Het Ros Balatum is de Aalsterse tegenhanger van het Dendermondse Ros Beiaard. Het Ros maakte in 1953 zijn opwachting in de stoet en is sindsdien een vaste waarde om de Aalsterse stoet te openen.
Ros Beiaard van balatum[]
In 1952 had een groep rond Pol De Paepe het idee opgevat om het Ros Beiaard van Dendermonde naar Aalst te ontvoeren. Om de ontvoering voor te bereiden trokken Herman De Geest, Piet Moereels en Pol De Paepe naar Dendermonde. Het trio gaf zich uit als journalisten en wilden zogezegd een reportage maken over het Ros Beiaard. In het stadsmagazijn ontdekten ze dat de kop van het Ros Beiaard o.a. uit een balatum-achtig zeildoek bestond.
De ontvoeringspoging op 26 april 1952 mislukte, maar de Aalstenaars hadden wel een grote ontdekking gedaan; het Ros Beiaard bestond uit balatum. De groep besloot daarop om op 17 mei 1952 strooibriefjes in de brievenbussen van de Dendermondenaren te stoppen, waarop het geheim van de paardenkop stond: het Ros Beiaard werd spottend het Ros Balatum genoemd. Ros Balatum was dus aanvankelijk een spotnaam van de Aalstenaars voor het Ros Beiaard.[1]
Moeder van het Ros Balatum[]
De Lustige Pombiers, die in 1952 als dorstige brandweermannen in de stoet gingen, wilden iets speciaals doen ter gelegenheid van de 25ste stoet. De groep liet zich inspireren door de gebeurtenissen rond de ontvoeringspoging van het Ros Beiaard en besloot om een eigen Ros te maken, waarbij ze ook nog eens konden spotten met dat van Dendermonde. Ze maakten de moeder van het Dendermondse Ros, ofwel: de moeder van 't Ros Balatum.
Philip Cammu, Gaston Cuvelier, Gustaaf De Brucker, Frans De Donder, Felicien De Vulder, Georges De Schrijver, Maurice Lievens, Roger en Frans Van Der Schueren, Gaston Van Mieghem en Emiel Van Royen werkten maandenlang in het geheim aan hun paard, dat 7 meter hoog, 7 meter lang en 3 meter breed was. De kop was, inclusief veren en hals, drie meter lang. Het Ros was, net zoals dat van Dendermonde, gemaakt uit balatum.
Het Ros van De Lustige Pombiers was een mechanisch hoogstandje; de kop kon draaien en achteruitkijken. De groep kon de kop ook laten buigen, om onder elektriciteitskabels door te kunnen. Het paard had lange wimpers en ogen die open en toe konden gaan. Ook de oren, de manen en de muil van het paard konden bewegen. Via een blaassysteem kwam er confetti uit de muil van het paard. Onder het paard, dat 1 400 kilogram woog, zat een omgebouwde Opel Kadett.
De Lustige Pombiers wilden de wereld kennis laten maken met hun creatie en besloten hierop om naar fotograaf Herman Louies te telefoneren. Herman kreeg te horen dat hij foto's moest maken en dat men hem zou komen ophalen. Zoals aan de telefoon gezegd werd, verscheen er een man in de winkel van Herman om hem mee te nemen naar de plaats waar de foto's genomen moesten worden. De plaats van het paard moest echter geheim blijven, waardoor Herman geblinddoekt werd. Na een autorit van ongeveer een kwartier, kwamen ze aan op hun bestemming. Toen de blinddoek uit ging, bevond Herman zich in een grote ruimte, waar hij foto's moest nemen van het paard van De Lustige Pombiers (zie foto hiernaast). Herman werd geblinddoekt terug naar zijn fotostudio gevoerd, waar hij de foto's meteen ontwikkelde en naar de pers opstuurde. De foto's verschenen in de kranten en Herman legde ze ook in de etalage van zijn winkel in de Nieuwstraat. Al snel werden de foto's het gespreksonderwerp in Aalst, waardoor iedereen in Aalst Herman Herman plots kende.[2]
In verschillende kranten verschenen berichten over het paard, maar de berichtgeving klopte niet helemaal met de werkelijkheid. Zo werd het paard omschreven als het Ros Balatum en werden de makers ervan in verband gebracht met de ontvoeringspoging van het Ros Beiaard uit 1952. De makers van het paard lieten hierop een rechtzetting publiceren in de Gazet van Aalst, waarbij ze duidelijk maakten dat hun paard de moeder van het Dendermondse Ros Beiaard voorstelde. Ros Balatum was hierbij een verwijzing naar het Ros Beiaard van Dendermonde. Ook hun betrokkenheid bij de ontvoeringspoging van het Ros Beiaard werd weerlegd.[3] De rechtzetting kon echter niet meer voorkomen dat het paard van de Lustige Pombiers in de volksmond het Ros Balatum genoemd werd.
De Lustige Pombiers namen zo in 1953 deel aan de stoet met 'de moeder van 't Ros Balatum'. Aanvankelijk wilde de groep met hun Ros in de stoet gaan met het thema 'Prins Carnaval Op Zwier', maar op aandringen van het Feestcomité werd dit nog gewijzigd naar 'Met de moeder van 't Ros Balatum Op Zwier'. De groep ontving 2 000 frank aan premies en kreeg gelukwensen van de jury in de categorie 'buiten wedstrijd'.[4]
't Ros Beyaard maakt zijn ronde, 't veulen staat in Dendermonde. Dendermonde maakt zich kwaad, omdat hier de moeder gaat. 't Ros Beyaard hoog verheven, trekt nu door de Keizerstede. 't Sch.… ajuin uit zijnen steert, want 't Ros Beyaard is een Aalsters peerd. 't Ros Beyaard's ogen fonkelen, nu het denkt aan zijn klein jongsken, dat in een boerendorpke staat, gans antiek en niets meer waard. 't Ros Beyaard is ons glorie en 't gaat niet meer uit ons memorie, dat in Aalst een paard bestaat, waar Dendermonde paf van staat. (Met 't Ros Balatum Op Zwier - De Lustige Pombiers - 1953)
't Ros Balatum[]
Iedereen had het tijdens carnaval 1953 over het Ros Balatum van De Lustige Pombiers in plaats van over de moeder van het Ros Balatum. Hierdoor ging het oorspronkelijke idee om te spotten met het Ros Beiaard van Dendermonde verloren.
De Lustige Pombiers besloten dan maar om in 1954 de naam van hun groep te veranderen naar 't Ros Balatum. Henri Van de Perre, secretaris van het Feestcomité, stemde hiermee in en vermelde de groep onder hun nieuwe naam in het carnavalsprogramma. Hierdoor werd het Ros van de groep officieel omgedoopt tot 't Ros Balatum.
Pol De Paepe, die in 1952 ontdekt had dat het Ros Beiaard uit balatum gemaakt was, vond het spijtig dat de oorspronkelijke bedoeling van het Aalsterse Ros hierdoor verloren ging. Henri Van de Perre werd door Pol De Paepe als schuldige hiervoor gezien. In De Gazet van Aalst wou Pol het oorspronkelijke idee nog in leven houden, door te schrijven over 'de moeder van 't Ros Balatum' en het feit dat het Ros Balatum oorspronkelijk een spotnaam was die de Aalstenaars gegeven hadden aan het Ros Beiaard van Dendermonde, maar uiteindelijk moest ook hij er zich bij neerleggen dat iedereen het Ros van Aalst het Ros Balatum noemde.
Voor de stoet van 1954 ondergingen de kop en het lichaam van het Ros Balatum enkele wijzigingen.
Nieuwe kop van Marc De Bruyn[]
De kop van het Ros Balatum was te klein in vergelijking met het paardenlijf. De groep 't Ros Balatum besloot hierop om een nieuwe kop te laten maken. Ze contacteerden hiervoor kunstenaar Marc De Bruyn, die aanvankelijk niet voor het idee gewonnen was. Uiteindelijk ging hij toch in op hun vraag en ontwierp een nieuwe kop voor het Ros Balatum. De kop werd vervaardigd uit een mengeling van jute, papier, ijzer en lijm en woog ongeveer 250 kilogram. De kop was 2,50 meter hoog en 2,60 meter breed.
Marc De Bruyn had voor de vervaardiging van het nieuwe Ros 3 000 kilo potaarde, 1 000 kilo gips, 70 kilo verf en 200 m² jute nodig. De mond, oren en ogen van het Ros konden bewegen, terwijl de kop volledig kon draaien. Door de neusgaten van het Ros spoten water en confetti en uit het achterwerk kwamen wolkjes rook en ajuinen. Het lijf en de kop van het Ros Balatum waren nu samen 6,50 meter hoog, 7 meter lang en 3 meter breed. Voor de versiering van het Ros gebruikte men 2 000 m² stof en 100 m² zijde. Bij de vervaardigen van de kop kreeg Marc hulp van de groep 't Ros Balatum.
Om geld in te zamelen voor de nieuwe kop, kwam erevoorzitter Marcel De Bisschop op het idee om een soort broche te verkopen. De penning werd eveneens gemaakt door Marc De Bruyn en met de opbrengst ervan werd de nieuwe kop betaald. Op de penning stond een paard afgebeeld, samen met de tekst 'Ros Beiaard Aalst'.
De nieuwe kop van het Ros Balatum werd in Het Burgershuis op de Grote Markt plechtig ingehuldigd door burgemeester Debunne en de leden van het Feestcomité. Tijdens de inhuldiging konden de genodigden genieten van een cabaretvoorstelling, met medewerking van Karel Schollaert. De acts verwezen hierbij allemaal naar het Ros.[5] Het Ros Beiaard ging zo in 1955 voor het eerste met de kop van Marc De Bruyn in de stoet.
Liedjes[]
De Aalstenaars waren fier op hun Ros Balatum, waarvan twee liedjes uit 1957 getuige zijn.
't Ros Beiaard[]
't Veuleken van Dendermonde is een jonk van 't Aalsterse paard. 't Onze doet hier nu zijn ronde. Moeder is haar veulen waard. 't Ros Balatum wat een beestje, schoon van kleur en schoon van lijn. Altijd is het zijnen eerste, 't Ros Balatum mag er zijn. In Dendermonde lachen ze nu groen, 't Ros Beiaard is niet langer kampioen. Want Aalst, dat heeft nu zijn eigen dier. Op 't Ros Balatum zijn d'ajuinen fier. Ons paard zijn ogen draaien in zijn kop. Zijn staartje zwiert, zijn oortjes staan recht. Zijn neusje niest, spuit water en papier. Het laat ajuinen schuiven met plezier. (Tekst: Tijl Vlaming - Melodie: Suikerbosse)[6]
Rij maar aan Ros Balatum[]
Rij maar aan Ros Balatum, rij maar aan. Rij maar aan Ros Balatum, rij maar aan. Ziet toch goed waarheen je gaat, als gij statig langs de straat en 't publiek u vol bewondering gadeslaat. Zachtjes aan en niet te snel, want dat is geen kinderspel. Gij zijt wel van 't echte ras, maar in Aalst doet niemand iets van pas. Rij maar aan... (Tekst: Tijl Vlaming - Melodie: Ossewage)[7]
Ontvoering[]
In de nacht van 15 op 16 februari 1958, de dag voor carnaval, werd er ingebroken in het stadsmagazijn en ging men aan de haal met het Ros Balatum. De politie werd gealarmeerd en ze vonden het Ros Balatum, met beschadigde oren en kapotte motor, terug op de grens met Herdersem. De dieven hadden het op een lopen gezet voor de politie en het Ros Balatum achtergelaten. De agenten sleepten het Ros terug naar haar stalplaats, maar aan de tunnel aan de Dendermondse Steenweg vergaten ze het hoofd van het Ros Balatum te doen buigen. De kop raakte hierdoor nog meer geschonden. Ook de motor bleek zware schade te hebben opgelopen. De ontvoerders hadden er immers geen rekening mee gehouden dat er geen olie in de motor zat en dat men ook het water afgelaten had.
Zondagmorgend, op de dag van carnaval, kon men gelukkig nog de nodige herstellingen uitvoeren, waardoor het Ros Balatum toch mee in de stoet kon gaan. Het Ros werd dat jaar vergezeld van een plakkaat, waarop stond 'Weliswaar gehavend in de strijd, maar d' Ajoinen zijn me nog niet kwijt'.
Voor de Aalstenaars was het al snel duidelijk; de Dendermondenaren waren de schuldigen. Ze hadden het Ros Balatum proberen te stelen, in een poging om de stoet zonder het Ros te laten doorgaan. Uit onderzoek bleek al snel dat de Dendermondenaren niets te maken hadden met de diefstal en dus valselijk beschuldigd waren. Een week na carnaval vond men de echte daders; het waren De Sloebers. Na beledigingen van Georges De Schrijver, één van de makers van het Ros Balatum, kwam Lucien Tas op het idee om samen met Roland Van Styvendaele, Willy Van Geertrui, Adolf Van Den Bergh en Jean Van Den Hauwe het Ros Balatum te ontvoeren en naar Dendermonde te brengen.
Het hele voorval zorgde voor wrevel binnen de groep 't Ros Balatum. Een deel van de groep zag de grap ervan in, maar een ander deel wou de ontvoerders voor de rechter brengen, omdat ze schade hadden veroorzaakt aan de motor van het Ros Balatum. De zaak werd uiteindelijk doorgegeven aan de Rechtbank van Dendermonde, waar de rechter besliste om de dieven een gevangenisstraf van acht dagen op te leggen. Door tussenkomst van Marcel De Bisschop en minister Moyersoen werd de zaak echter geseponeerd.[8]
De Dendermondenaren waren niet blij dat ze aanvankelijk beschuldigd werden van de diefstal en zorgden voor een tegenactie. Zo plaatsten ze op 16 mei 1958 een plakkaat aan het Aalsterse staduis met de tekst "'t Ros Balatum werd snood geroofd, geen ruiter die uw klacht gelooft. Geen eerlijk man uit Dendermonde heeft ooit het roverswaard gevonden. Liept gij niet zelf ermede heen en braakt het beestje kop en been? Laat nu uw scharminkel rustig los: wij hebben 't echte Beiaard-ros. Straks doet het weer in Dendermonde in pracht en praal zijn ereronde. Weent dan van nijd bij 't schaamle puin van Balatum. En vreet ajuin!" Aan de voet van Dirk Martens werd een tweede plakkaat geplaatst: "Zijn er wel mensen half zo dom als die van het Ros Balatum, die - tot verheuging van zo velen - hun fameus paardje lieten stelen? Wij zijn van vroeger reeds geleerd, hoe zorg te dragen voor ons peerd! Dat z'er maar een hand aan steken, ze zullen wel hun nekke breken! Want Dendermondse politiek gebruikt de wondren der techniek, die onomstootbaar zal bewijzen, wie zotten zijn en wie...de wijzen! (Pr. Van Duyse)"[9][10][11]
Stadseigendom[]
Er ontstonden steeds meer misverstanden en ergernissen in de groep 't Ros Balatum en de groep splitste in twee. Hierop volgden sabotages aan het onderstel van het Ros Balatum, omdat het ene deel van de groep niet wou dat het andere deel met het Ros in de stoet zou gaan. Het Ros was hierdoor niet meer te zien in de stoeten van 1959 en 1960.
Het Feestcomité wou het Ros Balatum niet verloren laten gaan, waardoor ze het Ros in 1961 aankochten voor de stad Aalst. Het Ros Balatum was hierdoor in 1961 opnieuw in de stoet te zien. Het Ros had echter zijn beste tijd gehad; zo stond in 1965 in de krant te lezen dat de kop van het Ros naar achter helde en de neusgaten uitpuilden. De kop was dringend aan renovatie toe en dat was ook het Feestcomité opgevallen. Ze gaven opdracht om het Ros Balatum op te smukken voor de stoet van 1966.[12][13]
Zonder kop in de stoet[]
Toen het Ros Balatum op carnavalszondag 1970 uit het stadsmagazijn aan de Hoge Vesten wou rijden, botste het tegen een muur. De kop van het Ros Balatum kwam hierdoor los en werd over de muur geslingerd. Zo kwam het dat het Ros Balatum dat jaar zonder kop door de straten van Aalst ging.[14][15]
De kop van het Ros bleek onherstelbaar beschadigd te zijn, waardoor het Ros later naar het atelier van Marc De Bruyn gebracht werd. Marc startte er meteen met het ontwerp van een nieuwe kop. Ditmaal werd er gekozen voor een kop in polyester, om een meer duurzaam effect te geven. Het Ros Balatum raakte niet tijdig klaar voor de stoet van 1971, waardoor het Ros ontbrak. In de Gazet van Aalst schreef men: "Waar was ons Ros? Is 360 dagen niet genoeg om deze te herstellen of ontbreekt het aan goede wil?"[16] In 1972 was het Ros Balatum opnieuw aanwezig in de stoet.
De nieuwe kop van het Ros Balatum zou later het voorwerp van discussie worden. Het Aalsters Karnaval Verbond uitte in 1974 kritiek op het stadsbestuur, omdat er 45 000 frank betaald zou zijn aan Marc De Bruyn voor de vervaardiging van de kop van het Ros Balatum, terwijl er voor de andere groepen bespaard werd. Marc De Bruyn ontkende dit echter; volgens hem kreeg hij veel minder dan 45 000 frank en dekte zijn vergoeding amper de kosten.[17][18][19]
Ros met tractor[]
Na de stoet van 1978 had het Ros een lichte aanrijding met een verkeerd geparkeerde auto, waardoor de verzekeringsmaatschappij in 1979 geen verzekering meer wou geven aan het Ros Balatum, omdat het over geen nummerplaat beschikte. De stad had hierdoor het idee opgevat om het Ros Balatum te laten voorttrekken door een tractor, die wel over een nummerplaat beschikte.
Uiteindelijk kon de Onderlinge Maatschappij van Openbare Besturen toch een verzekering afsluiten voor het Ros Balatum. Het verzekeringscontract werd gewijzigd, maar voor de zekerheid liet men het Ros Balatum dat jaar toch voorttrekken door een tractor. Achteraan op de tractor was te lezen 'Verboden achter de maaier te lopen: doodsgevaar'. Ironisch genoeg volgde het Ros Balatum een meter achter de tractor. De kranten sprake van een schoonheidsfout in de stoet.[20]
Ter gelegenheid van de Europese ontmoeting in 1991 werd het Ros Balatum eens duchtig onder handen genomen en kreeg het een totaal vernieuwde aankleding.
Gestolen ornamenten[]
In 1991 werd het Ros Balatum, ter gelegenheid van de Europese ontmoeting, door Jo Beeckman opgefrist. Dat jaar was het Ros ook bijna het slachtoffer van een ontvoering. Begin februari 1991 trok de Dendermondse Prinsencaemere richting Aalst om er het Ros Balatum te ontvoeren. Het Ros bleek echter te zwaar te zijn, waarop de Prinsencaemere besloot om dan maar de attributen van het Ros te stelen.
Een Aalsterse delegatie, bestaande uit Gracienne Van Nieuwenborgh en De Draeckenieren, trok als tegenreactie richting Dendermonde 'als steun voor hun gecastreerd ezeltje'. Het werd een avond vol humor en speldenprikken tussen de twee rivaliserende steden. Nadat de Aalsterse delegatie het Ros Beiaardlied gezongen had, kregen ze de schilden en vlaggen van het Ros Balatum terug.[21][22]
Richting Dendermonde[]
In november 2001 trok het Aalsterse Ros Balatum richting Dendermondse Grote Markt. Dit was een stunt van Lotjonslos, dat in de komende stoet het thema van het Ros Beiaard en het Ros Balatum van onder het stof haalde.
De bedoeling was dat het Ros Balatum het Ros Beiaard zou dekken, om tegen 2010 een volwaardig Ros te hebben. Het Ros Balatum kwam echter niet verder dan de toegangspoort van de opslagplaats van het Ros Beiaard.[23]
Het bezoek van het Ros Balatum aan Dendermonde werd op film vastgelegd en getoond tijdens de viering van 40 jaar Lotjonslos in CC De Werf.[24]
Nieuw kleed[]
In 2005 werd het Ros Balatum gerestaureerd. De inhuldiging van het gerestaureerde Ros vond plaats op 28 januari, bij de opening van de Winterfoor in Aalst.[25] Het Ros Balatum werd in de Stedelijke Werkhuizen helemaal ontmanteld. Het houten onderstel werd vernieuwd en met nieuwe kippengaas beslagen. Enkel de rug en de kop van het Ros bleven origineel, maar ze werden wel hersteld en opnieuw beschilderd. Daarnaast kreeg het Ros Balatum ook nog een nieuw gewaad.
De restauratie en aanmaak van een nieuw gewaad gebeurde door Pieter Van der Maelen en kostte 7 000 euro. Ook het mechanisme om de kop naar beneden te laten werd verbeterd. Voorheen zat reserve-chauffeur Marc Peynsaert in het paard om de kop neer te laten, maar vanaf 2005 zou de kop bediend kunnen worden door de chauffeur. Voortaan kwam er ook opnieuw water uit de neusgaten van het Ros en kwamen er ook opnieuw ajuinen uit haar achterwerk.[26]
Het Oilsjters Zangpalois 2019[]
Op 29 november werd het Ros Balatum opgemerkt in Herdersem, waardoor vele Aalstenaars dachten dat het Ros op weg was naar Dendermonde voor één of andere stunt. Het Ros was echter onderweg naar Wieze, waar het voor de apotheose van het Oilsjters Zangpalois moest zorgen.
Het Oilsjters Zangpalois van de Prinsencaemere ging in 2019 door in de Oktoberhallen van Wieze. Toen de ex-Prinsen en bevriende carnavalisten het slotnummer 't Peerd van Deiremonne inzetten, verscheen het Ros Balatum naast het podium. Burgemeester D'Haese had toestemming gegeven om het Ros Balatum uit te lenen aan de Prinsencaemere en Guy Walgraef deed het Ros in de zaal bewegen. Omdat de motor van het Ros niet aangezet kon worden in de gesloten zaal, moest men via een constructie het Ros in de zaal krijgen. Met behulp van De Lodderoeigen kon de stunt slagen.[27]
Varia[]
- Marcel De Bisschop werd benoemd tot erevoorzitter van 't Ros Ballatum. Deze titel had Marcel ontvangen, nadat hij in 1952 een speciale premie van 2000 frank uitreikte aan een Aalsterse komische groep. De winnaar van deze geldprijs werden uiteindelijk De Lustige Pombiers.[28]
- In 1975 bracht het Ros Balatum een bezoek aan Dendermonde, ter gelegenheid van de Ros Beiaardommegang.[29]
- In 1980 speelde het reizend stadspoppentheater 'Kwik' het stuk 'Het Ros Balatum'.[30]
- In 1999 werd het Ros Balatum van stal gehaald door de Draeckenieren, om de Dendermondse pijnders (dragers van het Ros Beiaard) een hart onder de riem te steken. De Dendermondse Pijndersgilde protesteerde, omdat ze van de stad Dendermonde nog niet hadden mogen oefenen voor de komende Ros Beiaardommegang. Uit protest trokken ze naar Aalst, waar ze steun kregen van het Ros Balatum. Met een houten speelgoedpaardje maakten de pijnders van Dendermonde een rondje rond de Grote Markt Van Aalst.[31]
- Tijdens de carnavalslunch van 2000 werden Jozef De Luyck en Peter Merckx in de bloemetjes gezet door de stad Aalst, omdat ze het Ros Balatum al 25 jaar begeleidden. Jozef De Luyck aanhoorde de hulde met een gebroken pols, want een week voor carnaval was hij tijdens onderhoudswerken, van het Ros Balatum gevallen.[32]
- Het Ros Balatum kreeg van de stad Aalst in 2000 de toestemming om buiten te komen voor Poppentheater Aabazjoer. Op de Grote Markt maakte theater Aabazjoer, in het bijzijn van het Ros Balatum, reclame voor het stuk 'd' Histoere van 't Peerd'. Dit stuk vertelde het verhaal over de poging tot ontvoering van het Ros Beiaard uit 1952.[33]
- In 2002 was het Ros Balatum niet te zien tijdens de maandagstoet. Door het slechte weer moest het paard op stal blijven van burgemeester De Maght.
- In 2006 verscheen er in Menton een Ros Balatum, gemaakt uit citrusvruchten. De Zuid-Franse stad staat bekend om haar citrusvruchten en organiseert jaarlijks de Citroenfeesten, waarop beelden in fruit worden gemaakt. In 2006 kozen ze ervoor om het Ros Balatum na te maken in appelsienen en citroenen. Bij het beeld stond een plakkaat met daarop 'Belgique - Ros Balatum'. In Dendermonde begreep men niet goed waarom men had gekozen voor het Ros Balatum van Aalst en niet voor hun Ros Beiaard.
- Op 26 april 2009 werd het Ros Balatum wetenschappelijk gekeurd door de Draeckenieren. De Draeckenieren wilden hiermee aan de Dendermondenaren bewijzen dat Aalst het enige echte paard bezat. De keuring gebeurde op Erfgoeddag.[34]
- In 2010 werd het Ros Balatum te koop aangeboden door het Dendermonds Kopvliësfront, als tegenreactie van een bezoek van de Draeckenieren aan Dendermonde.[35] Dat jaar kwam het Ros Beiaard op de dag van de Ros Beiaardommegang buiten onder het motto 'Mijn Paard, Schoon Paard'. Het Ros maakte een toertje in Aalst, met op haar rug de zussen Dilewyns uit Grembergen. In Dendermonde waren de zussen geweigerd om op de rug van het Ros Beiaard te zitten, omdat de traditie wou dat enkel 4 broers het Ros Beiaard mochten bereiden. Daarna trok een Alsterde delegatie per bus met de zussen naar Dendermonde, om er naar de Ros Beiaardommegang te gaan zien.[36][37]
- In 2011 ging Peter Merckx van de Stedelijke Werkhuizen met pensioen. Peter was jarenlang de bestuurder van het Ros Balatum geweest.[38] Peter reed in 1975 een eerste keer mee met het Ros Balatum, om de kop van het Ros manueel naar beneden te draaien als er een kabel over de baan hing. In 1978 nam Peter de taak van bestuurder van het Ros over van Roland De Cock. Sinds 2006 kreeg Peter assistentie van Roland Schepens, die de ajuinen uit het achterwerk van het Ros Balatum liet rollen.[39] Omdat er niet meteen een opvolger voor Peter gevonden werd, mocht die in 2012 nog een laatste keer het Ros Balatum besturen. Naast Peter zat toen Guy Walgraef, die de opvolger van Peter zou worden.[40] Guy zou gedurende twee jaar het Ros Balatum besturen.
- Aanvankelijk werden de vier Heemskinderen van het Ros Balatum via politieke kringen aangebracht en later werden ze door Peter Merckx gezocht. Zo zat de zoon van Peter Merckx 7 keer op de rug van het Ros Balatum. Sinds 2010 worden de 4 Heemskinderen gekozen aan de hand van een wedstrijd. De wedstrijd bestond o.a. reeds uit het maken van een maquette van een carnavalswagen, het om ter snelst op een mini-Ros gaan zitten en een act brengen. Voor 2020 moesten de 4 Heemskinderen enkele vragen beantwoorden en een affiche maken. De winnaar wordt via lottrekking door Prins De Meyst bekend gemaakt.
- Door felle rukwinden tijdens de zondagstoet in 2020, mochten de 4 Heemskinderen niet op het Ros zitten. De vier kinderen liepen daarom voor het Ros, dat met gezakt hoofd de stoet in ging. Op maandag mochten de vier kinderen wel op het paard.
Redactie[]
Tekst en foto's[]
- Tekst: Sören Delclef - AjoinPedia
- Foto's: Blog Carnavalaalstkoentje, CD-ROM DAK, De Voorpost, EditieDendermonde.be, Herman Louies, Blog Jempi Dendermonde, LECA, Lieven Goubert, Madeinaalst.be, Sören Delclef
Bronnen[]
- ↑ De Gazet van Aalst, 15 januari 1956
- ↑ De Voorpost, 12 februari 1988
- ↑ De Gazet van Aalst, 15 februari 953
- ↑ De Gazet van Aalst, 16 februari 1953
- ↑ De Gazet van Aalst, 3 februari 1955
- ↑ De Gazet van Aalst, 28 februari 1957
- ↑ De Gazet van Aalst, 28 februari 1957
- ↑ Buys R., Kroniek over een Aalsterse carnavalgroep "De Sloebers" 1952-1967
- ↑ De Gazet van Aalst, 15 juni 1958
- ↑ De Gazet van Aalst, 20 februari 1958
- ↑ De Gazet van Aalst, 9 maart 1958
- ↑ De Gazet van Aalst, 4 maart 1965
- ↑ De Gazet van Aalst, 6 maart 1965
- ↑ Forum Aalst Historiek
- ↑ Lieven Goubert
- ↑ De Gazet van Aalst, 6 maart 1971
- ↑ Ghysens J. & Baert K. (1975), aalst Karnaval, Uitgeverij Veys
- ↑ De Voorpost, 15 februari 1974
- ↑ De Voorpost, 22 februari 1974
- ↑ De Voorpost, 2 maart 1979
- ↑ De Voorpost, 1 februari 1991
- ↑ De Voorpost, 15 februari 1991
- ↑ Het Volk, 12 november 2001
- ↑ Het Nieuwsblad, 26 december 2001
- ↑ Belga, 6 januari 2005
- ↑ Het Volk, 13 januari 2005
- ↑ Carnavalaalstkoentje
- ↑ De Gazet van Aalst, 18 februari 1960
- ↑ De Voorpost, 31 januari 1975
- ↑ De Voorpost, 25 januari 1980
- ↑ Gazet van Antwerpen, 31 mei 1999
- ↑ Het Laatste Nieuws, 11 maart 2000
- ↑ Het Laatste Nieuws, 28 september 2000
- ↑ Het Laatste Nieuws, 24 april 2009
- ↑ Het Nieuwsblad, 29 mei 2010
- ↑ Het Laatste Nieuws, 31 mei 2010
- ↑ Het Nieuwsblad, 31 mei 2010
- ↑ Het Nieuwsblad, 8 april 2011
- ↑ Het Nieuwsblad, 19 januari 2011
- ↑ Het Laatste Nieuws, 8 februari 2012