Het Zomercarnaval van de Koolstraat werd in de jaren '70 en '80 georganiseerd tijdens het tweede weekend van september. Het Zomercarnaval was onderdeel van de Meuleschettekermis en kreeg vaak te kampen met slecht weer; daarom kreeg de kermis de bijnaam ‘de Parapliekeskeiremis’.
Processie en kermis[]

De Meuleschettekapel (©Inventaris Onroerend Erfgoed)
Sinds 1854 vierde de omgeving van de Koolstraat jaarlijks een groot wijkfeest. De start van deze jaarlijkse vieringen, begonnen bij de inhuldiging van de Meuleschettekapel. Jaarlijks werd een processie georganiseerd, die omgedoopt werd tot de 'Meuleschettekapelleken Ommegang'. Deze rondgang vond telkens plaats in het tweede weekend van september. Alle kinderen uit de buurt trokken in stoet naar de Meuleschettekapel. Na de processie bezochten de buurtbewoners de verschillende cafés in de buurt, waar ze tot 's morgens feest vierden.
De processie verdween en maakte plaats voor de Meuleschettekermis, waarbij volksspelen, een jaarmarkt en een bal georganiseerd werden. Na de Tweede Wereldoorlog werd 'De Koolstraat en de Verenigde straten van Kappelleken Kermis' opgericht, waarvan Achilles Bruyninckx voorzitter was. Interne strubbelingen zorgden ervoor dat dit buurtcomité al snel uit elkaar viel, waardoor er in 1949 een nieuwe bestuur samengesteld werd. Het nieuwe bestuur, met voorzitter Bruyninckx aan het roer, besliste dat alle leden op de vergaderingen 5 frank moesten sparen, om zo tijdens het kermisgebeuren de cafés te kunnen bezoeken. Elk jaar werden de kermisfeesten groter en bij de 100ste verjaardag van de kapel in 1954 werd de Dekenij Koolstraat officieel opgericht. Achilles Bruyninckx werd toen aangesteld als eerste deken van de Dekenij.

Achilles Bruyninckx, deken van de Dekenij Koolstraat (De Voorpost - 24/08/1979)
Dat jaar was een hoogtepunt qua volkstoeloop en festiviteiten. Philemon Van den Bulcke liet de toren van de Meuleschettekapel verlichten en de Koolstraat werd met lichtkransen overspannen. Er werd een braderij georganiseerd in combinatie met caféspelen. Eugene De Prez en schepen Pierre Cornelis knipten het blauw-witte lint door om de Dekenij Koostraat plechtig in te huldigen. Tijdens de inhuldiging beloofde burgemeester Debunne dat de Aalsterse carnavalsstoet jaarlijks in de Koolstraat zou passeren. De burgemeester hield woord en de inwoners van de Koolstraat zagen elk jaar de Aalsterse carnavalsgroepen door hun straat rijden. De stoet zou er blijven passeren, tot in het jaar 1963.
De opkomst van de televisie zorgde ervoor dat de jaarlijkse viering van de Meuleschettekapel steeds minder volk trok en de organisatie verloor met het overlijden van bestuursleden Antoine De Clippel, Charles Van den Brempt en Charles Latour enkele sterke figuren. De financiële situatie van het organiserend comité zag er niet goed uit en de feestverlichting had het ondertussen begeven. Alles dreigde verloren te gaan, tot Marcel Bombeeck in 1970 nieuwe mensen samenbracht en de kermis redde. Er werd een nieuwe bestuur samengesteld met jonge mensen.[1]
Waar de stoet bleef stille staan[]

(©Gazet van Aalst - 20/02/1971)
Onder impuls van Marcel Bombeeck kwam er nieuw leven in de Koolstraat. Toen de carnavalsstoet in 1971 voor het achtste jaar op rij niet in de Koolstraat passeerde, maar wel in enkele aanpalende straten, besliste de Dekenij Koolstraat om een kerstfeest te organiseren tijdens de carnavalsdagen. De straten werden versierd met kerstbomen en -verlichting en het stadsbestuur en de leden van het Stedelijk Feestcomité werden uitgenodigd voor een kerstreceptie. De Gazet van Aalst kondigde het kerstfeest aan als 'karnavalkontestatie in de Dekenij Koolstraat met als motto WAAR DE STOET BLEEF STILLE STAAN'.
Alles was in gereedheid gebracht voor het buurtfeest, maar toen Marcel Bombeeck om 5u in de ochtend wakker werd, constateerde hij dat alle versiering weggehaald was en over de straat verspreid lag. Met de hulp van enkele inwoners van de Koolstraat werd alles weer ogpebouwd, waardoor om 9u 's morgens kersmuziek uit de boxen weergalde. Terwijl gans Aalst carnaval vierde, was er zo in de Koolstraat een kerstfeest aan de gang. Op de kerstreceptie, die op zondagvoormiddag georganiseerd werd, doken tot ieders verbazing een 30-tal genodigden op, die allen een kerstgeschenk kregen. Door de straten klonk kerstmuziek en op het kruispunt met de Dirk Martensstraat, de Meuleschettestraat en de Schoolstraat werd een groot spandoek opgehangen, met daarop de tekst 'en waar de stoet bleef stille staan'. De Kamillekes en een majorettenkorps zorgden voor animatie op het kerst-braderijfeest.
De Dekenij had een eigen kerstliedje gemaakt op de tonen van 'De herderkens lagen bij nachte'. De stunt van de Koolstraat was geslaagd, want Marcel Bombeeck kon Marcel De Bisschop overtuigen om de stoet opnieuw door de Koolstraat te laten gaan. De Dekenij wachtte echter niet op Aalst Carnaval en organiseerde in 1971 de eerste Zomercarnaval in de Koolstraat.
[]

Krikatuur van Marcel Bombeeck door Frans Wauters (©Voor Allen - 09/09/1972)
De Dekenij Koolstraat, die bestond uit Achilles Bruyninckx, Marcel Bombeeck, Hubert De Meyer, Roland Van Haute en Frans Wauters, werd uitgebreid met de werkende leden Roger Galle, Jean Van Oost, Louis Vermoesen, Pierre Cammu, François Van Oost en Edy De Neve. Deze vernieuwde organisatie zorgde ervoor dat het tweede Zomercarnaval georganiseerd kon worden in september 1972. Het Zomercarnaval werd gezien als een onderdeel van de Kapellekeskermis, de kermis van de Dekenij Koolstraat en aanpalende straten. Gedurende 6 dagen werden in de omgeving van de Koolstraat verschillende activiteiten opgezet.
Er werd op zaterdag gestart met de verkiezing van de Voil Jeanet van de Koolstraat en een verkleed zomercarnavalbal. Op Zondag vond er een groot verkleed kinderdefilé plaats en een optocht met verschillende Aalsterse carnavalsgroepen. Zo liepen o.a. De Kamillekes, De Ware Berkens, d'Elementen, De Suskewieten, De Pikante Kastaars, De Gaâ Lowie's, De Berkes van Sint-Anna, De Kornissesloipers, De Lodderoeigen en De Fassadeklasjers mee in de stoet van de Koolstraat. De optocht werd gezien als het hoogtepunt van het Zomercarnaval.

Zomercarnaval 1974 (©De Voorpost - 13/09/1974)
Het Zomercarnaval werd een jaarlijkse traditie en de organisatie groeide. Roland Van den Bremt, Paul Kinoo en Antoine Van der Heyden versterkten het Feestcomité van de Dekenij en in 1974 stond het Zomercarnaval in het teken van 120 jaar Kapellekenskermis. Naast het carnavalsprogramma, met verkiezing van de Voil Jeanet en zomercarnavaloptocht, werd er ook een kermisprogramma samengesteld met volks- en folklorespelen, belotwedstrijd, bakschieting en gerrebolling in de aangesloten cafés. Doorlopend vond er een monsterbraderij plaats.
In 1975 vierde het zomercarnaval haar 5de verjaardag, en dat in het jaar dat voorzitter Marcel Bombeeck zijn 25ste jaar als bestuurslid van de Dekenij Koolstraat vierde. Marcel Bombeeck werd tijdens het zomercarnaval gehuldigd, net als deken Achiel Bruyninckx die een geschenk kreeg voor zijn 40 jaar activiteiten in de straat.

Gedenkplaat Marcel Bombeeck (De Voorpost - 15/09/1978)
Het Feestcomité van de Koolstraat verloor in 1975 André Mertens en in 1977 Marcel Bombeeck, de stuwende kracht achter de Dekenij. Marcel was gedurende 27 jaar actief geweest binnen de Dekenij Koolstraat, waarvan de laatste 12 jaar als voorzitter. Hij was dé promotor van de Zomercarnavalfeesten van de Koolstraat. Naar aanleiding van het Zomercarnaval 1978 kreeg Marcel Bombeeck daarom een gedenkplaat, die gemaakt werd door Jozef Van den Steen. Hubert De Meyer, de nieuwe voorzitter van de Dekenij, Antoine Van der Heyden en Frans Wauters brachten hulde aan Marcel, waarna schepen monsieur de gedenkplaat onthulde.
Het Zomercarnaval van de Koolstraat kreeg vaak te kampen met regen en slecht weer. Het Zomercarnaval werd daarom ook wel de Parapliekeskeiremis genoemd.[2][3][4]
Voil Jeanet van de Koolstraat[]

Edy De Neve werd in 1976 Miss Voil Jeanet(De Voorpost - 17/09/1976)
Vanaf 1972 organiseerde de Dekenij Koolstraat jaarlijks de verkiezing van de Voil Jeanet van de Koolstraat tijdens hun Zomercarnaval. De wedstrijd werd in '72 voor het eerst gepresenteerd door Bloemenfee Nicole Ringoir. In de jury zetelden o.a. de regerende Prins Carnaval, Keizer Kamiel en afgevaardigden van het Stedelijk Feestcomité.
Heel wat winnaars van de verkiezing werden het jaar nadien Prins Carnaval. Zo staan o.a. Michel Cleemput, Antoine Van der Heyden, Edy De Neve, Paul De Wever en André Marcoen op de lijst met winnaars. Jean-Pierre Timmermans slaagde er dan weer niet in om de titel van Miss Voil Jeanet te winnen. In 1985 werd de wedstrijd niet meer georganiseerd, wegens gebrek aan belangstelling.
Jaartal | Voil Jeanet van de Koolstraat |
---|---|
1972 | Michel Cleemput |
1973 | Antoine Van der Heyden (als de dochter van Marie Planché) |
1974 | Michel Cleemput (als verloren zoon) |
1975 | François Van Oost (als Miss oude tijd en moderne tijd) |
1976 | Edy De Neve |
1977 | Paul De Wever (als Miss Keipernaugel) |
1978 | Paul De Wever (als Miss Trek Jeanet) |
1979 | Michel Cleemput (als kandidaat Bloemenfee 1980) |
1980 | Jozef Cooman (als Josette) |
1981 | onbekend |
1982 | 3 onbekenden (als de nieuwe coalitie: Louisa Blaadseleer, Janine De Neve-De Turk en Marcella Gallestien) |
1983 | André Marcoen |
1984 | Guido Bulte (als Miss Alweter) |
Miss en Mister Koolstraat[]
Een vast onderdeel van het Zomercarnaval was het kinderdefilé, waarbij één van de deelnemers verkozen werd tot Miss en Mister Koolstraat gekozen werd.
Zo werden onder andere Peter Christiaens (1976), Chris Cleemput (1978), Jurgen Cooman (1982) en Danny Van den Brempt (1983) Mister Koolstraat. Bij de vrouwen mochten o.a. Karleen De Neve (1976), Marie Rose Latour (1978), Isabelle Adam (1980), Dagmar Langelet (1982) en Evy Liebaut (1983) zich Miss Koolstraat noemen.

Antoine Van der Heyden en de Bloemenfee bij de deelnemers van het kinderdéfilé in 1975 (©De Voorpost - 19/09/1975)
Einde[]

Antoine Van der Heyden blikte in februari 2020 terug op het Zomercarnaval voor stadsmagazine Chipka (©Chipka)
Het Zomercarnaval was vooral populair in de jaren '70 en begin de jaren '80. De Koolstraat was een echte winkelstraat en de lokale handelszaken steunden het volksfeest. Zo zorgden ze voor prijzen voor de jaarlijkse tombola. Later werd de wedstrijd ‘Leef een maand lang op kosten van de Koolstraat’ georganiseerd en werden waardebons van 40 000 Belgische frank weggegeven.
Midden de jaren ‘80 ging het bergaf met het Zomercarnaval. In 1985 werd het Zomercarnaval beperkt tot 2 dagen en werd o.a. de verkiezing van de Voil Jeanet afgevoerd. Wegenwerken in 1988, die anderhalf jaar aansleepten, en eenrichtingsverkeer in de Koolstraat, zorgden ervoor dat hem wat handelaars uit de Koolstraat vertrokken, wat gevolgen had voor de Dekenij en haar Zomercarnaval. In 1995 besliste de Dekenij om ermee te stoppen. Zo kwam er ook een einde aan de jaarlijkse braderij en het Zomercarnaval.[5][6][7]
Redactie[]
Tekst en foto's[]
- Tekst: Sören Delclef - AjoinPedia
- Foto's: Chipka, De Voorpost, Gazet van Aalst, Voor Allen