiek spraken vol lof over het optreden van Kamiel. In 1963 probeerde Kamiel het opnieuw in het dialect en deze keer kon hij de jury wel overtuigen. Kamiel werd de eerste Prins die de verkiezing in het dialect gewonnen had. Vanaf dan werd het Aalsters de voertaal op de Prinsenverkiezing.
Kamiel domineerde de jaren '60 en werd nog in 1966 en 1968 nog twee keer Prins Carnaval, waarna hij in '69 aangesteld werd als Keizer Carnaval. In de jaren '60 kreeg de Prins een kostuum van de stad, dat jaarlijks werd doorgegeven en aangepast voor de nieuwe Prins. In 1970 droeg de Prins weer een eigen kostuum. Een andere talentvolle Prins was Jean-Paul De Boitselier, die in 1967 de eerste carnavalsplaat uitbracht met Oilsjteneers Zemmen, het liedje uit zijn verkiezingsshow. In 1970 zou Jean-Paul nog een tweede keer Prins Carnaval worden.
In de jaren '70 zorgde Michel Cleemput voor meer evolutie in de Prinsenverkiezing. Zonder een grote supportersaanhang, haalde hij het in 1971 van populaire carnavalisten als Jacky D'Herde, Johny De Mol en Willy Rydant. Hij was toen met zijn 21 jaar de jongste Prins Carnaval van Aalst. Niemand gaf Michel vooraf een kans, maar zijn show vol pikante en satirische humor zorgde ervoor dat hij Prins Carnaval werd. Dit was het begin van de shows met de typische Aalsterse humor. Michel zou in 1973 en 1978 nog twee keer Prins Carnaval worden, met als hoogtepunt zijn Muppet Show en Poesjkapelledans op de Prinsenverkiezing van 1978.
In de jaren '60 en '70 werden de Aalsterse Prinsen echte ambassadeurs. Ze werden uitgenodigd door verschillende steden, die hun carnaval nieuw leven wilden inblazen.
Decors en lichten
Na Michel Cleemput kwam er een mindere periode. Zo schreef Cyriel Temmerman in 1991 dat de Prinsen uit de jaren '80 geen grootse dingen gepresteerd hadden. Hij verweet de kandidaten een gebrek aan inventiviteit, ondanks de steeds groter wordende budgetten. In die periode werden er ook steeds meer niet-Aalstenaars aangevoerd door de kandidaten om zo stemmen te winnen. Bij de beoordeling van de jury waren er geen grote puntenverschillen meer waar te nemen, waardoor de kandidaat met de grootste aanhang meestal won. Er werd ook meer en meer geplaybackt.
De jaren '80 zorgde wel voor een meer professionele aanpak in de verkiezingsshows. Stefaan Vinck begon in 1981 met te focussen op licht en techniek, waardoor humor wat op de achtergrond verdween. Paul Kinoo gaf dan weer de aanzet voor steeds groter wordende decors in 1987. Het podium werd hierdoor te klein voor het orkest, waardoor dit verdween op de Prinsenverkiezingen. In plaats van live-orkestmuziek zou voortaan gewerkt worden met muziek die vooraf in de studio opgenomen werd. Maurice De Smedt en Frank Van Rymenant volgden dezelfde trend als Popoll en kozen voor grote decors.
In 1989 mochten vrouwen zich ook kandidaat stellen, waarbij Christiane De Strooper, de echtgenote van Michel Cleemput, haar kans waagde. Aalst schaarde zich echter achter Frank Van Rymenant, nadat burgemeester De Maght een klacht tegen hem ingediend had wegens laster en eerroof. Het was nog te vroeg voor een vrouw als Prins Carnaval.
Halfweg de jaren '90 steeg het niveau van de verkiezingsshows, met als hoogtepunt de show van Wim Delclef in 2002. Een sterrendecor, ruimtecabines, metershoge glimmende en flikkerende bewegende poppen brachten een ongeziene sfeer in de Keizershallen. Met een hoogtewerker vloog Wim over het publiek en haalde hij de overwinning binnen. In 2000 verloor Wim nog van Bart Van den Neste, die met zijn 18 jaar de jongste Prins Carnaval ooit was.
Eén kandidaat
2011 was een dieptepunt in de geschiedenis van de Prinsenverkiezingen. Voor het eerst waren er onvoldoende kandidaten om een Prinsenverkiezing te houden. Doordat Patrick Janssens zich op het laatste moment terug had getrokken als kandidaat, bleef Kristof Devos als enige over. Hierdoor kon er niet gesproken worden van een prinsenverkiezing, maar van een show van Prins Kristof. Grote afwezige op deze show was Kamiel Sergant, die na 35 jaar aan de kant geschoven werd als presentator.
In 2012 herhaalde deze situatie zich. Deze keer was het Stephanie Daeleman die als enige kandidaat overbleef, na het terugtrekken van Kevin Meert. Hiermee kende Aalst voor het eerst een vrouwelijke Prins Carnaval.
Allochtone Prins en Prins met beperking
In 2017 won Raf Sidorski de Prinsenverkiezing. Met zijn Poolse roots riep hij zichzelf uit als eerste allochtone Prins Carnaval, maar dit was niet helemaal waar. De eerste Prins uit de Aalsterse geschiedenis, Robert Renoncourt, was immers ook afkomstig uit het buitenland. Robert was geboren in het Franse Rijsel.
In 2018 won Alex De Kegel de Prinsenverkiezing. Bij hem titelden de kranten 'eerste Prins Carnaval met beperking'. Alex heeft immers spastische diplegie, een hersenverlamming die zijn beenbewegingen bemoeilijkt. In zijn show werd op een handige manier omgegaan met zijn beperking; Alex verscheen op een fiets en een bewegende boot, waardoor hij ondanks zijn beperking een volwaardige verkiezingsshow bracht.
Coronaprins Yvan
In 2020 namen twee sterke kandidaten het tegen elkaar op. Werner Kinoo was al Prins Carnaval geweest in 1994 en 2014 en wou in 2020 een derde keer Prins van Aalst worden. Zijn tegenkandidaat was Yvan De Boitselier, wiens grootvader Frans (1954, 1955, 1956) en vader Jean-Paul (1967, 1970) meermaals de prinsenscepter wonnen. Voor Yvan was het zijn derde deelname aan de Prinsenverkiezing, na verlies in 1991 en 2000. Het werd een erg spannende verkiezing, met shows van een heel hoog niveau. Yvan haalde het van Werner en won zo de strijd der titanen. Voor het eerst wonnen drie opeenvolgende generaties van dezelfde familie een prinsentitel. Werner nam zijn verlies erg sportief op en stond erop om voor het eerst als verliezend kandidaat het prinsenlint aan de nieuwe Prins te overhandigen.
Na carnaval 2020 dook het Corona-virus op in de wereld. Wegens de strenge maatregelen werden evenementen verboden, waardoor Yvan de rest van zijn Prinsenjaar van thuis moest beleven. De organisatie van Aalst Carnaval en de Prinsenverkiezing van 2021 en 2022 kon niet doorgaan, waardoor de prinsentitel van Yvan bleef doorlopen. De carnavalswereld reageerde erg begripvol op de beslissing van de stad. Ook Yordi Ringoir moest hierdoor zijn prinsenambities uitstellen. Yordi had al enkele jaren zijn kandidatuur voor 2021 aangekondigd, maar door het coronavirus konden zijn plannen niet doorgaan. Na de zomer van 2021 daalden de corona-infecties, waardoor er positieve vooruitzichten waren voor carnaval 2022. Yordi besloot om deze keer door te zetten en diende zijn kandidatuur in bij de stad Aalst. Bij het afsluiten van de inschrijvingen was Yordi de enige kandidaat Prins Carnaval, waardoor hij zo goed als zeker Prins Carnaval zou worden in 2022. Yordi trapte zijn campagne af met een persconferentie en organiseerde een campagnebal, maar toen de coronacijfers opnieuw verslechterden, kondigde burgemeester D'Haese eind december '21 aan dat Aalst Carnaval 2022 en de Prinsenverkiezing opnieuw niet zouden doorgaan. De prinsenperiode van Yvan bleef daardoor langer duren en voor Yordi werd het nog een jaartje wachten.
Yordi op de Grote Markt
In 2023 kon Yordi Ringoir zijn droom om Prins Carnaval te worden eindelijk verwezenlijken. Tijdens de coronajaren werd er geen Prins Carnaval verkozen, waardoor Yvan met 980 dagen de langst regerende Prins Carnaval ooit werd. De stad besliste om de kandidaturen voor Prins Carnaval niet open te stellen voor nieuwe kandidaten, waardoor Yordi als enige kandidaat was voor de titel van Prins Carnaval 2023 was. Voor het eerst in de geschiedenis was er maar één officiële kandidaat; in 2011 en 2012 waren er aanvankelijk immers meerdere kandidaten, die pas later de handdoek in de ring wierpen.
Door het gebrek aan een feestzaal in Aalst werd de prinsenverkiezing voor het eerst (gratis) in open lucht op de Grote Markt georganiseerd. De prinsenverkiezing vond voor het eerst ook in oktober plaats, wat erg vroeg was in vergelijking met alle andere jaren. Yordi moest op de Grote Markt een vaste proef uitvoeren, die bestond uit het beantwoorden van enkele kennisvragen rond Aalst en carnaval, gevolgd door zijn verkiezingsshow. Na zijn show werd hij uitgeroepen als Prins Carnaval 2023 en mocht hij de prinsenscepter van Yvan De Boitselier in ontvangst nemen.
Afschaffing publieksstemmen
Voor de prinsenverkiezing van 2024, die opnieuw in oktober doorging op de Grote Markt, werd beslist om de publieksstemming af te schaffen. Deze beslissing werd genomen in onderling overleg met de kandidaten, Stijn Van der Heyden, Timothy Persoons en Vincent Van Caekenberghe. De kandidaten kregen inspraak in de vorm van jurering, waarna ze unaniem kozen om de SMS-voting af te schaffen. Hierdoor zou enkel de theoretische proef (250 punten) en de jury (750 punten) doorslaggevend zijn voor de prinsenverkiezing.
Naast de shows moesten de 25 juryleden ook een welbespraaktheidsproef beoordelen. Elke kandidaat kreeg een onderwerp, waar ze 1 minuut moesten over praten. Hiermee werd teruggekeerd naar de jaren '60, waar welbespraaktheid doorslaggevend was. De jury zou bij hun quotering rekening moeten houden met zowel de show als de welbespraaktheid. In praktijk betekende dit echter wel dat de welbespraaktheid maar een klein aandeel had in de punten van de jury.
Hieronder vindt u een overzicht van de Prinsen Carnaval van Aalst. In de carnavalskamer van het Stedelijk Museum is een fotomuur te vinden met de Prinsen Carnaval van Aalst.
Jaartal | Naam (prinsennaam) | Geboortestad |
---|---|---|
1953 | Robert Renoncourt (Kakelaki I) | Rijsel |
1954 | Frans De Boitselier (Mister Dancy) | Denderleeuw |
1955 | Frans De Boitselier (Don Juan) | Denderleeuw |
1956 | Frans De Boitselier (Graaf van Aalst) | Denderleeuw |
1957 | Marcel Henninck (Don Marco) | Aalst |
1958 | Robert Waterschoot (Senor Alostino) | Sint-Gillis-Dendermonde |
1959 | Robert Waterschoot (Signor Carnavalosta) | Sint-Gillis-Dendermonde |
1960 | Louis Van Pottelbergh (Sir Orlandy) | Erembodegem |
1961 | Karel De Naeyer | Aalst |
1962 | Karel De Naeyer | Aalst |
1963 | Kamiel Sergant (Don Camillo) | Aalst |
1964 | Henri Arijs (Hendrik) | Aalst |
1965 | Simon D'Hondt | Aalst |
1966 | Kamiel Sergant | Aalst |
1967 | Jean-Paul De Boitselier | Aalst |
1968 | Kamiel Sergant | Aalst |
1969 | Lucien Peirlinck (Luc I) | Aalst |
1970 | Jean-Paul De Boitselier | Aalst |
1971 | Michel Cleemput | Aalst |
1972 | Jackie D'Herde | Aalst |
1973 | Michel Cleemput | Aalst |
1974 | Antoine Van der Heyden | Aalst |
1975 | Robert Van den Berghe (Bob) | Gentbrugge |
1976 | Johny Cooman | Aalst |
1977 | Edy De Neve | Lede |
1978 | Michel Cleemput | Aalst |
1979 | Enrico Le Clair | Erembodegem |
1980 | Paul De Wever | Aalst |
1981 | Stefaan Vinck | Aalst |
1982 | Jean-Pierre Timmermans (Jempi) | Denderwindeke |
1983 | André Marcoen (Baloe) | Aalst |
1984 | Eddy Van Gijsegem (Goebby) | Aalst |
1985 | Freddy Neirinckx (Loeken Tatjen) | Aalst |
1986 | Patrick De Neve | Aalst |
1987 | Paul Kinoo | Aalst |
1988 | Maurice De Smedt | Aalst |
1989 | Frank Van Rymenant | Aalst |
1990 | Kris De Poorter | Aalst |
1991 | Michel Heck (Michelleken) | Aalst |
1992 | Pascal Solemé | Aalst |
1993 | Peter Vereecken | Aalst |
1994 | Werner Kinoo | Aalst |
1995 | Christophe Troch (Kristof) | Aalst |
1996 | Kristiaan Van Vaerenbergh | Aalst |
1997 | Dirk Van de Velde (Foef) | Aalst |
1998 | Yves Van Den Bremt | Aalst |
1999 | Tony Swings | Aalst |
2000 | Bart Van den Neste | Dendermonde |
2001 | Gary Van Overstraeten | Aalst |
2002 | Wim Delclef | Aalst |
2003 | Chris Baeten (Den Baal) | Aalst |
2004 | Tom Vermeir | Aalst |
2005 | Bart De Nys | Aalst |
2006 | Michel Picqueur | Aalst |
2007 | Nikolaus Gabrio | Ninove |
2008 | Kenny D'hondt | Aalst |
2009 | Jurgen Cooman | Aalst |
2010 | Chris Boone | Aalst |
2011 | Kristof Devos | Aalst |
2012 | Stephanie Daeleman | Aalst |
2013 | Peter Van Nuffel | Aalst |
2014 | Werner Kinoo | Aalst |
2015 | Joeri Mens | Aalst |
2016 | Dennis De Wolf | Aalst |
2017 | Raf Sidorski | Polen |
2018 | Alex De Kegel | Aalst |
2019 | Bart De Meyst (Meyst) | Aalst |
2020 | Yvan De Boitselier | Aalst |
2023 | Yordi Ringoir | Aalst |
2024 | Vincent Van Caekenberghe | Aalst |
2025 | Karel Van de Winkel (Sjalen) | Aalst |
Bronnen
- ↑ De Voorpost, Speciale karnavaluitgave 1983