Het Stedelijk Feestcomité, werd na de Eerste Wereldoorlog opgericht om samen met het College van Burgemeester en Schepenen alle feestelijkheden in de stad Aalst te organiseren en coördineren. Het Feestcomité is een adviesraad, wat wil zeggen dat ze adviezen formuleren aan het College van Burgemeester en Schepenen, die de uiteindelijke beslissingen nemen. In tegenstelling tot andere adviesraden, is het Feestcomité ook een organiserend comité. De leden van het Feestcomité worden aangeduid door de Gemeenteraad. De leden werken gratis als vrijwilligers.
Aalst-Voorwaarts[]
Het Stedelijk Feestcomité vond zijn oorsprong in de in 1902 opgerichte onpartijdige middenstandsorganisatie en haar afdeling Aalst-Voorwaarts. Deze organisatie organiseerde evenementen en acties met als doel mensen naar de Aalsterse winkels te lokken. Geïnspireerd door het carnaval in Binche, vond deze vereniging dat ook in Aalst officiële carnavalsfeesten moesten georganiseerd worden.
Door de invloed van enkele leden van Aalst-Voorwaarts besliste de stad Aalst om in 1922 van start te gaan met de plannen voor een grote carnavalsviering in 1923. Vastenavond werd in Aalst reeds lang gevierd, maar de festiviteiten errond werden tot dan niet officieel door de stad georganiseerd. Onder leiding van Alfred Kelders moest de organisatie van het Aalsters carnaval uitgebouwd worden.
Stedelijke Commissie der Openbare Feestelijkheden[]
In navolging van Aalst-Voorwaarts werd op 19 februari 1920 de Stedelijke Commissie der Openbare Feestelijkheden opgericht, al was het Feestcomité officieus reeds actief op de Sint-Maartensfoor van 9 november 1919.
Bij de oprichting bestond het Feestcomité aanvankelijk uit een kerncomité van drie personen: Alfred Kelders, Felix De Loose en Gustaaf De Stobbeleir. Eén van de eerste officiële taken van het Feestcomité was het organiseren van een bloemenstoet. Gezien de vele feestelijkheden werd het kerncomité uitgebreid met partijafgevaardigden van de verschillende politieke partijen die deel uitmaakten van de stadscoalitie. Het eerste feestcomité stond onder voorzitterschap van de schepen van Openbare Werken; Valery De Valckeneer werd zo de eerste officiële voorzitter van het feestcomité. Alfred Kelders werd feestdirecteur, Felix De Loose was secretaris en Gustaaf De Stobbeleir schatbewaarder.
Aanvankelijk stonden Aalst-Kermis, de 21 juli-viering en de Sint-Maartensfeesten op de agenda van het Feestcomité, maar om de Aalsterse middenstand een dienst te bewijzen, wou men al vlug overgaan tot de organisatie van een carnavalstoet. Enkele leden van het Feestcomité hadden ook nog deel uitgemaakt van Aalst-Voorwaarts, waar het idee om carnaval te organiseren oorspronkelijk ontstaan was.
[]
Het Aalsterse Feestcomité wou naar het voorbeeld van Binche een Aalsterse kavalkade organiseren naar aanleiding van de vastenavondfeesten. Het plan werd concreet tijdens een vergadering van het Feestcomité op 14 oktober 1922. Tijdens deze vergadering, waarop ook schepen-Feestcomitévoorzitter Valery De Valckeneer (katholieke partij) en schepen Albert De Windt (liberale partij) aanwezig waren, werd een een structuur op poten gezet. De kavalkade moest georganiseerd worden door een werkgroep binnen het Feestcomité, die de naam 'Studekommiteit voor Openbare Feestelijkheden der stad Aalst. Deze werkgroep bestond uit Alfred Kelders (voorzitter), Felix De Loose (secretaris), Gustaaf De Stobbeleir (schatbewaarder), P. De Hauwere, L. De Smet, A. Clinckaert en R. Claes en moest een programma uitwerken, waarbij de kosten niet meer dan 5000 BEF bedroegen. Op diezelfde vergadering werd ook beslist om de Sint-Maartensfoor af te schaffen en deze te vervangen door een Vastenavondfoor, om de kosten van de kavalkade mee te betalen. De Aalsterse Middenstandsbond reageerde enthousiast op de beslissing om in Aalst een carnavalsstoet te organiseren en bedankte burgemeester De Hert hiervoor per brief.
In januari 1923 maakten het Studiecomité van Openbare Feestelijkheden een lijst bekend met de verenigingen voor de eerste carnavalstoet van 11 februari. Feestdirecteur Alfred Kelders, secretaris Felix De Loose, schatbewaarder Gustaaf De Stobbeleir en Feestcomité-leden Kamiel Guns, Florent Vinck, Jozef Chevalier, Hector Cornand, Triphon De Smet, Achiel De Stobbeleir, Domien Gijsens, Mauritz Schouppe, Kamiel Van Den Bossche, Emiel Van Lierde en Gustaaf Van Nuffel kregen echter onverwachts tegenwind van burgemeester De Hert en enkele leden van de gemeenteraad.
Het probleem lag bij de 5 000 Frank prijzengeld die door de stad uitgereikt zou worden. Burgemeester De Hert was niet aanwezig geweest op de vergadering waarop dit beslist was en protesteerde. Schepen De Windt, die wel aanwezig was op de bewuste vergadering van het Feestcomité, had wel weet van deze beslissing en had deze in naam van het schepencollege goedgekeurd. De Hert was niet tegen carnaval, maar omdat de procedures niet gevolgd werden, werd het idee van de premies voorlopig nietig verklaard. Het voorstel werd wel doorgestuurd naar de sectie Financiën van de stad. Nadat de voorgestelde premies goedgekeurd werden door Financiën, keurde ook de gemeenteraad het voorstel goed op 23 januari 1923.
Gemeenteraadslid Lode De Smet speelde een belangrijke rol bij deze goedkeuring. Op de gemeenteraad overtuigde hij iedereen met de woorden “door ieder jaar de organisatie te verbeteren en aan te passen, door telkens nieuwe en frisse ideeën naar voor te brengen, door publiciteit te maken en door het bevorderen van het gebruik van de tram en de ijzeren weg zal de cavalcade een bron van inkomsten zijn voor de Stad Aalst en voor alle Aalstenaars". Uiteindelijk trok op zondag 11 februari 1923 de eerste door de stad georganiseerde stoet door de straten van Aalst.
Beginjaren[]
In 1924 werd de succesformule van het vorige jaar herhaald; 41 groepen stapten mee, waarbij drie van buiten de stad (Brussel, Wetteren en Blaton). De stoet werd verdeeld in delen van acht groepen, waartussen telkens een muziekmaatschappij voor feestmuziek zorgde. Achteraan reden reclamewagens. Vooral Alfred Kelders was de drijvende kracht achter het Feestcomité. Hij bezocht verschillende carnavalsverenigingen in België om er contacten te leggen.
Voor de vijfde editie wou het Feestcomité uitpakken met nieuwe ideeën om meer toeschouwers te lokken. Om de toelage van de stad te kunnen optrekken, organiseerde het Feestcomité vanaf 1926 een handelsbeurs. Samen met de winterfoor was de handelsbeurs de belangrijkste bron van inkomsten om carnaval te financieren.
"Een negental jaren geleden trokken enkele stedelijke groepen en een paar vreemde door de straten, en laat ons zeggen, de menigte die er naar stond te kijken was niet groot. Dat was 't nederige begin van de grote Aalsterse Kavalkade, die nu reeds enkele jaren duizenden vreemdelingen naar de stad lokt." (Alfons Bastiaens, voorzitter Feestcomité, 1932)
Het aantal deelnemende groepen steeg gestaag; in 1932 liepen er al meer dan 60 groepen mee en in 1938 negenentachtig groepen. Het aandeel van de Aalsterse groepen daalde wel; de eerste groepen werden opgebouwd rond wijkcomités, verenigingen en middenstandsorganisaties uit de stad.
Vernieuwingen[]
Aalsterse groepen[]
In 1946 liepen amper negen Aalsterse groepen mee en in 1950 waren dit er nog maar vier (de Jacquetten, de Exentrieken, Kunst en Vermaak en de Ware Gilles). Men wilde echter meer Aalsterse groepen lokken voor de stoet; Marcel De Bisschop schreef een originaliteitsprijs uit voor de Aalsterse groepen en Henri Van de Perre, penningmeester van het Feestcomité, maakte reclame voor de Aalstenaars om deel te nemen aan de stoet. In 1955 steeg hierdoor het aantal Aalsterse groepen naar 17, maar de kwaliteit was niet hoogstaand. Hierdoor besliste het Feestcomité in 1957 om strenger te controleren en groepen die niet voldoen te weren uit de stoet.
Ondertussen hadden de Aalsterse groepen zich verenigd in de Vereniging der Aalsterse Komische Groepen. Deze vereniging overhandigde meteen aan het Feestcomité hun 12-puntenprogramma voor meer inspraak en een betere samenwerking en een vlottere communicatie tussen de organisatoren en carnavalsgroepen. Het Feestcomité gaf niet veel gehoor aan de vereniging, die een stille dood stierf.
De Aalsterse groepen verenigden zich opnieuw in 1968; in het Aalsters Karnaval Verbond. De groep eiste van het Feestcomité om een stoet te organiseren die enkel uit Aalsterse groepen bestond. Het Feestcomité ging hier meteen op in, de stoet van 1969 telde 22 Aalsterse groepen en 12 fanfares. Voortaan zou de stoet exclusief Aalsters zijn.
[]
In 1951 dacht het Feestcomité eraan om een Prins Carnaval aan te stellen. Uiteindelijk duurde het tot 1953 vooraleer het Feestcomité dit idee uitvoerde; Robert Renoncourt werd door het Feestcomité aangeduid als Prins Carnaval.
Het Feestcomité kreeg meteen kritiek op deze beslissing van gekende carnavalisten, zoals Pierre De Winter, omdat de prins werd aangesteld zonder inspraak van de Aalstenaars. Het Feestcomité gaf toe, maar wou de Prinsenerkiezing niet zelf organiseren. De organisatie werd daardoor in handen genomen door Gustaaf De Stobbeleir en de Verbond der Vaderlandslievende Verenigingen in 1954. Het Feestcomité zou de verkozen Prins wel erkennen als de officiële Prins Carnaval van Aalst.
In 1961 werd de organisatie van de prinsenverkiezing overgenomen door het feestcomité. De wedstrijd veranderde hierdoor van een kostuumwedstrijd naar een wedstrijd waarbij de spraakvaardigheid belangrijker werd.
Ajuinenworp en popverbranding[]
Het Stedelijk Feestcomité, onder impuls van Alfred Kelders, zorgde er voor dat carnaval de vorm kreeg, zoals we het vandaag kennen.
In 1959 richtte voorzitter Gilbert Claus een speciale 'Werkgroep voor carnaval' op, om nieuwe initiatieven toe te voegen aan de traditie van carnaval. Hieruit ontstonden o.a. het Driekoningenfeest, de Ajuinenworp en de Verbranding van Carnaval.
Liedjes en plezier[]
Het Feestcomité profileerde zich steeds meer als een organiserend comité. Heel wat tijd werd opgeslorpt door reglementeringen, overlegvergaderingen en nieuwe initiatieven. De samenwerking met de carnavalsgroepen werd steed beter en er werden werkgroepen, zoals het Beurscomité en een animatieteam, opgestart.
Het animatieteam, dat bestond uit leden en niet-leden van het Feestcomité, zorgde voor een succesvol optreden op de 'Nacht van de Lach'. Frans Wauters verzamelde een aantal volksliedjes, Odilon Mortier leidde de repetities en Luc Van Mossevelde zorgde voor de muzikale opnames. Zo werden 'De Jongens van de Veirkemert' geboren.
Oneer impuls van Frans Wauters groeide uit het Feestcomité ook de losse groep de Clochards en het koor Corum Alostum Imperiale voort.
Alfons Singelijn[]
**
Toen Fons Singelijn 1976 plots overleed, werd hij opgevolgd door zijn schoonbroer André Dooms. Dooms weigerde echter de titel van vaste voorzitter, omdat hij vond dat Fons niet vast vervangen mocht worden. André werd toen door zijn partij (PVV) naar voor geschoven als waarnemend voorzitter, een voorstel dat door het Feestcomité werd goedgekeurd.
Fusie der gemeenten[]
Door de grote fusie der gemeenten telde het Feestcomité in 1977 43 leden. Veel leden daagden echter niet op bij vergaderingen en door de politieke druk verliep de samenwerking binnen het Feestcomité moeilijk.
Naar aanleiding van een tussenkomst op de gemeenteraad van Raymond Uyttersprot werd het financieel wanbeheer binnen het Feestcomité aan de kaak gesteld. Tot dan toe besliste het Feestcomité autonoom over hoe ze hun geldmiddelen besteedden. Het schepencollege besliste hierop om voortaan de financiering van het Feestcomité beter te controleren en te beperken.
In 1984 werd bij de installatie van een nieuw Feestcomité beslist om het ledenaantallen naar 30 te herleiden. Alle 30 leden vormden de Algemene Vergadering van het Feestcomité, waarbij een Dagelijks Bestuur van acht leden de agendas van de vergaderingen bepaalden. Bij de organisatie van de verschillende activiteiten werd steeds een werkgroep opgericht, die dan weer bestonden uit taakgroepen. Zo werden er op een jaar 4 werkgroepen opgericht voor de organisatie van Aalst Carnaval, de 11-juliviering, de jaarbeurs en het stedelijk Sint-Maartensfeest.[1]
Frans Wauters vs. Marcel De Bisschop[]
Kamiel Sergant, voorzitter van het AKV, was van mening dat Aalsterse groepen niks te zoeken hadden in stoeten van andere steden. Volgens Kamiel hadden de groepen meer dan genoeg met de subsidies die ze kregen van de stad Aalst, waardoor ze niet meer moesten deelnemen aan andere stoeten. Feestcomité-voorzitter Frans Wauters deelde de mening van Kamiel en zag hierbij zijn kans om de rode cijfers van het Feestcomité op te krikken. In 1978 beslisten ze om een verbod op te leggen aan de Aalsterse groepen om nog deel te nemen aan stoeten buiten Aalst.
Marcel De Bisschop, schepen van Feestelijkheden, was het echter niet eens met Kamiel Sergant en de nieuwe regel van het Feestcomité. Marcel zette het Feestcomité hierbij onder druk om deze regel opnieuw te schrappen, wat tot een conflict leidde met Kamiel Sergant. Het Feestcomité zwichtte voor de druk van Marcel De Bisschop, wat o.a. tot het ontslag leidde van Kamiel Sergant bij het AKV.
Marcel De Bisschop zei later in een dagblad dat dankzij de PVV de Aalsterse groepen hun vrijheid terug gekregen hadden. Frans Wauters voelde zich echter verraden door Marcel en zei later dat hij tijdens zijn voorzitterschap nooit op steun van Marcel had kunnen rekenen. Frans Wauters kreeg openlijk steun van zijn partijgenoten Gracienne Van Nieuwenborgh en Roger D'Hondt, maar hij voelde zich niet meer gesteund door de rest van het schepencollege.
De promotiebus[]
In 1985 voerde het Feestcomité in en rond Aalst een promotiecampagne met een autobus. Het Feestcomité schafte hiervoor een oude legerbus aan, wat goedkoper uitkwam dan 40 aanplakborden.[2] Het Feestcomité stond zelf in voor het vervoer en promootte zo de Aalsterse activiteiten in de deelgemeenten en verschillende andere gemeenten. Ook de verkoop van carnavalsattributen gebeurde in de promotiebus.
De bus kwam echter al meteen in het nieuws met een ongeval; een paar weken na de ingebruikname botste de bus op de gevel van een huis.
[]
Eind 2001 werd beslist dat het Stedelijk Feestcomité het beheer en de coördinatie van de carnavalswerkhallen aan de Hoge Vesten voortaan voor haar rekening zou nemen. Deze beslissing werd genomen doordat de Werkgroep Carnavalswerkhallen opgedoekt werd.[3]
Stoelendans[]
Nadat Nicole Ringoir het 18 jaar volhield als voorzitter van het Feestcomité, volgde een woelige periode.
In 2013 werd Christophe Troch aangesteld als voorzitter, maar na 2 jaar hield deze het voor bekeken. Zijn opvolger, Kenneth Van Lierde, hield het na een jaar al voor bekeken. Het was een publiek geheim dat beide voorzitters deze beslissing namen in onvrede met het Stadsbestuur, dat inging tegen het Feestcomité. Binnen de politieke partijen werd het duidelijk dat de structuur van het Feestcomité veranderd moest worden, waarbij een apolitiek Feestcomité werd geopperd. Dirk Verleysen was de enige kandidaat om Van Lierde op te volgen, waarna hij gekozen werd tot de nieuwe voorzitter.
Begin 2019 werd er gefluisterd dat het stadsbestuur van plan was om het Feestcomité van 43 naar 21 leden terug te brengen. Het stadsbestuur zou daarmee het Feestcomité willen hervormen en aanvullen met experten. De leden van het Feestcomité dreigden hierop uit protest te staken met carnaval, maar dit kon vermeden worden. Uiteindelijk kwam in juli 2019 het nieuws dat er geen inkrimping zou komen van het Feestcomité, maar dat ze wel meer beroep zouden doen op experts bij het nemen van bepaalde beslissingen. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2018, moest normaal gezien een nieuwe adviesraad aangesteld worden, maar dit gebeurde niet meteen. De samenstelling van het Feestcomité wijzigde niet tot in 2022, toen voorzitter Dirk Verleysen zijn voorzitterschap inruilde voor een plaatsje in de gemeenteraad. Verleysen werd opgevolgd door Wendy Wauters.[4][5]
Bestuur[]
Gezien de vele feestelijkheden werd het Feestcomité uitgebreid met partijafgevaardigden van de verschillende politieke partijen die deel uitmaakten van de stadscoalitie en stond het feestcomité onder voorzitterschap van de schepen van Openbare Werken; zo werd Valery De Valckeneer de eerste officiële voorzitter van het feestcomité en werd Alfred Kelders gebombardeerd tot feestdirecteur.
In 1971 werd beslist op geen schepen meer als voorzitter voor te dragen, waardoor Fons Singelyn verkozen werd tot voorzitter. Dit principe zou standhouden tot 1984, toen de statuten van het Feestcomité opnieuw gewijzigd werden. In de vernieuwde statuten stond dat de Schepen van Feestelijkheden voorzitter zou worden van de adviesraad en de secretaris lid zou zijn van het administratief personeel van de stad. Zo werd schepen van Feestelijkheden, Julien Vinck, voorzitter van het Feestcomité, met naast zich secretaris Jan Dooms. In 1989 stapte men terug af van dit principe en was de voorzitter opnieuw iemand die geen lid was van het schepencollege.
Voorzitters[]
Periode | Voorzitter |
---|---|
1919-... | Valery De Valckeneer |
1923-1924 | Albert De Windt |
1925 | August Marcel |
1926-1927 | Louis De Smedt |
1928-1932 | Alfons Bastiaens |
1933 | A. D'Haese |
1934 | Ces. Haelterman |
1935-1939 | Marcel De Ridder |
1946-1947 | A. Berghman |
1948-1953 | L. De Wolf |
1954-1958 | A. Cornelis |
1959-1970 | Gilbert Claus |
1971-1976 | Alfons Singelijn |
1976-1977 | André Dooms |
1977-1983 | Frans Wauters |
1984-1988 | Julien Vinck |
1989 | Frans Wauters |
1989-1994 | Odilon Mortier |
1995-2013 | Nicole Ringoir |
2014-2015 | Christophe Troch |
2015-2016 | Kenneth Van Lierde |
2016-2022 | Dirk Verleysen |
2022-... | Wendy Wauters |
Feestleiders[]
Wanneer een schepen aan aangesteld werd als voorzitter van het Feestcomité, werd er ook een feestleider of feestdirecteur binnen het Feestcomité aangesteld.
Periode | Feestleider |
---|---|
1920-1949 | Alfred Kelders |
1984-1988 | Albert Cornand |
Secretaris[]
De secretaris van het Stedelijk Feestcomité wordt aangeduid door het College van Burgemeester en Schepenen. De statuten schrijven voor dat de secretaris deel uitmaakt van het administratief personeel van de stad
Periode | Secretaris |
---|---|
1923-... | Felix De Looze |
1946-1981 | Henri Van de Perre |
1984-1999 | Jan Dooms |
1999- | Bernadette Fortuin |
Leden Stedelijk Feestcomité[]
Periode | Leden Feestcomité |
---|---|
1984-1988 | Julien Vinck (voorzitter-schepen), Jan Dooms (secretaris), Albert Cornand (feestleider, ondervoorzitter), Jos Blommaert, Muriel Boeykens-Boel, Jo Cauwel, Etienne Cooman, Herman Daelman, Jean-Paul De Boitselier, Marcel De Block, Gustaaf De Greve, Alfred De Neef, Hubert De Neef, Petrus De Troch, Monique De Wolf, Simon D'Hondt, Raoul Eemans, Lieven Goubert, Frans Lievens, Herman Louies, Willy Merckx, Odilon Mortier, Nicole Ringoir, Frans Roggeman, René Saeys, Gaston Schellinck, Nicole Schellinck, Victor Steenhaut, Michel Van Brempt, Gaston Van den Hauwe, Eddy Vinck en Frans Wauters. |
2000-2006 | Dagelijks bestuur: Nicole Ringoir (voorzitter), Yolande Lelièvre (ondervoorzitter), Etienne Cooman (ondervoorzitter), Emile Van De Velde (ondervoorzitter), Gaston Van Den Hauwe, Paul De Gols, Marc De Bruecker, Herman de Winne, Sandra De Smet, Prosper Coen, Martine Van Mulders, Koen Van Acker, Lilianne Troch, Kamiel Sergant (adviseur), Odilon Mortier (adviseur) en de Prins Carnaval van het voorbije jaar (adviseur). |
2007-2013 | Dagelijks bestuur: Nicole Ringoir (voorzitter), Bernadette Fortuin (secretaris), Ria Van Landuyt (ondervoorzitter), Prosper Coen (ondervoorzitter), Pierre Van Acker (ondervoorzitter), Marc De Bruecker, Adolf Ottoey, Sally Van den Bergh, Erwin Steenhaut, Gerry Van Goethem, Anneken Van Heck, Georges Van Den Abeele, Florean Verhofstadt, Carla Coen, Enrico Le Clair, Miel Van de Steen, Pierre Keymeulen (veiligheidsadviseur), Kamiel Sergant (adviseur) en de Prins Carnaval van het voorbije jaar (adviseur). |
2022-2025 | Wendy Wauters (voorzitter), Danielle Verhulst, Eddy Quintens, Tim Van de Velde, Kevin Van den Steen, Martine De Potter, Georges Van Den Abeele (overleden in 2023), Bart Marcoen (opvolger van Georges Van Den Abeele), Benoit Meert, Leentje Van Goethem, Daniëlle Wailly, Ronny Roelandt, François De Backer (ontslag in 2024), Wim Daelman (opvolger François De Backer), Gunther De Leeuw, Werner Kinoo, Steven De Lil (ontslag in 2023), Johan Leys (opvolger Steven De Lil), Michael Buyle, Joseph Van Neck, Luc De Waele, Jasper D'Haese (ontslag in 2023), Anja Schreyen (opvolger Jasper D'Haese), Pascal De Vuytst, Martine Van Mulders, Brigitte Baekens, Petra Van Snick, Nathalie De Waele, Christiaan Meert (ontslag in 2023), Rudi De Waegeneer (opvolger Christiaan Meert), Philippe De Wever, Koen Van Acker, Pierre Van Acker, Carla Coen, Els Jans, Caroline Van Nuffel, Eric Van Malderen, Pascal Sergeant, Lieve Segers, Rudy Baeyens, Gerry Van Goethem, Franky Vinck, Yaleesa Ghijsens, Eric Tackaert, Erwin Steenhaut, Steve Tanckere en Alain Ernst. |